Gerechtshof 's-Gravenhage
Twee verdachten vrijsproken van schuld aan dood man door vermeend
toedienen drugs
Den Haag, 21 juni 2010 - Het gerechtshof in Den Haag heeft op 21 juni
2010 een man en een vrouw vrijgesproken van schuld aan de dood van een
21-jarige man. Het hof volgt daarmee de eerdere uitspraak van de
rechtbank in Rotterdam, waartegen het openbaar ministerie hoger beroep
had aangetekend. Het slachtoffer overleed in de nacht van 4 op 5 juni
2006 in Rotterdam. Er zou hem door verdachten drugs toegediend zijn met
een fatale afloop als gevolg.
Het openbaar ministerie stelde zich op het standpunt dat de dood van
het slachtoffer moet zijn veroorzaakt door overmatig alcohol- en
drugsgebruik, waaronder de narcosedrug GHB. Deze drug is in de woning
van de verdachten aangetroffen en zou door hen -zonder waarschuwingen-
aan het slachtoffer zijn verstrekt. Het slachtoffer is in de woning van
een van de verdachten overleden. De beide verdachten waren daarbij
aanwezig en hebben het overlijden van het slachtoffer ontdekt. In
plaats van hulp te zoeken, hebben ze het stoffelijk overschot
vervolgens op een afgezonderde plaats in Oostvoorne begraven. Dit
hielden ze ongeveer vijf maanden geheim. De verdwijning van het
slachtoffer heeft destijds veel beroering gewekt.
Het gerechtshof heeft vastgesteld dat de doodsoorzaak niet meer
vastgesteld kan worden. Evenmin is komen vast te staan dat het
slachtoffer die avond GHB heeft gebruikt. Het hof acht daarom niet
bewezen dat de verdachten aan de dood van het slachtoffer enige schuld
hebben gehad.
Het hof in Den Haag heeft de man en de vrouw wel veroordeeld voor het
verbergen van het stoffelijk overschot. Het hof heeft de man en vrouw
gevangenisstraffen opgelegd van respectievelijk 14 en 15 maanden,
waarvan een gedeelte voorwaardelijk.
Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 21 juni 2010 Naar boven