De Nederlandse Bank
Speech directeur Hoogduin 'SEPA-bal moet nationaal gaan rollen'
Speech
Datum 16 juni 2010
Tijd 09:30 uur
Lokatie Congres Toekomst van het betalingsverkeer, Amsterdam
Spreker Prof. dr. L.H. Hoogduin
Prettig dat ik op dit congres mag aftrappen. Voetbal is hot deze dagen.
In de media, op het werk, onderweg en thuis. In Nederland en in veel
andere landen. Iedereen heeft er ook verstand van. Zeker in Nederland.
En iedereen is deskundig. Al zijn er wel uitblinkers, wier
voetbalwijsheden zelfs tot literatuur zijn verheven. 'Als wij de bal
hebben kunnen zij niet scoren.' Of: 'Voetbal is simpel. Maar het
moeilijkste wat er is, is simpel voetballen.' En deze: 'Je gaat het pas
zien als je het door hebt' En wat dacht u van deze? 'Als ik zou willen
dat je het begreep, zou ik het wel beter uitleggen.' U weet wel wie ik
bedoel....
Voetbal is hot, betalingsverkeer meestal not. Als het al wel zo is, is
het negatief. Het is een dissatisfier. De geldautomaat is leeg. Het
internetbankieren ligt eruit. Of er zijn veiligheidsincidenten. Zaken
die gelukkig relatief weinig voorkomen, maar die de dagelijkse routine
van alle betrokkenen aardig dwarsbomen. Betalingsverkeer is een
dissatisfier.
Die beperkte aandacht is dus ook wel goed zo. Betekent dat het meestal
goed gaat. Bovendien zijn er zaken in het betalingsverkeer die zeker in
Nederland niet zo gemakkelijk uit te leggen zijn, ook als je wil dat
men het wél begrijpt. Betalen is simpel, maar het is moeilijk om het
simpel te regelen. Neem nu SEPA. De Europese betaalmarkt. De toekomst
van ons betalingsverkeer.
Sommigen van u zullen wel eens hebben geprobeerd SEPA uit te leggen.
Dat valt niet mee. Je hebt de neiging de korte termijn voordelen te
benadrukken. Dat betalen naar en ontvangen uit het buitenland
gemakkelijker wordt. Maar dan sta je eigenlijk al op het verkeerde
been. We doen bijna 99% van onze betalingen in eigen land. Dus verwacht
niet teveel applaus. Hoe leg je begrijpelijk uit dat om een Europese
betaalmarkt te creëren juíst de nationale betalingen op Europese leest
moeten worden geschoeid? In Nederland, maar ook in Duitsland, België en
in al die andere eurolanden. Net als de euromunten en - bankbiljetten
op Europese leest geschoeid zijn. Dát is integratie. De voordelen in
het binnenlandse verkeer komen echter pas op lange termijn.
De Europese Commissie heeft laten becijferen dat de kostenbesparingen
voor de hele Europese markt zouden kunnen oplopen tot 123 miljard euro
over een periode van zes jaar. Die ontstaan door schaalvergroting en
verhoogde concurrentie in een open en transparante markt.
Gemeenschappelijke standaarden in een Europees 'level playing payments
field' vormen bovendien een goede voedingsbodem voor verdere
efficiency bevorderende innovaties.
Ofschoon SEPA dus vooral nationale migratie is, is het teveel nog een
Europees onderwerp. De basisgedachte is natuurlijk ook afkomstig van de
Europese beleidsmakers. Daar hoor ik zelf ook toe. De geïntegreerde
betaalmarkt is onontbeerlijk om de Interne Markt in de EU te voltooien.
De Europese Commissie, het Europese Parlement, de Europese Centrale
Bank en de aangesloten centrale banken zijn groot voorstander van SEPA.
We zijn dan ook zeer betrokken. De sprekers na mij, van de ECB en de
Europese Commissie zullen dit commitment ongetwijfeld bevestigen.
Maar we hebben nog een lange weg te gaan. Ik wil vanochtend mijn visie
geven op hoe we sneller en efficiënter de lange termijn vruchten van
SEPA kunnen gaan plukken. Daartoe is het vaststellen van een einddatum
een absolute voorwaarde. En wel graag één énkele einddatum voor
overschrijvingen en incasso's, Europees breed. Zeker zo belangrijk is
dat - nu dit jaar het productenpakket met de SEPA-incasso compleet is -
de marktpartijen vaart maken met de overgang naar Europees
betalingsverkeer. Doe je dat niet dan dreigt later een tijdsklem die
efficiënte overgang in de weg staat. Ik licht dit toe aan de hand van
de Nederlandse situatie. Laten we die eerst nader bekijken.
Hoe ver zijn we met de SEPA-migratie in Nederland?
Probleem voor Nederland is dat er nationaal weinig reden tot
verandering is. Het economische klimaat in Europa werkt ook niet mee om
extra investeringen te gaan doen. Daarom ben ik erg blij met de
gedrevenheid waarmee de Nederlandse banken in de Stuurgroep SEPA en in
overleg met stakeholders in de Afstemgroep SEPA Nederland alles in het
werk stellen om die overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen
zonder verlies van efficiëntie en allerlei nationale verworvenheden. Er
is de laatste jaren veel gedaan. Banken hebben veel werk verzet in hun
back office, hebben dit jaar de basisinfrastructuur gereed en hebben in
reactie op de knelpunten uit het maatschappelijke overleg goede
oplossingen aangedragen. Zo gaat de overstapservice mee in SEPA en
hoeven voor overgang van Nederlandse naar Europese incasso's geen
nieuwe machtigingen te worden afgegeven. Dat is zeer nuttig. Het
voorkomt ook verrassingen waar andere landen zonder uitgebreid overleg
mogelijk nog wel tegen aan gaan lopen. Ik ben ook blij met het
constructief meedenken van de gebruikers in die SEPA-Afstemgroep. Er is
eigenlijk wel een aardig samenspel op het nationale speelveld, maar het
SEPA-balletje rolt er nog amper.
Het feitelijke SEPA-betalingsverkeer is nu vooral grensoverschrijdend.
Overigens op zich wel praktisch. Met SEPA Credit Transfers kun je
leveranciers betalen bij 4.500 banken in Europa. In het eerste kwartaal
van dit jaar registreerden we in Nederland twee miljoen
SEPA-overschrijvingen, waarvan 99 % grensoverschrijdend. Het aantal
binnenlandse overboekingen was rond de 240.000. Dat is ongeveer 0,08%
van het totale binnenlandse aantal. Drukken we het aantal
SEPA-overschrijvingen uit als percentage van het totaal aantal
euro-overschrijvingen van Nederlanders, krijgen we een migratieratio
van 0,7% Geen cijfers waar je kampioen mee wordt. De Europese ratio is
ook nog te laag, maar wel tien keer zo hoog.
Per 1 juli komt de Europese Incasso, de SEPA Direct Debit, naast de
Nederlandse Incasso op de markt. Die kun je gebruiken om bij debiteuren
bij meer dan 2.700 banken in SEPA geld te innen. Ook praktisch, maar de
overgang naar de Europese incasso is helemaal een nationaal gebeuren.
Grensoverschrijdend machtigen was tot nu niet mogelijk
Nederland heeft in 2002 als eerste de uitfasering van de gulden en de
invoering van de eurobiljetten en - munten afgerond. We waren Europees
kampioen. Om dat met de uitfasering van de Nederlandse betaalproducten
ook te worden, moet er nog veel gebeuren.
Is Nederland zich al voldoende bewust van SEPA?
Veel bedrijven zich nog onvoldoende bewust van SEPA. Dat blijkt uit een
enquête die DNB onder bedrijven en overheidsinstellingen heeft gehouden
om inzicht te krijgen in het SEPA-bewustzijn en in de stadia van
voorbereiding.
Het algemene beeld van deze SEPA-monitor is dat overheden en grote
bedrijven bekend zijn met SEPA en bezig zijn met de voorbereidingen op
de migratie naar Europese betaalmiddelen. In het midden- en
kleinbedrijf blijkt het SEPA-bewustzijn nog laag. Maar 19% van de
ondernemingen is bekend met de te realiseren eenwording van de Europese
betaalmarkt. Nog geen 10% bereidt zich al voor. Grote bedrijven geven
aan niet voorop te willen lopen. Zij gaan liever over als heel Europa
klaar is en de kinderziektes er uit zijn, is de gedachte. Goed nieuws
mag zijn dat de houding tegenover SEPA neutraal tot gematigd positief
is. Verder is vooral in het MKB, maar ook onder grote bedrijven en
overheden behoefte aan zowel concrete als algemene informatie. Het
feitelijke gebruik van de respondenten - het mag geen verrassing zijn -
is erg laag.
De SEPA-monitor, die we tweemaal per jaar uitvoeren, inventariseert ook
de voortgang die leveranciers van betaal- en boekhoudpakketten maken
met het aanpassen van hun software aan de Europese standaarden. Uit de
eerste meting bleek dat ongeveer de helft nog druk bezig is met
aanpassen en dat een kwart van de ondervraagden softwarepakketten op de
markt heeft gezet die betalen met SEPA credit transfers ondersteunen.
Lange duale periode tast efficiëntie aan
Een tijd lang zijn Europese en Nederlandse betaalmiddelen naast elkaar
op de markt. In deze duale periode- waar we dus nu al in zitten -
bepalen consumenten en bedrijven welke ze gebruiken. Net als met de
Nederlandse zijn ook met de Europese betaalmiddelen alle rekeningen
bereikbaar. Anders gezegd, om een SEPA-betaling te doen is het niet
nodig dat betaler en ontvanger beide `SEPA-proof' zijn. Alle banken
kunnen inkomende SEPA-overschrijvingen verwerken. Vanaf 1 juli kunnen
ze dat ook met inkomende SEPA-incasso-opdrachten. Ook als de houders
van de tegenrekeningen zelf niet over zijn. Maar dat betekent niet dat
die niets meer hoeven te doen.
Het SEPA-balletje gaat in het binnenlandse verkeer wat sneller rollen
doordat bijvoorbeeld overheidsinstellingen betalingen doen via
SEPA-overschrijvingen. De overheid neemt gelukkig ook het voortouw.
Steeds meer Nederlandse overheids- en semi-overheidsinstellingen zetten
hun nationale overschrijvingen om in Europese.
Geleidelijk komen er steeds meer actieve `SEPA-gebruikers'. Na de
overheid en de semi-overheid volgen hopelijk ook snel de wat grotere
bedrijven. Ook DNB heeft haar overschrijvingen overgezet naar
SEPA-standaarden. Dat zijn er maar enkele tienduizenden per jaar, maar
alle beetjes helpen. Zo brengen SEPA-actieven de nog niet actieven in
aanraking met SEPA en 'stromen' SEPA-betalingen geleidelijk als een
soort cascade over de Nederlandse betaalmarkt. Ook steeds meer kleinere
bedrijven en consumenten gaan zo SEPA ervaren.
Voor wat de gebruikers aangaat, is de impact van SEPA is het grootst
voor de bedrijven. Het gaat om veel meer dan verandering van
rekeningnummers en standaarden. SEPA noopt tot aanpassingen van
facturen, machtigingen en rekeningafschriften. Maar ook aanpassingen in
debiteur- en crediteuradministraties en in allerlei andere
communicatie-uitingen met banken en klanten. Bij wat grotere
ondernemingen komt een rekeningnummer in allerlei administraties en
systemen al gauw op tientallen plaatsen voor.
Jammer toch dat de kosten altijd voor de baet uitgaan. De
macro-economische voordelen op lange termijn zijn voor de meeste
bedrijven op de efficiënte Nederlandse betaalmarkt nauwelijks
drijfveren om snel te investeren in SEPA, of die uitgaven te plannen.
Het lijkt een voordeel dat iedere speler zijn eigen tempo kan bepalen
en zolang mogelijk kan blijven betalen en ontvangen met de vertrouwde
Nederlandse betaalmiddelen. Maar dat is het niet. Het betekent namelijk
ook dat het lang gaat duren voordat een kritische massa is bereikt en
uitfasering van Nederlandse betaalproducten in zicht komt. Al die tijd
maken banken en ook bedrijven extra kosten om de dubbele infrastructuur
met Nederlandse en Europese standaarden in stand te houden.
Ook bedrijven die nog niet migreren krijgen te maken met extra kosten
en ongemak. Omdat het ene deel van de klanten en leveranciers wel en
een ander deel niet over is, moeten bedrijfsadministraties bijvoorbeeld
met zowel Europese als Nederlandse rekeningnummers werken. Bovendien
geeft dit aanleiding tot extra communicatie met de relaties. 'First
movers' hebben hier dan óók het voortouw. En moeten hun relaties
uitleggen dat zij ook voor nationale betalingen een International Bank
Account Number moeten gebruiken. In de duale fase is er onduidelijkheid
over en weerstand tegen de veranderingen. Zeker ook bij het
kleinbedrijf en bij consumenten, die zich nog niet zo bewust zijn van
SEPA. Extra communicatie is voor een aantal bedrijven een extra reden
de kat uit de boom te kijken.
De noodzaak van een einddatum
Een puur marktgedreven overgang is niet efficiënt. Een onbestemde lange
overgangsperiode komt de doelmatigheid van het Nederlandse
betalingsverkeer op den duur niet ten goede. Waar marktpartijen hard
werken aan het behoud van de in Nederland gerealiseerde efficiëntie,
dreigen lange tijd gedragen hogere kosten van de dubbele infrastructuur
de maatschappelijke efficiëntie aan te tasten. In het eerder genoemde
onderzoek van de Europese Commissie werden de kosten van de dubbele
infrastructuur voor alleen de Europese banken samen geschat op 2
miljard euro per jaar. Marktsturing kan efficiëntieverlies door een te
lange duale periode voorkomen.
Uit oogpunt van efficiëntie en duidelijkheid in de markt is het
wenselijk dat de duale periode niet te lang duurt en dat snel bekend is
wanneer die eindigt. Gegeven de onvermijdelijke overgang, is het daarom
gewenst een reële datum te stellen waarop de nationale producten van de
markt verdwijnen. Zoals dat bij de euro-overgang ook is gebeurd. Een
concrete einddatum brengt de markt in beweging en beperkt de kosten van
de dubbele infrastructuur. Hadden we bijvoorbeeld geen einddatum
ingesteld voor het gebruik van eurocheques in 2001, zou er nu nog mee
worden betaald. Weinig efficiënt, vooral omdat er met pinnen een goed
alternatief is. Bovendien zijn grootschalige communicatiecampagnes
alleen maar zinvol en efficiënt als concreet kan worden aangegeven
wanneer iets verandert.
Kortom een reële einddatum bevordert de maatschappelijke efficiëntie
van de overgang naar SEPA en brengt bovendien de lange termijn
voordelen van SEPA dichterbij.
Dat is de overtuiging van DNB, en ook van de ECB en van de Europese
Commissie. Europese autoriteiten overwegen daarom bij wet een einddatum
te verordonneren. Het Europese Parlement heeft de Europese Commissie in
maart opgeroepen die te stellen op eind 2012. Banken, maar ook veel
gebruikers zijn voor een einddatum. In heel Europa zijn marktpartijen
voorstander. Zo blijkt uit een consultatie van de Europese Commissie.
Daarin werd eind 2012 en eind 2013 het meest genoemd als wenselijke
`end date'.
Voor de goede orde, kaartbetalingen blijven buiten deze
einddatumdiscussie. 'SEPA for cards' heeft een eigen dynamiek.
Kaartmigratie is vooral een overgang naar een gemeenschappelijke
technologie en naar Europees breed geaccepteerde merken. Verwachting is
dat die overgang in Nederland eind 2011 zijn beslag krijgt, niet in de
laatste plaats omdat betrokken marktpartijen deze einddatum hebben
afgesproken.
Enkele einddatum meest efficiënt
DNB en een groot deel van de marktpartijen in Nederland zien het liefst
één enkele einddatum voor overschrijvingen en incasso's en wel voor
heel Europa. Een groot deel van de geconsulteerde gebruikers in de rest
van Europa heeft voorkeur voor gescheiden einddata. Dat is jammer. De
voordelen ervan lijken kleiner dan de nadelen. De voordelen lijken
kleiner dan de nadelen. Een voordeel zou zijn dat twee data de overgang
versnellen. Een snel succes met 100% migratie naar nu al bekende
Europese overschrijving zou SEPA in de markt zichtbaar en onontkoombaar
maken en de latere overgang naar de complexere Europese incasso
ondersteunen.
Ik denk echter dat twee einddata de overgang duurder maken dan nodig is
en eerder vertragend dan versnellend werken. Bedrijven moeten twee keer
kosten maken voor aanpassingen en communicatie. Ook een snel migrerend
bedrijf ontkomt met twee aparte einddata niet aan een dubbele
administratie: één voor Nederlandse incasso's met Nederlandse
rekeningnummers en één voor Europese overschrijvingen met IBAN's en
BIC's. Bovendien wordt het met twee einddata voor de klanten en andere
relaties minder overzichtelijk dan met een enkele einddatum. Het kan
zijn dat wanneer je je leverancier met acceptgiro betaalt, de IBAN
nodig is, terwijl met een incasso het oude rekeningnummer volstaat.
De meeste bedrijven in Nederland willen dan ook liever per klant in één
keer migreren en deze onhandige en dure dubbele administratie
vermijden. De verwachting is dat bedrijven bij het bestaan van twee
verschillende einddata proberen op de eerste einddatum versneld met
alles over te gaan. Met allerlei risico's van een te snelle overgang
voor de Europese incasso, zoals veel uitval en uitwijken naar duurdere
betaalmethoden. Het kan ook zijn dat zij - om meer tijd te hebben -
druk uitoefenen data te verplaatsen.
Kortom, twee gescheiden einddata brengen extra maatschappelijke kosten
mee en maken de overgang minder overzichtelijk. Redelijkerwijs kan
worden aangenomen dat de migratie met twee einddata uiteindelijk langer
gaat duren.
De tijd begint te dringen
Tja, dames en heren. Ik nader de eindtijd van mijn betoog. Even
recapituleren.
Zonder einddatum komt de markt dus niet op gang. Nederland is een goed
voorbeeld. Ruim twee jaar na de lancering van de SEPA Credit Transfer,
hebben we een migratieratio van 0,7%. Liggen we achterop in Europa.
Veel bedrijven zijn nog niet op de hoogte, kijken de kat uit de boom en
moeten nog met de voorbereidingen beginnen. De centrale overheid is al
wat verder. Maar we zien nog nauwelijks SEPA-betalingen binnen de
landsgrenzen.
Het speelt zich nog teveel af langs de zijlijn. En de wedstrijd is al
begonnen. We moeten gaan scoren met SEPA. Banken kunnen SEPA echt niet
alleen invoeren. Marktspelers moeten nu ook in het veld samen aan de
slag. Er is nog veel te doen. En de tijd dringt. Een einddatum wordt
binnenkort waarschijnlijk verplicht opgelegd. Wordt het 2012, 2013 of
.......2014?
Laat ik er nog een paar Cruijffiaanse wijsheden bijhalen. 'Als ik iets
eerder begin te lopen, dan lijk ik sneller' En. 'In voetbal ben je op
tijd of je bent te laat. Als je te laat bent, moet je zorgen dat je op
tijd vertrekt.' Da's logisch!
In het migratieplan van de Stuurgroep SEPA staat dat bedrijven 3-5 jaar
nodig hebben voor de noodzakelijke investeringen. De vraag is of die
tijd er nog wel. Laat u straks niet overvallen door een bij wet
vastgestelde einddatum die stelt dat u alleen nog met Europese
producten kunt betalen. Kom niet in een tijdsklem met extra kosten. Of
erger nog, zorg dat u niet buitenspel komt te staan. Er wordt straks
geen extra tijd bijgetrokken wegens tijdrekken nu! Als u iets eerder
met SEPA begint, lijkt u niet alleen sneller, u bent dan straks ook
echt eerder klaar. Misschien wel vóór die einddatum. En wie weet dat
als de overgang in Nederland eenmaal op gang komt, als de balcirculatie
toeneemt, we Europees nog een aardige inhaalslag kunnen maken. We
zullen vanuit DNB alles doen wat nuttig is om die versnelling te
bevorderen. We blijven de voortgang monitoren. Maar de markt moet het
doen. Daarom wil ik eindigen met een oproep aan álle zakelijke
marktpartijen in Nederland.
Nederland moet aan de slag!
Ik roep banken op vaart te maken met het in de markt zetten van de
Europese producten en voor alle klanten via alle kanalen beschikbaar te
stellen. Zet de klant ook in SEPA centraal.
Ik roep leveranciers van betaal- en boekhoudpakketten op vaart te maken
met het updaten van de software.
Ik roep gebruikers op de afgemeten voorzetten van deze aanbieders te
gaan inkoppen. De overheid voorop. Ik roep de instellingen van de
hogere, lagere overheid en semi-overheid op om snel het goede voorbeeld
te geven en de bal aan het rollen te brengen.
Ik roep ook de grote betalers en incassanten op aan de slag te gaan en
SEPA een hogere prioriteit geven. Jullie zijn nodig om snel de
noodzakelijke massa en gewenning te krijgen. Andere gebruikers volgen
dan vrijwel van vanzelf.
Genoeg gezegd en geroepen. Ik heb de beste voetbaluitdrukking voor het
laatst bewaard:
'Geen woorden, maar....... daden!'
Ik dank u voor uw aandacht!
---