Rechtbank Arnhem
Reactie op opheffing voorlopige hechtenis 22-jarige man uit Kerkdriel
Arnhem, 18 juni 2010 - Een 22-jarige man uit Kerkdriel is vandaag
voorgeleid bij de rechter-commissaris op verdenking van
wederrechtelijke vrijheidsberoving en een poging tot het plegen van
ontuchtige handelingen met een 7-jarig meisje en het plegen ontuchtige
handelingen met een meisje van 5 jaar. De rechter-commissaris heeft de
vordering tot inbewaringstelling afgewezen. De rechtbank Arnhem vindt
het van belang uit te leggen hoe een rechter-commissaris tot haar
beslissing komt.
Binnen het Europees Recht is uitgangspunt dat een verdachte zijn
berechting in vrijheid moet kunnen afwachten. Om iemand langer vast te
kunnen houden (inbewaringstelling) moet er sprake zijn van ernstige
bezwaren en gronden. Van ernstige bezwaren is sprake als het
waarschijnlijk is dat verdachte het strafbare feit heeft begaan. Bij
twee van de drie feiten is de rechter-commissaris van oordeel dat daar
in dit geval geen sprake van was.
Daarnaast moet er sprake zijn van tenminste één grond. Voorbeelden
van âgrondenâ zijn: ernstige kans op herhaling van het plegen van
strafbare feiten, kans op vluchtgevaar en de onderzoeksgrond. Dat
kunnen redenen zijn om een verdachte langer vast te houden.
De rechter- commissaris heeft bij het feit dat betrekking heeft op
wederrechtelijke vrijheidsberoving geoordeeld dat er wel sprake is van
ernstige bezwaren. Maar de rechter-commissaris heeft geen grond kunnen
aannemen. De bewaring is om die reden niet bevolen.
Verder kan de rechtbank geen mededelingen doen over de specifieke
omstandigheden in deze zaak omdat het onderzoek zich nog in een
voorfase bevindt.
Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 18 juni 2010 Naar boven