Rijksoverheid


Datum 18 juni 2010

Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het bericht dat personeel in de zorg het werk dreigt neer te leggen (2010Z08868).

Hoogachtend,

de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink





Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten over het bericht dat personeel in de zorg het werk dreigt neer te leggen. (2010Z08868)


1
Wat is uw reactie op het bericht dat de werknemers van verpleeg-, verzorgingshuizen en de thuiszorg (VVT) overwegen het werk neer te leggen vanwege het uitblijven van een goede cao? 1)


1
CAO-onderhandelingen gaan vaak gepaard met actiedreigingen. De grenzen van acties zijn te vinden in de jurisprudentie, of ­ voor zover nodig ­ in nieuwe uitspraken van in het specifieke geval ingeschakelde rechters.


2
Erkent u dat werknemers in de zorg zelden staken, zeker in vergelijking tot andere beroepsgroepen, omdat zij loyaal zijn aan de mensen die zij verzorgen? Kunt u uw antwoord toelichten?


2
Het is een kenmerk van de arbeidsverhoudingen in Nederland dat er weinig wordt gestaakt. Dat past bij ons poldermodel.


3
Ziet u in dat de stakingsdreiging in de VVT erop duidt dat deze werknemers, die zelden het stakingsmiddel hanteren, zich zo ernstig tekort gedaan voelen dat zij geen andere uitweg meer zien? Zo nee, waarom niet? Zo ja, voelt u zich niet ongemakkelijk in uw rol van lijdzaam toeschouwer, en bent u alsnog bereid het voor deze werknemers op te nemen? 2)


3
Ik heb weinig toe te voegen aan mijn eerdere antwoord op uw vragen over deze kwestie waar u in uw voetnoot aan refereert.


4
Deelt u de observatie dat werkgevers in de zorg bij voorbaat een sterkere onderhandelingspositie hebben als gevolg van de bijzondere loyaliteit van de werknemers in deze sector? Zo nee, waarom niet? Zo ja, vindt u dit aanvaardbaar?


4
In de zorg gelden dezelfde mogelijkheden om het afsluiten van CAO's te bewerkstelligen als elders in de Nederlandse economie.


5
Wat is uw oordeel over het voorstel van de werkgevers om de arbeidsvoorwaarden in de zorg te `versoberen'? Kunt u uw antwoord toelichten?


5
Zie mijn antwoord uit uw voetnoot 2.


6
Bent u van mening dat, gelet op de voorziene personeelstekorten en het bericht dat meer dan de helft van de werknemers overweegt uit de zorg te stappen, het

u, als verantwoordelijk minister past om enkel toe te zien hoe een cao-conflict verloopt? Kunt u uw antwoord toelichten? 3)


6
U hebt ongetwijfeld ­ net als ik - ook in de Telegraaf van 22 mei 2010 de relativerende opmerkingen gelezen van de directeur van opiniepeiler Effectory die ruime ervaring heeft met tevredenheidsonderzoeken (het strookt niet met ander onderzoek, daar scoort de zorg wat betreft vertrekintenties hetzelfde als in alle andere sectoren, er is sprake van een `tricky' vraagstelling, de zorgsector scoort in tevredenheidsonderzoeken juist goed).
Overigens blijkt uit de jaarlijkse arbeidsmarktbrieven van VWS en de daarover gehouden AO's (algemene overleggen), TK-dossier 29282, dat VWS de vinger aan de pols heeft bij de arbeidsmarktproblematiek. Daarin vindt u ook cijfers die een ander, positiever licht op de problematiek laten zien dan de cijfers uit de Menzis- enquête. Die nuancering neemt overigens niet weg dat ik de cijfers uit de Menzis- enquête wel zorgwekkend vind.


7
Bent u bereid inhoudelijk te reageren op het onderzoek van zorgverzekeraar Menzis? Kunt u ook aangeven waarom de uitkomsten u zo verbaasd hebben, gezien het feit dat leden van de SP-fractie in het laatste algemeen overleg over de arbeidsmarktzorgsector juist over de arbeidsomstandigheden vragen stelden? 4)


7
Zie het antwoord op vraag 6.


8
Hoe oordeelt u over het feit dat verzorgenden regelmatig genoodzaakt zijn hun vakantie op te schuiven, als gevolg van problemen met de personeelsbezetting? Bent u van mening dat hier een wervende kracht van uit gaat voor mensen die overwegen in de zorg te gaan werken? 5)


8
Het is voor álle werkgevers ieder jaar weer een karwei om hun werknemers vakantie te laten houden op de door hen gewenste tijdstippen zonder dat er voor de productie onaanvaardbare problemen ontstaan. Dat is dus geen specifiek probleem voor de zorgwerkgevers en -werknemers.
Overigens heb ik de problematiek rond de personeelsplanning, ook in de zomerperiode behandeld in mijn laatste arbeidsmarktbrief (TK 29282, nr.91, pag.6).


9
Bent u bereid uw oproep tot loonmatiging in te trekken? Zo nee, wat is dan de betekenis van uw uitspraak dat de werkomstandigheden in de zorg zo moeten zijn dat werknemers tevreden zijn? 6)


9
Het is kabinetsbeleid om de noodzaak tot matiging van de lonen onder de aandacht van sociale partners te brengen. De omstandigheden zijn er naar. Ik draag aan dat kabinetsbeleid bij door dat beroep te doen op de sociale partners op mijn beleidsterrein. Hoe breder sociale partners aan deze oproep gehoor geven,





hoe lager de marktgemiddelde stijging zal uitvallen en hoe kleiner de onderlinge verschillen zullen uitpakken. Ik zal daarom mijn oproep niet intrekken. Het verbaast mij trouwens dat u in dit verband refereert aan mijn door u geciteerde opmerking uit het Volkskrant-artikel. Uit het artikel blijkt immers duidelijk dat deze slaat op de eerder in het artikel behandelde factoren als werkdruk en administratieve procedures. Over de lonen zeg ik juist verderop in het artikel: "De lonen volgen de ontwikkeling in de marktsector en zijn marktconform.


1) de Volkskrant, 21 mei 2010: "Actie in zorg is nog maar het begin"
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009-2010, nr. 2249
3) Menzis, Nationale Enquête Werken in de Zorg, mei 2010
4) Kamerstuk 29 282, nr. 99

5) TVVonline, 25 mei 2010: "Eenderde verzorgenden moet schuiven met vakantie" http://www.tvvonline.nl/nieuws/id1838-
Eenderde_verzorgenden_moet_schuiven_met_vakantie.html
6) de Volkskrant, 18 mei 2010: "Grote leegloop dreigt in de zorg"