Verdachten zaak Willeke Dost in vrijheid
16 juni 2010 - Arrondissementsparket Assen
OM stelt verdachten in zaak Willeke Dost in vrijheid
Het openbaar ministerie stelt vandaag de twee verdachten in vrijheid,
die op 7 juni 2010 zijn aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij
de verdwijning van Willeke Dost. Willeke Dost verdween in de nacht van
14 op 15 januari 1992. Sindsdien heeft niemand meer iets van haar
vernomen.
Begin 2009 is een nieuw onderzoek gestart naar de verdwijning van
Willeke Dost. Er is een aantal scenario's ontwikkeld met betrekking tot
wat er met Willeke Dost gebeurd zou kunnen zijn. Vervolgens heeft de
politie geprobeerd elk van deze scenario's te bewijzen of te
ontkrachten. Daarbij is gebruik gemaakt van de reeds beschikbare
informatie. Ook is nieuw onderzoek verricht. Er zijn onder meer 165
getuigen gehoord. Door het onderzoek is veel informatie beschikbaar
gekomen over het leven van Willeke, haar dagelijkse doen en laten en
haar verblijf bij het pleeggezin in Koekange. De politie heeft
daarnaast getracht de gebeurtenissen in de nacht van 14 op 15 januari
1992 zo precies mogelijk in kaart te brengen.
Hierbij bleef nog steeds veel onduidelijk. De toenmalige huisgenoten
van Willeke Dost bleken de afgelopen jaren tegenstrijdige verklaringen
te hebben afgelegd, zowel tegen de politie als tegen anderen. Gelet
hierop heeft het Openbaar Ministerie (OM) geoordeeld dat er sprake was
van verdenking van betrokkenheid bij de verdwijning van Willeke Dost.
De pleegmoeder en haar zoon zijn daarop maandag 7 juni 2010
aangehouden. De rechter-commissaris heeft op 10 juni 2010 geoordeeld
dat de verdenking sterk genoeg was om te spreken van ernstige bezwaren
en heeft de verdachten voor 8 dagen in bewaring gesteld.
Meteen na de aanhouding is een grootschalig sporenonderzoek uitgevoerd
in en rondom de boerderij van de pleegmoeder in Koekange. Gedurende
vijf dagen is de woning minutieus uitgekamd. Ook het terrein rondom de
woning is zeer nauwkeurig onderzocht. Bij het onderzoek zijn geen
menselijke resten aangetroffen. Het onderzoek in en rondom de woning is
op 11 juni 2010 beëindigd. Met het niet aantreffen van menselijke
resten in of rondom de boerderij, is het scenario met als uitgangspunt
dat Willeke daar zou zijn begraven, ontkracht.
De twee verdachten hebben bij de politie ontkend betrokken te zijn bij
de verdwijning van Willeke Dost. Zij zijn de afgelopen periode
uitgebreid verhoord. Ze zijn geconfronteerd met de onduidelijkheden en
tegenstrijdigheden uit het dossier. Deze zijn door de verhoren niet
opgehelderd.
Het OM is van oordeel dat het enkele bestaan van onduidelijkheden en
tegenstrijdigheden in de verklaringen op dit moment onvoldoende grond
biedt om de verdachten nog langer vast te houden. Bij elke verlenging
van de periode van voorarrest is de bewijsdrempel weer iets hoger. Er
is ondanks het grootschalig onderzoek geen fysiek bewijs voorhanden.
Ook zijn er geen directe getuigen van een strafbaar feit. Het OM heeft
gelet hierop besloten geen vordering tot gevangenhouding aan de
raadkamer van de rechtbank voor te leggen. De verdachten worden vandaag
nog in vrijheid gesteld. De komende periode zal bekeken worden of op
grond van de informatie die de laatste weken is verkregen andere
scenario's in aanmerking komen voor nader onderzoek. De pleegmoeder van
Willeke en haar zoon worden op dit moment nog steeds als verdachten
aangemerkt.
Openbaar Ministerie