Gerechtshof Arnhem
Uitspraak gerechtshof Arnhem in twee zaken met betrekking tot het niet
naleven van het rookverbod
Vandaag heeft de meervoudige economische strafkamer van het gerechtshof
Arnhem twee horecaondernemers zonder personeel, van café De Kachel te
Groningen en café biljart 'Victoria' te Breda, veroordeeld tot een
geldboete van ⬠1.200,= voor het niet naleven van het rookverbod.
De horecaondernemers werden eerder door gerechtshoven in
respectievelijk Leeuwarden en Den Bosch vrijgesproken van het
overtreden van het rookverbod. De tabakswet bood volgens de
gerechtshoven onvoldoende ruimte voor een rookverbod voor cafés zonder
personeel.
Hoge Raad
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 23 februari 2010 de arresten van
de gerechtshoven te Leeuwarden en Den Bosch vernietigd en de zaak naar
het gerechtshof te Arnhem verwezen. Naar het oordeel van de Hoge Raad
biedt artikel 11a Tabakswet een toereikende wettelijke grondslag voor
de in artikel 3 Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere
ruimten neergelegde verplichting tot het instellen, aanduiden en
handhaven van een rookverbod.
Bij het gerechtshof Arnhem
Op 4 juni 2010 heeft het gerechtshof te Arnhem de zaken in hoger beroep
inhoudelijk behandeld en op 17 juni 2010 uitspraak gedaan.
Aan de twee verdachten is -kort weergegeven- tenlastegelegd dat zij in
het voor het publiek toegankelijke deel van hun café geen rookverbod
hadden ingesteld, aangeduid en gehandhaafd. In hoger beroep heeft de
advocaat-generaal gevorderd dat beide verdachten worden veroordeeld tot
een geldboete van ⬠1.200,- en een voorwaardelijke stillegging van de
onderneming voor de duur van één maand met een proeftijd van één
jaar.
Het hof heeft de door de verdediging gevoerde verweren, te weten dat
het rookverbod in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij
het EVRM dat het ongestoorde genot van eigendom beschermt, dat het
rookverbod is in strijd met het gelijkheidsbeginsel en dat het
rookverbod in strijd is met het EG-recht (vrij verkeer van goederen en
diensten), verworpen.
Het hof heeft daarbij onder meer overwogen dat het aan de wetgever is
om eventueel te bezien of een heroverweging van de regeling(en) met
betrekking tot het rookverbod noodzakelijk is. Verder is het beroep op
overmacht verworpen. Voor de uitgebreide motivering wordt verwezen naar
de op rechtspraak.nl gepubliceerde arresten.
Bij de straftoemeting is rekening gehouden met het feit dat verdachten
ondanks eerdere bestuurlijke boetes, welbewust het rookverbod hebben
overtreden. Het hof vindt geen gronden aanwezig voor de bepaling dat
geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Gelet op het principiële karakter van de onderhavige strafzaak ziet
het hof aanleiding om thans af te zien van het opleggen van een al dan
niet voorwaardelijke stillegging van de onderneming van verdachte.
LJ Nummers
BM8103
BM8105
Zie het origineel
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 17 juni 2010 Naar boven