Rijksoverheid
Melden van jeugdigen aan de verwijsindex risicojongeren door artsen
Geachte voorzitter,
De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst
(KNMG) heeft 22 december 2009 een brief aan uw Kamer verzonden over haar
advies aan artsen met betrekking tot het doen van meldingen aan de verwijsindex
risicojongeren (Kamerstukken I 2009/10, 31 855, nr. F). Hierin beschreef de
KNMG ondermeer haar houding ten opzichte van het melden door artsen aan de
verwijsindex risicojongeren en haar visie op de invulling van het meldrecht. Deze
brief is ter sprake geweest in het debat over het wetsvoorstel met betrekking tot
de verwijsindex risicojongeren (Handelingen I 2009/10, nr. 16, pp. 612-627 en
643-665). Naar aanleiding van het debat ben ik met de KNMG in gesprek gegaan
over de inhoud van de brief. In dit gesprek is behalve de inhoud van de brief de
verplichte verwijdering van een onterechte melding uit de verwijsindex aan de
orde geweest. Hieronder volgen de conclusies van dit vruchtbare en verhelderende
gesprek.
Melden aan de verwijsindex betekent voor artsen dat zij inlichtingen over een
patiënt verstrekken. De Wet verwijsindex risicojongeren (Staatsblad 2010, 89)
biedt artsen en andere meldingsbevoegden die gebonden zijn aan een
beroepsgeheim de ruimte jeugdigen aan de verwijsindex te melden met
doorbreking van het beroepsgeheim. Met de KNMG onderschrijf ik dat het melden
aan de verwijsindex op een weloverwogen en zorgvuldige wijze dient te
geschieden. Tegenover de doorbreking van het beroepsgeheim moet de
toestemming van de jeugdige (of van diens vertegenwoordigers), een conflict van
plichten òf een zwaarwegend belang staan. Het belang van het kind is hierbij de
eerste afweging. Deze principiële benadering wordt ondersteund door uitspraken
van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM, uitspraak van 15
januari 2003, 33218/96, E. and others v. UK) en het Europees Comité voor
Sociale Rechten (ECSR, uitspraak van 20 oktober 2009, 47/2008, DCI v. The
Netherlands).
Artsen dienen zich uitdrukkelijk niet terughoudend op te stellen met betrekking tot
het melden aan de verwijsindex. Maar met de KNMG benadruk ik de noodzaak van
een weloverwogen en zorgvuldige belangenafweging. De beslissing van een
meldingsbevoegde om een jeugdige wel of niet te melden aan de verwijsindex is
gebaseerd op deze afweging. Pagina 1 van 2
Ons kenmerk
In het kader van het melden van kindermishandeling erkende de KNMG overigens DJenG/SenS-3001144
al eerder de zorgplicht voor kinderen die op artsen rust door in haar Meldcode
Kindermishandeling het accent te verleggen van `zwijgen, tenzij' naar `spreken,
tenzij'. Deze grondhouding handhaaft de KNMG ten aanzien van het melden aan
de verwijsindex. Het standpunt van de KNMG is dat artsen bij een vermoeden van
kindermishandeling ook zonder toestemming een jeugdige mogen melden aan de
verwijsindex om bij andere professionals hun vermoeden te kunnen toetsen of om
onderling hulpverlening af te stemmen.
In de Wet verwijsindex risicojongeren is een kader voor het melden aan de
verwijsindex opgenomen. Dit kader somt limitatief een aantal risico's op, op basis
waarvan een meldingsbevoegde een jeugdige kan melden. Recentelijk heb ik een
aangescherpte handreiking voor het melden aan professionals beschikbaar gesteld
(Kamerstukken II 2009/10, 31 855, nr. 57). In deze handreiking wordt, aan de
hand van een vijftal leefgebieden, professionals een aantal handvatten geboden
bij het maken van de afweging een jeugdige al dan niet aan de verwijsindex te
melden. Hoewel artsen primair risico's zullen signaleren in het leefgebied
"Gezondheid", stelt de KNMG dat artsen in voorkomende gevallen ook bij
problemen uit andere leefgebieden een jeugdige aan de verwijsindex kunnen
melden. Een arts betrekt bij zijn risicotaxatie ook de psycho-sociale context van
het kind.
Ook is in de wet expliciet de verplichting opgenomen een melding uit de
verwijsindex te verwijderen als deze onterecht gedaan is, of als het gesignaleerde
risico niet meer aanwezig is. Op het moment dat een meldingsbevoegde
constateert dat het eerder gesignaleerde risico niet meer aanwezig is, of in het
geheel niet aanwezig is geweest, is hij gehouden de melding uit de verwijsindex te
verwijderen. Voor het verwijderen van een melding geldt net als voor het doen
van een melding dat daaraan een zorgvuldige risicotaxatie ten grondslag moet
liggen.
Mijn gesprek met de KNMG heeft derhalve wederzijdse vragen beantwoord en
nuances scherp gekregen, zodat wij gezamenlijk het bovenomschreven standpunt
kunnen innemen. De KNMG is voornemens haar standpunt toe te lichten op haar
website en in een artikel in Medisch Contact.
Hoogachtend,
de Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet