Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
9 uitspraken gevonden
pagina: 1
1. 200806833/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Groningen
inhoudsindicatie:
(Woningbouwproject 'Meerstad-Midden' van de gemeentes Slochteren en
Groningen)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Groningen van het bestemmingsplan 'Meerstad-Midden' van de
gemeentes Slochteren en Groningen. Het plan maakt deel uit van het
grotere project 'Meerstad' waarbij een gebied van ongeveer 2.300
hectare agrarisch gebied tussen deze gemeentes zal worden omgevormd tot
woongebied met ruimte voor bedrijven en natuur. In totaal maakt het
project 'Meerstad' de bouw van ongeveer 10.000 woningen mogelijk, de
aanleg van 135 hectare bedrijventerrein, 830 hectare groen en 600
hectare water. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op fase één van het
project. Het gaat om drie afzonderlijke gebieden rondom het
Slochterdiep, de Hoofdweg, het Eemskanaal het Rijpmakanaal, en een
klein gebied ten oosten van het dorp Harkstede. Het plan maakt
woningbouw mogelijk, de aanleg van een meer, natuur en twee
hoofdontsluitingswegen naar de A7. Een groot aantal inwoners uit
Groningen en Harkstede is het niet eens met het plan en is tegen de
provinciale goedkeuring daarvan in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Voor de aanleg van fase één
moeten namelijk sommige woningen worden afgebroken. Anderen zijn het
niet eens met de ligging van de ontsluitingswegen in de buurt van hun
woningen. Tegen het plan zijn ook drie projectontwikkelaars in beroep
gekomen. Zij zijn het niet eens met de ontwikkelingsmogelijkheden die
het plan voor hun gronden geeft. Zie ook de uitspraak met zaaknummer
200803024/1 die de Raad van State ook op 23 juni 2010 openbaar maakt.
Die uitspraak gaat over een vergunning die het provinciebestuur heeft
verleend voor het ontgronden van een meer van ongeveer 600 hectare in
het gebied. De eigenaren van een woning uit de buurt en een agrariër
zijn tegen deze vergunning in beroep gekomen bij de Raad van State. Zie
eveneens de uitspraken met zaaknummers 200904397/1, 200904429/1,
200904395/1 en 200904396/1 die de Raad van State ook op 23 juni 2010
openbaar maakt. Die uitspraken gaan over een aantal bouwvergunningen
die het gemeentebestuur van Slochteren heeft verleend voor diverse
werkzaamheden in het gebied 'Meerstad-Midden'. Vier
projectontwikkelaars zijn tegen deze vergunningen in hoger beroep
gekomen bij de Raad van State. De Raad van State heeft alle zaken op 26
januari jl. op zitting behandeld.
2. 200905042/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Woningbouw op terrein voormalig camping- en bungalowpark in Landgraaf)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Landgraaf heeft verleend voor de bouw van 88 woningen op
het terrein van voormalig camping- en bungalowpark 'De Bousberg' in
Landgraaf. De uitspraak gaat ook over de drie kapvergunningen die het
gemeentebestuur heeft verleend voor de kap van in totaal 671 bomen op
het terrein. De stichting Bewonersbelangen Bungalowpark De Bousberg
verzet zich tegen de bouwvergunning en de kapvergunningen. Zij is van
mening dat de woningbouw significant nadelige gevolgen heeft voor het
beschermde natuurgebied Brunssumerheide. Daarnaast heeft de stichting
aangevoerd dat het aantal huishoudens in de regio daalt, zodat er
volgens haar geen behoefte bestaat aan de woningen. De rechtbank in
Maastricht verklaarde in juni 2009 een eerder beroep van de stichting
tegen de besluiten van het gemeentebestuur van Landgraaf ongegrond.
Tegen die uitspraak is de stichting in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zie ook de
uitspraken in de zaaknummers 200905401/1 en 200905490/1 die de Raad van
State eveneens op 23 juni 2010 openbaar maakt. In die uitspraken gaat
het om exploitanten van een manege en enkele inwoners van Landgraaf die
het ook niet eens zijn met de toekomstige woningbouw. De exploitanten
van de manege vrezen dat de bewoners in de nieuwe woonwijk zullen gaan
klagen over stankoverlast van de manege. De desbetreffende inwoners uit
Landgraaf wonen aan de ontsluitingsweg van de nieuwe woonwijk en zij
zijn bang voor verkeersoverlast en verkeersonveilige situaties. De Raad
van State heeft de drie zaken op 15 maart jl. op zitting behandeld.
3. 200905260/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
inhoudsindicatie:
(Vrijstelling voor bouwrijp maken woningbouwlocatie 'Elzenbos' in
Brummen)
Uitspraak over de vrijstelling die het college van burgemeester en
wethouders van Brummen heeft verleend voor het bouwrijp maken van
gronden voor woningbouwproject 'Elzenbos' dat de bouw van ruim 700
woningen mogelijk maakt. Ook kan met de vrijstelling een begin worden
gemaakt met de aanleg van een rotonde die aansluit op de
Zutphensestraat. Omdat het bestemmingsplan deze werkzaamheden niet
toestaat, heeft het gemeentebestuur een vrijstelling van het plan
verleend. Een aantal inwoners uit Brummen vindt dat het gemeentebestuur
geen vrijstelling mocht verlenen omdat er geen aanvraag lag voor een
vrijstelling. Ook had de gemeenteraad eerst de bestemmingsplannen voor
het gebied moeten wijzigen, aldus de inwoners. De rechtbank in Zutphen
verklaarde in juli 2009 een eerder beroep van de inwoners ongegrond.
Tegen die uitspraak zijn zij in hoger beroep gekomen bij de Raad van
State. De Raad van State heeft de zaak op 11 maart jl. op zitting
behandeld.
4. 200907950/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Gebruik kantoorpand op voorterrein van Groningen Airport Eelde)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Tynaarlo om maatregelen te treffen tegen een kantoorpand
op het voorterrein van Groningen Airport Eelde. De vereniging
Omwonenden Luchthaven Eelde had om de maatregelen gevraagd. Volgens
haar is het gebruik van het kantoorpand op die locatie in strijd met
het bestemmingsplan. Het gemeentebestuur heeft het verzoek van de
vereniging niet in behandeling genomen, omdat zij geen belanghebbende
zou zijn. De rechtbank in Assen oordeelde in september 2009 dat de
vereniging wél belanghebbende is. Naar het oordeel van de rechtbank
past het verzoek van de vereniging tot handhaving van het
bestemmingsplan binnen de statutaire doelstelling van de vereniging.
Tegen die uitspraak komt de huurder van het kantoorpand, Koop Holding
B.V., in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. De Raad van State heeft de zaak op 27 april jl. op zitting
behandeld.
5. 200908005/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor medisch centrum in Haren, provincie Groningen)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Haren heeft verleend voor de bouw van een medisch
centrum en zeven appartementen aan de Mellensteeg in Haren. In het
medisch centrum zullen zich een huisarts, een apotheek, een
huisartsenlaboratorium en een fysiotherapeut vestigen. De appartementen
komen boven het medisch centrum. Het bouwplan houdt verband met de
herstructurering van het centrumgebied van de wijk Oosterhaar. Een
aantal omwonenden kwam eerder tegen de vergunning in beroep bij de
rechtbank in Groningen. Zij vonden het gebouw niet passen in de
omgeving. Ook vreesden zij voor parkeer- en verkeersoverlast, omdat het
plan niet voorziet in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein. De
rechtbank heeft in september 2009 hun beroep gegrond verklaard. Zij was
van oordeel dat het gemeentebestuur beter onderzoek had moeten doen
naar de verkeersdrukte. Niet duidelijk is hoeveel bezoekers bij het
medisch centrum worden verwacht, aldus de rechtbank. Ook had het
gemeentebestuur naar het oordeel van de rechtbank de bezwaarmakers de
gelegenheid moeten geven om te reageren op het rapport van Grontmij
Nederland. Het gemeentebestuur had de bezwaarmakers daar niet over
gehoord. Het gemeentebestuur is het niet eens met de uitspraak van de
rechtbank en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State heeft de
zaak op 17 mei jl. op zitting behandeld.
6. 200908558/1/V6
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 4 - Hoger Beroep Vreemdelingen - Wet arbeid
vreemdelingen
inhoudsindicatie:
(Boete Arbeidsinspectie voor Het Financieele Dagblad)
Uitspraak over de boete die de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft
opgelegd aan Het Financieele Dagblad. De minister heeft de boete
opgelegd, omdat de Arbeidsinspectie heeft geconstateerd dat in totaal
39 vreemdelingen van verschillende nationaliteiten als krantenbezorger
van het FD aan het werk waren, zonder dat zij beschikten over
tewerkstellingsvergunningen. De hoogte van de boete is EUR 312.000. Het
dagblad ging tegen de boete in beroep bij de rechtbank in Amsterdam.
Die oordeelde in september 2009 dat de minister de boete niet had mogen
opleggen, omdat de distributie van het dagblad niet tot de
kernactiviteiten van het FD behoorde. Het FD kon daarom niet als
werkgever van de dagbladbezorgers worden aangemerkt, aldus de
rechtbank. Verder heeft de rechtbank bepaald dat een aparte
schadevergoedingsprocedure moet worden gestart, omdat de behandeling
van de zaak door de minister en door de rechtbank te lang zou hebben
geduurd. De minister is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank
en is daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hem is het FD wél
als werkgever van de dagbladbezorgers aan te merken. De Raad van State
heeft de zaak op 22 april jl. op zitting behandeld.
7. 200909149/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Intrekking van de nachtontheffing voor discotheek in Rotterdam)
Uitspraak over de intrekking door de burgemeester van Rotterdam van de
nachtontheffing voor discotheek Le Bateau aan de Kruiskade in
Rotterdam. De burgemeester heeft de discotheek in maart 2009 voor een
periode van zes maanden gesloten en de nachtontheffing voor onbepaalde
tijd ingetrokken. Deze ontheffing was op grond van de Algemene
Plaatselijke Verordening van Rotterdam verleend en maakte het mogelijk
om in de nachtperiode toch geopend te zijn. In dit geval ging het om de
periode van 3.00 uur tot 9.00 uur. De burgemeester heeft de nachtelijke
ontheffing ingetrokken, omdat in de nacht van 15 maart 2009 zich een
zeer ernstig geweldsincident in Le Bateau had voorgedaan. Dit incident
stond volgens de burgemeester niet op zichzelf; in de voorgaande jaren
hebben binnen de discotheek en in de directe omgeving ervan veel
geweldsincidenten plaatsgevonden. De eigenares van de discotheek kwam
tegen de permanente intrekking van de nachtontheffing eerder in beroep
bij de rechtbank in Rotterdam. De rechtbank heeft in oktober 2009 het
eerdere beroep van de vrouw gedeeltelijk gegrond verklaard. Naar haar
oordeel had de burgemeester kunnen volstaan met een intrekking van de
nachtontheffing voor de duur van zes maanden. De rechtbank vond de
permanente intrekking van de nachtontheffing niet evenredig. De
burgemeester is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij
vindt het aantal geweldsincidenten dat heeft plaatsgevonden erg hoog.
Ook waren de incidenten volgens hem ernstig. De incidenten vinden
vooral 's nachts plaats en zetten de openbare orde volgens hem
voortdurend onder druk. Hij vindt het intrekken van de nachtontheffing
noodzakelijk, omdat onvoldoende vertrouwen bestaat in de wijze van
exploitatie van de discotheek in de nachtelijke uren. De Raad van State
heeft de zaak op 17 mei jl. op zitting behandeld.
8. 200909255/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
inhoudsindicatie:
(Geen strengere geluidsnormen voor jongerencentrum in Son en Breugel)
Uitspraak over het besluit van het college van burgemeester en
wethouders van Son en Breugel om geen maatwerkvoorschriften te stellen
voor jongerencentrum de Oase. Een aantal omwonenden had de gemeente
verzocht om maatregelen te nemen om de geluidsoverlast die zij
ondervinden, tegen te gaan. Volgens de omwonenden heeft het
gemeentebestuur onvoldoende gemotiveerd waarom het niet heeft besloten
om maatregelen op te leggen, zoals het bijstellen van de begrenzer op
het geluidssysteem van de Oase, het verbeteren van de geluidsisolatie
van het pand en het plaatsen van een geluidswal rondom het terrein van
het jongerencentrum. Het gemeentebestuur is van mening dat het
jongerencentrum voldoet aan de geluidsnormen die zijn opgenomen in het
zogenoemde Activiteitenbesluit. Volgens het gemeentebestuur is er
sprake van een lichte overschrijding van de geluidsnorm, maar die zou
zo gering zijn dat er geen aanleiding bestaat om strengere normen op te
leggen. De omwonenden kunnen zich niet vinden in het besluit van het
gemeentebestuur en zijn in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State heeft de
zaak op 21 mei jl. op zitting behandeld.
9. 201002484/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 23 juni 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Kapvergunningen
inhoudsindicatie:
(Kapvergunning voor bomen rondom Vliegermonument in Utrecht)
Uitspraak over de vergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Utrecht heeft verleend voor het vellen van vier
populieren rondom het Vliegermonument aan de C. van Maasdijkstraat in
Utrecht. De gemeente wil deze populieren kappen, omdat de opdrukkende
boomwortels het metselwerk van het monument aantasten. Het monument
verkeert daardoor volgens de gemeente in een slechte staat. Het
gemeentebestuur acht renovatie noodzakelijk. Het onderhoud van het
monument kan volgens het gemeentebestuur alleen op duurzame wijze
plaatsvinden als de vier bomen worden gekapt. Een omwonende is het niet
eens met de kapvergunning. Volgens hem is met het kappen van de bomen
de verzakking niet weggenomen. De bomen hebben volgens hem bijzondere
waarden die onvoldoende door het gemeentebestuur zijn meegewogen. De
rechtbank in Utrecht heeft in februari jl. een eerder beroep van de man
ongegrond verklaard. Tegen de uitspraak van de rechtbank is hij in
hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. De Raad van State heeft de zaak op 21 mei jl. op zitting
behandeld.
pagina: 1