Rijksoverheid
Vragen van het lid van Leeuwen (SP) over het voornemen van de referentie
provincie Noord-Brabant de subsidie aan Cubiss te beëindigen
Hierbij treft u de antwoorden aan op vragen van het lid van Leeuwen (SP) over
het voornemen van de provincie Noord-Brabant de subsidiëring van Cubiss, de
provinciale serviceorganisatie voor het bibliotheekwerk, te beëindigen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
1
Bent u op de hoogte van het feit dat de provincie Brabant voornemens is de
Onze referentie
subsidie aan Cubiss, de provinciale service organisatie, per 2015 stop te zetten? 217597
Antwoord
Ja.
2
Deelt u de mening dat indien de subsidie wordt gestopt, het stelsel van openbare
bibliotheken als geheel in gevaar komt omdat het Nederlandse openbare
bibliotheekwerk gefinancierd wordt door de drie overheidslagen, gemeenten,
provincies en Rijk? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
In het Nederlandse bibliotheekstelsel werken de verschillende bestuurlijke niveaus
(lokaal, provinciaal, landelijk) in een netwerk met elkaar samen. Deze structuur
heeft zijn basis in de bibliotheekbepalingen van de Wet op het specifiek
cultuurbeleid. Ook het Bibliotheekcharter 2010-2012 volgt dit principe. Indien
lacunes ontstaan in - een deel van het netwerk, dan heeft dit consequenties
voor het stelsel als geheel.
3
Hoe verhoudt zich het eventuele stopzetten van provinciale subsidie tot de door u
gedane uitlating; "de provinciale laag is natuurlijk geen op zichzelf staande laag,
maar hoort complementair te zijn aan wat er lokaal gebeurt"1
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 5.
4
Op welke wijze gaat er naar uw mening in de toekomst uitvoering gegeven
worden aan de Wet op het Specifiek Cultuurbeleid, waarin is vastgelegd dat
provincies de verantwoordelijkheid dragen voor de netwerktaken in het
bibliotheekstelsel?
Antwoord
De huidige bibliotheekbepalingen in de Wet op het specifiek cultuurbeleid (de
artikelen 11a en 11b) dateren van begin jaren '90. Sindsdien is de
maatschappelijke en technologische context van het bibliotheekwerk ingrijpend
gewijzigd. De drie overheden betrokken bij het bibliotheekbeleid hebben tegen
deze achtergronden op 17 december 2009 een Bibliotheekcharter ondertekend.
Het Bibliotheekcharter geeft een actuele invulling van de taken genoemd in de
Wet op het specifiek cultuurbeleid. Belangrijke onderwerpen daarbij zijn: de
opbouw, verantwoordelijkheidsverdeling en implementatie van de digitale
1 Algemeen overleg bibliotheekvernieuwing, 17 maart 2010
bibliotheek, het collectiebeleid (de Collectie NL) en certificering van
bibliotheekorganisaties. Het charter heeft de periode 2010-2012 als looptijd. De
Onze referentie
drie overheden hebben afgesproken de uitvoering van de afspraken in het charter 217597
te monitoren en de resultaten halverwege het jaar 2011 te evalueren. Langs deze
weg geven Rijk, provincies en gemeenten uitvoering aan de taken genoemd in de
Wet op het specifiek cultuurbeleid.
5
Deelt u de mening dat indien de provincie Noord-Brabant besluit de subsidie aan
Cubiss stop te zetten, de provincie zich onttrekt aan haar wettelijke verplichting?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De Wet op het specifiek cultuurbeleid gaat uit van een verdeling van
verantwoordelijkheden tussen de drie overheden. Gezien de decentrale structuur
van het bibliotheekbeleid hebben de overheden een aanzienlijke mate van vrijheid
in de wijze waarop zij aan deze verantwoordelijkheid invulling geven. Het geheel
beëindigen van de provinciale taken acht ik echter strijdig met de strekking van
de eerder genoemde artikelen van de wet en strijdig met inhoud van recente
afspraken tussen de overheden, zoals neergelegd in het Bibliotheekcharter.
6
Deelt u de mening dat het eventuele wegvallen van voorzieningen de ontwikkeling
van de digitale bibliotheek blokkeert?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 7.
7
Is het waar dat bij het wegvallen van voorzieningen, zoals de digitale bibliotheek
en het schoolmediatheekwerk, het voor de provincie Noord-Brabant betekent dat
Brabantse bibliotheken de aansluiting op het landelijk netwerk, de voorzieningen
daarin en de landelijke innovatiegelden gaan missen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Voor de opbouw van de landelijke digitale bibliotheek is het noodzakelijk dat alle
betrokken partijen hun aandeel leveren. De taakverdeling tussen de partijen is
beschreven in het Bibliotheekcharter. Voor het provinciale niveau betreft dit het
verlenen van ICT-diensten en het ondersteunen van de implementatie van de
digitale bibliotheek bij lokale bibliotheekorganisaties. Indien de provinciale ICT-
diensten in Noord-Brabant zouden wegvallen, bemoeilijkt dit in sterke mate de
opbouw van de landelijke digitale bibliotheek en de aansluiting van de Brabantse
bibliotheken daarop. Ik heb in het kader van het innovatieprogramma 2010 een
bedrag van 2 mln. gereserveerd voor de lokale en provinciale implementatie
van de digitale bibliotheek. Een eventueel besluit van de provincie Noord-Brabant
tot beëindiging van de subsidiëring van Cubiss kan aanleiding zijn mijn
voorgenomen bijdrage voor de provinciale implementatie in Noord-Brabant te
heroverwegen. In dit verband is het volgende relevant. Op 11 juni 2010 hebben
provinciale staten van Noord-Brabant besloten over het pakket aan
bezuinigingsvoorstellen, waar ook het voorstel ten aanzien van Cubiss deel van
uitmaakt. Bij die gelegenheid is een amendement aangenomen met als strekking
Onze referentie
dat de subsidiekorting op Cubiss voorlopig in ieder geval 15% - en dus geen 217597
100% - bedraagt. Tevens zal het college van gedeputeerde staten op basis van
dit amendement een plan opstellen over de wijze waarop de maatschappelijke
effecten van de netwerktaken van Cubiss gegarandeerd kunnen blijven.
8
Op welke wijze gaat u bevorderen dat provincies en gemeenten de Wet op
specifiek cultuurbeleid ook in de toekomst blijven uitvoeren? Wat zijn de sancties
wanneer gemeenten en/of provincies zich niet houden aan de Wet op specifiek
cultuurbeleid?
Antwoord
De Wet op het specifiek cultuurbeleid kent geen sancties voor de situatie waarin
in afwijking van of in strijd met de bepalingen met deze wet wordt gehandeld.
Wel hebben de drie overheden zeer recent nog in het Bibliotheekcharter een
aantal afspraken gemaakt over gezamenlijke doelen in het bibliotheekbeleid en de
rolverdeling daarbij. De evaluatiebepaling in het charter geeft de mogelijkheid
partijen aan te spreken op het niet nakomen van deze afspraken. Ik vertrouw er
op dat de overheden deze afspraken zullen uitvoeren. Daarnaast voer ik periodiek
bestuurlijk overleg met de andere overheden over het cultuurdomein. Indien daar
aanleiding toe is, kan dit onderwerp voor een bestuurlijk overleg worden
geagendeerd.
9
Bent u bereid zo spoedig mogelijk te komen met een bibliotheekwet, waarin de
zorgplicht van de overheid voor het openbare bibliotheekwerk wettelijk wordt
verankerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
In het Bibliotheekcharter is afgesproken dat gedurende de looptijd van het charter
een aanpassing van de Wet op het specifiek cultuurbeleid zal worden voorbereid.
Daarin worden onder meer de functies van het bibliotheeknetwerk en het
leenverkeer opnieuw gedefinieerd. Planning is dat deze aanpassingen in werking
treden na afloop van het charter, dat wil zeggen per 1 januari 2013. De inhoud
van het wetsvoorstel is uiteraard onderwerp van overleg met het parlement.