Delegatie van Provinciale en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland spreekt
met Kamerleden over toekomst middenbestuur
17 juni 2010
Leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten van de provincie
Noord-Holland bezoeken vandaag de Eerste Kamer. Vanmorgen werden zij
ontvangen door Kamervoorzitter P.R.H.M. (René) van der Linden en Leden
van verschillende Kamerfracties. Zij bespreken met de Noord-Hollandse
statenleden en gedeputeerden de regionale ontwikkelingen in samenhang
met landelijk en Europees beleid. Centraal staan de toekomst van het
middenbestuur en de samenwerking tussen Europese havens, waaronder die
van Amsterdam en Rotterdam.
Noord-Holland is de tiende provincie die wordt ontvangen in de Eerste
Kamer in de tweede reeks van provinciebezoeken. Op initiatief van de
Eerste Kamer worden alle provincies uitgenodigd om met de senaat te
debatteren over actuele onderwerpen. De Eerste Kamer wil met deze
ontvangsten haar inzicht in de regionale vraagstukken vergroten en de
banden met de provincies versterken.
Europese context
In zijn welkomstwoord benadrukte Kamervoorzitter Van der Linden het
belang van een open en rechtstreekse uitwisseling tussen de provinciale
volksvertegenwoordigingen en de Leden van de senaat. `Met name leden
van Provinciale Staten kunnen zichtbaar maken dat politiek dicht bij
mensen staat. Uw zorg is een goede relatie tussen burgers en het
provinciale bestuursorgaan dat hen vertegenwoordigt. Indirect draagt
dit ook bij aan de politieke legitimiteit van de Eerste Kamer', aldus
Van der Linden.
Hij voorziet dat zowel de regionale vraagstukken als het nationaal
beleid in de komende jaren steeds meer in een Europese context komen te
staan. `De oplossing die we moeten zoeken voor tal van uitdagingen,
zoals de ontwikkeling van de zeehavens, is in hoge mate afhankelijk van
internationale afspraken en nauwe samenwerking in Europees verband',
aldus Van der Linden.
Toekomst middenbestuur
Statenlid Harmen Binnema van GroenLinks hield in de plenaire zaal van
de Eerste Kamer een inleiding over de ontwikkeling van het
middenbestuur, waarin de provincies vanouds een sleutelrol vervullen.
Binnema constateert dat in de lopende discussies over vernieuwing van
het bestuurlijk bestel in Nederland de provincie weinig vrienden lijkt
te hebben. `Nut en de noodzaak van deze bestuurslaag wordt door velen
betwijfeld. Dat is zorgelijk, want een krachtig regionaal bestuur
blijft noodzakelijk. Op tal van terreinen vervult de provincie
doorslaggevende rol bij het doorbreken van ruimtelijke patstellingen.
Het zijn vaak de middenvelders die de wedstrijd beslissen'.
Eerste Kamerlid Joyce Sylvester (PvdA) legde in haar presentatie over
de ontwikkeling van het middenbestuur een verband tussen de
samenvoeging van gemeenten en de noodzakelijke schaalvergroting van
provincies. Als voorbeeld noemde zij de samenwerking tussen Amsterdam
en Almere, die een gezamenlijke toekomst zoeken als dubbelstad. `Deze
steden liggen echter in twee verschillende provincies. Daardoor
ontbreekt het aan integrale sturing en begeleiding van deze
ontwikkeling', aldus Sylvester. Volgens haar is schaalvergroting
onontkoombaar, juist ook in het belang van gemeenten. `De
maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste decennia maken dat de
inrichting van het openbaar bestuur niet kan blijven zoals die is'.
Eerste Kamer der Staten Generaal