Assessing cardiometabolic treatment quality in general practice
Datum: 16 juni 2010
Promotie: dhr. J. Voorham, 13.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5,
Groningen
Faculteit: Medische Wetenschappen
Monitoren diabeteszorg hoeft niet ingewikkeld te zijn
Nadat de diagnose is gesteld, hebben mensen met diabetes type 2 over
het algemeen van alle zorgverleners het meeste contact met hun
huisarts. Die verleent `eerstelijnszorg', zorg dichtbij huis. De
eerstelijnszorg voorkomt dat mensen onnodig een beroep doen op
complexere en duurdere zorg. Onderzoeker JacoVoorham ging na hoe het
gesteld is met de kwaliteit van de diabeteszorg in de eerstelijn.
Voorham ontwikkelde een methode om medische gegevens uit de
electronische dossiers te halen, zonder dat huisartsenpraktijken
daarvoor belast hoeven te worden met speciale registratie-eisen. De
promovendus stelt vast dat het meten van de kwaliteit van de
eerstelijns diabeteszorg goed mogelijk is op basis van gegevens die
toch al geregistreerd worden. Zijn methode is inmiddels met succes in
de praktijk gebracht in het project Groningen Initiative to Analyse
Type 2 diabetes Treatment (GIANTT), waarin de Groningse diabeteszorg
over langere tijd in de gaten gehouden kan worden.
Verder vergeleek Voorham bestaande kwaliteitsmaten, die vaak gebaseerd
zijn op een momentopname van één patiëntengroep, met nieuwe
kwaliteitsmaten die een langer tijdsbestek beslaan. Op die manier
worden volgens de onderzoeker meer verbeterpunten zichtbaar. Een
belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat er niet te snel
conclusies getrokken moeten worden aan de hand van de kwaliteitsmaten,
aangezien de huisarts gegronde redenen kan hebben om van de
behandelrichtlijnen af te wijken.
Jaco Voorham ('s-Gravenhage, 1963) studeerde biologie aan de
universiteit van Leiden. Hij verrichtte zijn onderzoek bij de afdeling
Klinische Farmocologie en maakte deel uit van onderzoeksschool SHARE,
die het onderzoek mede financierde. Voorham werkt nu aan de afdeling
Klinische Farmacologie als postdoc onderzoeker.
Laatst gewijzigd: 08 juni 2010 10:02
Rijksuniversiteit Groningen