Rijksoverheid


Datum 18 juni 2010

Betreft Wubhv

Geachte voorzitter,

In uw brief van 3 juni 2010 geeft u aan dat het u bevreemdt dat de patiënt in voorkomend geval zijn bezwaar tegen inzage van zijn medisch dossier moet melden bij de IGZ. U bent van mening dat de patiënt een dergelijke melding dient te doen bij de dossierhouder ­ dat wil zeggen de behandelend arts ­ en niet bij de IGZ.

In reactie hierop kan ik u het volgende melden.
De IGZ beschikt over de bevoegdheid om het medisch dossier van een patiënt in te zien. In die gevallen gaat het de IGZ om de feiten over het handelen van de beroepsbeoefenaar, de ondertoezichtgestelde.
Het ligt niet voor de hand om de ondertoezichtgestelde een rol te geven bij de procedure waarbij wordt besloten op verzoek van de patiënt of een toezichthouder het dossier zal inzien. De ondertoezichtgestelde gaat er niet over en kan er in bepaalde gevallen belang bij hebben dat de IGZ een bepaald dossier niet inziet.

Door de patiënt het verzoek te laten doen bij de IGZ wordt de actor aangesproken die ook kan besluiten over het al dan niet inzien van een dossier en wordt de procedure hierbij zuiver gehouden.

Ik vertrouw erop u hiermee afdoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink