vragen van het lid Irrgang over Duitse huurlingen in Somalië
Kamerbrief inzake vragen van het lid Irrgang over Duitse huurlingen in
Somalië
Kamerbrief | 21 juni 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Irrgang over Duitse huurlingen in Somalië. Deze
vragen werden ingezonden op 2 juni 2010 met kenmerk 2010Z09049.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Irrgang (SP) over Duitse huurlingen in Somalië.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht "Duitse huurlingen naar Somalië?"1)
Antwoord
Ik heb kennis genomen van het bericht.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dan wel ontkrachten dat het Duitse bedrijf Asgaard
German Security Group een contract met een looptijd van vijf jaar heeft
gesloten met de Somalische krijgsheer Galadid Abdinur Ahmad Darman?
Antwoord
Nee. Ik heb dit alleen uit de media vernomen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het contract van Asgaard German Security Group
met de Somalische krijgsheer Galadid Abdinur Ahmad Darman de
burgeroorlog in Somalië verder verergert en niet bevorderlijk is voor
de strijd tegen de piraterij?
Antwoord
De inhoud van een dergelijk contract is mij niet bekend. In algemene
zin zou ik het onwenselijk vinden als een buitenlands bedrijf zich op
dergelijke wijze en in strijd met de internationale regelgeving zou
mengen in de situatie in Somalië.
Vraag 4
Kunt u aangeven of de Duitse minister van Buitenlandse Zaken inmiddels
wel op de hoogte is van het contract? Zo nee, hoe verklaart hij dit?
Vraag 5
Bent u bereid er bij uw Duitse collega op aan te dringen deze
huurlingen aan te pakken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u tevens
aangeven welke mogelijkheden de Duitse regering heeft om op te treden
tegen dit soort huurlingen?
Antwoord
Zoals blijkt uit de schriftelijke antwoorden van de Duitse regering op
vragen van leden van het Duitse parlement, heeft de Duitse regering
contact gehad met de Asgaard German Security Group. De parlementsleden
zijn geïnformeerd dat de firma Asgaard de Duitse en Europese
wetsvoorschriften in acht moet nemen. Dit geldt ook voor voorschriften
voortvloeiend uit het wapenembargo tegen Somalië, in het bijzonder
zoals vastgelegd in VN-resoluties 733 (1992), 1425 (2002) en 1772
(2007). De Duitse regering verwijst naar EG-verordening 147/2003.
Hierin is een verbod ingesteld op het financieren of financieel
steunen, het verstrekken van technisch advies, steun of opleiding voor
militaire activiteiten aan personen, entiteiten of lichamen in Somalië.
Degene die in strijd handelt met dit verbod kan volgens de Duitse wet
(§34 lid 4, nr. 2 Außenwirtschaftsgesetz) worden gestraft met maximaal
vijf jaar gevangenis. De Duitse regering heeft, zoals blijkt uit haar
schriftelijke antwoorden, de firma Asgaard daarop gewezen. De Duitse
beslissing of tot vervolging wordt overgegaan, ligt in handen van de
bevoegde autoriteiten belast met strafvervolging in Duitsland.
Vraag 6
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg over de
NAVO-operatie Ocean Shield en EU-operatie Atalanta van 29 juni
aanstaande?
Antwoord
Ja.
Ministerie van Buitenlandse Zaken