formulier vragen raadslid aan college

Schriftelijke vragen van een raadslid aan het college ingevolge artikel 35 van het Reglement van orde van de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad

|Naam         | M.S. Rahnama'i                                     |vr|
|indiener:    |                                                    |ag|
|             |                                                    |en|
|             |                                                    |ra|
|             |                                                    |ad|
|             |                                                    |sl|
|             |                                                    |id|
|Fractie:     |GroenLinks Heerlen                                  |  |
|Postadres:   |Patersweg 22   6431 GC Hoensbroek                   |  |
|Datum:       |16-06-2010                                          |  |
|Onderwerp:   |Centra voor jeugd en gezin                          |  |
|Vraag/vragen:|                                                        |
|             |1. Kloppen bijgaande gegevens over de stand van zaken in|
|             |Heerlen?                                                |
|             |Zo, nee gaarne de juiste gegevens. En gaat u deze alsnog|
|             |aan de provincie verstrekken?                           |
|             |2. Vindt het college van B&W dat gemeenten beter in     |
|             |staat zijn om jeugdzorg aan te sturen dan de provincies?|
|             |Zo ja, hoe rijmen B&W dat met de staat van voorbereiding|
|             |van de Centra voor Jeugd en Gezin?                      |
|             |3. Staat uw college achter het plan van demissionair    |
|             |minister Rouvoet om Centra voor Jeugd en Gezin te       |
|             |vestigen? Zo nee, waarom niet?                          |
|             |4. Is uw college het samen met GroenLinks eens dat een  |
|             |minimale toegankelijkheid alleen bereikt wordt door meer|
|             |dan 1 Centrum in de gemeente te openen en geen genoegen |
|             |te nemen met uitsluitend een Centrum in Hoensbroek? Zo  |
|             |nee waarom niet?                                        |
|             |5. Is uw college het eens met GroenLinks dat een        |
|             |minimale toegankelijkheid alleen bereikt wordt door een |
|             |openstelling van minstens 20 uur per week ten behoeve   |
|             |van fysiek contacten van jeugdigen en hun verzorgers met|
|             |hulpverleners? Zo nee, waarom niet?                     |
|             |6. Deelt uw college de ambitie van GroenLinks dat er    |
|             |voor 1 januari 2011 ten minste vier centra die voldoen  |
|             |aan bovenstaande eisen van toegankelijkheid gerealiseerd|
|             |worden? Zo ja, wat gaan B&W ondernemen?                 |
|             |                                                        |
|Toelichting  |Het bijgesloten overzicht van de realisatie van de      |
|op           |centra in Limburg is aanleiding voor de GroenLinks      |
|vraag/vragen:|fractie Heerlen om samen met GroenLinks staten lid dhr. |
|             |Kees Schroer, hun zorgen te uiten en bovengenoemde      |
|             |vragen met betrekking tot centra voor Jeugd en gezin in |
|             |de gemeente Heerlen te stellen.                         |
Toelichting op formulier

De Gemeentewet kent allerlei rechten toe aan individuele raadsleden, zoals recht van initiatief, amendement en interpellatie. Daarvoor heb je dus geen medestanders nodig. Zo is ook het vragenrecht geregeld in artikel 155: "Een lid van de raad kan het college of de burgemeester mondeling of schriftelijk vragen stellen." Voor de schriftelijke vragen aan het college is dit verder uitgewerkt in artikel 35 van het reglement van orde voor de raad. In de praktijk wordt daar door indieners verschillend mee omgegaan. Om er nu voor te zorgen dat artikel 35 vragen zonder twijfel ook als zodanig herkend en behandeld worden, is dit formulier ontworpen. Van de kant van het college zijn nadere maatregelen genomen om tijdige afdoening/beantwoording te verzekeren.

Indienen bij griffie@heerlen.nl: volgens artikel 35 worden de vragen bij de voorzitter van de raad ingediend. Die functie wordt door de griffie vervuld.

Naam indiener: uiteraard uw eigen naam; zijn er meer indieners, dan kunnen deze ook hier vermeld worden

Fractie: vermelding is van belang voor registratie in DocMan. De rubriek is ook opgenomen omdat in de praktijk veel vragenstellers er aan hechten hun fractie te vermelden

Postadres: vragenstellers kunnen uiteraard eigen adres gebruiken, maar ook bijvoorbeeld fractie-adres invullen. In ieder geval moet duidelijk zijn aan welk adres het antwoord moet worden verstuurd.

Tekst Artikel 35

Schriftelijke vragen


1. Schriftelijke vragen aan het college worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd.
2. De vragen worden bij de voorzitter van de raad ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college worden gebracht.
3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
4. De antwoorden worden door het college aan de leden van de raad medegedeeld.
5. De vragen en antwoorden worden gelijktijdig met de stukken als bedoeld in artikel 17 aan de leden van de raad toegezonden.
6. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Toelichting

Het vragenrecht geeft aan de leden van de raad het recht informatie te vragen over aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het college of de burgemeester behoren. Het karakter van deze vragen is primair van informatieve strekking. In de hier aangegeven procedure wordt de vragensteller in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen over het antwoord te vragen aan degene die het antwoord heeft gegeven. Indien de vragensteller van mening is, dat de beantwoording van de vragen tot een besluit van de raad moet leiden, kan hij het recht van initiatief of het interpellatierecht benutten om het onderwerp of het voorstel op de agenda van de raad te krijgen.