Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 105 / 21 juni 2010
Huidige vaccinatie zuigelingen tegen pneumokokkeninfectie niet kosteneffectief
In Nederland blijkt de huidige pneumokokkenvaccinatie van zuigelingen niet kosteneffectief. Waar in de VS, mede dankzij indirecte positieve effecten, werd aangetoond dat de vaccinatie tegen onder andere hersenvliesontsteking kosteneffectief is, werden in Nederland juist licht negatieve indirecte effecten waargenomen. Dit schrijven onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen/Universitair Medisch Centrum Groningen en anderen in de British Medical Journal die 19 juni 2010 is verschenen.
Pneumokokken zijn bacteriën die ernstige ziekten kunnen veroorzaken, zoals hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging en longontsteking. Tevens zijn zij ook verantwoordelijk voor minder ernstige, maar veel voorkomende aandoeningen zoals middenoorontsteking. Pneumokokkenziekte komt vooral voor bij jonge kinderen en ouderen.
Advies gezondheidsraad
Sinds 2001 is er in Nederland een 'geconjungeerd' vaccin beschikbaar voor de preventie van pneumokokkenziekte bij kinderen. Dit vaccin biedt bescherming tegen zeven veel voorkomende pneumokokkentypen (7-valente vaccin), wat destijds overeenkwam met ongeveer 60-70 procent van de ernstige pneumokokkeninfecties bij jonge kinderen.
De Gezondheidsraad adviseerde in 2002 de vaccinatie echter nog niet op te nemen in het rijksvaccinatieprogramma, mede op basis van ongunstige kosteneffectiviteitsratio's (¤ 70,000/QALY; hierbij staat QALY voor quality-adjusted life year = per gewonnen levensjaar).
Indirect positief effect
Maar in de VS werd vaccinatie wel direct na de registratie in 2000 ingevoerd. Vervolgens bleek dat er niet alleen minder besmettingen en ziekte waren bij gevaccineerde kinderen, maar ook bij mensen die niet waren ingeënt, zoals de ouders en grootouders van gevaccineerde baby's. Rekeninghoudend met deze 'indirecte' positieve effecten van vaccinatie werd de kosteneffectiviteit in nieuwe berekeningen voor Nederland in 2005 geschat op minder dan ¤ 20.000/QALY.
Toename van ziekte
Mede op basis van deze gunstige kosteneffectiviteitsratio werd in Nederland in 2006 pneumokokkenvaccinatie voor zuigelingen (gebruikmakend van een 4 dosesschema) in het rijksvaccinatie programma opgenomen.
Vervolgens werden echter de gunstige indirecte positieve effecten noch in Nederland noch in Frankrijk en het Verenigd Koningrijk waargenomen, in elk geval zeker niet in de mate als in de VS.
Daarentegen werd wel een toename van ziekte, veroorzaakt door niet in het vaccin aanwezige pneumokokkentypen, waargenomen: indirecte negatieve effecten. De onderzoekers berekenden op basis van deze nieuwe gegevens een ratio van ¤ 114.000/QALY en concluderen dat vaccinatie met het 7-valente vaccin in Nederland niet (meer) kosteneffectief is.
Nieuwe vaccins
Onlangs zijn twee nieuwe pneumokokkenvaccins beschikbaar gekomen die een bredere dekking bieden dan het huidige zogeheten 7-valente vaccin. Ook blijkt dat wellicht een vaccinatieschema met drie in plaats van vier doses reeds voldoende bescherming kan bieden en prijsreducties mogelijk zijn. Op bovenstaande meest recente inzichten hebben de onderzoekers de kosteneffectiviteit van de nieuwe pneumokokkenvaccins (10-valent en 13-valent) berekend.
Acceptabel alternatief
De nieuwe meer-valente vaccins bieden meer gezondheidsvoordelen doordat ze tegen meer typen bescherming bieden, waardoor er waarschijnlijk minder ziekte zal worden veroorzaakt door pneumokkentypen die zich niet in het vaccin bevinden en er ook meer indirecte positieve effecten in ouderen te verwachten zijn. Deze effecten doen de kosteneffectiviteit dalen tot ratio's die in Nederland mogelijk acceptabel zijn,
Rijksuniversiteit Groningen