Vrije Universiteit Amsterdam
Vrije Universiteit Amsterdam Meer perspectief
11 juni 2010
Interactieve communicatie heeft geen meerwaarde
Wetenschapscommunicatie voor jongeren
Jongeren en interactiviteit lijken goed samen te gaan. Online sociale netwerken en Massive Multiplayer Online Role Playing Games worden en masse bezocht. Interactiviteit lijkt belangrijk te zijn voor dit succes. Ook over wetenschap proberen professionals interactief te communiceren met jongeren. Denk aan interactieve exhibits in science centers als NEMO en aan websites met interactieve features. Maar is interactiviteit noodzakelijk? En is interactieve communicatie beter dan niet-interactieve communicatie? Dat lijkt niet het geval te zijn. Tenminste, niet wanneer het communicatie over een recente ontwikkeling in de wetenschap betreft. Dit blijkt uit het onderzoek van Mark Bos waarop hij 15 juni promoveert aan de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de VU.
In het onderzoek keek Bos hoe jongeren informatie zochten over ecogenomics. Ecogenomics is een complex werkveld dat inzichten uit biotechnologie, ecologie, moleculaire biologie en bodem- en milieuwetenschappen combineert. Hij onderzocht in vijf studies, waaraan meer dan 1273 jongeren meededen, welke bronnen zij gebruikten en hoe gevonden informatie werd gebruikt om een houding ten aanzien van ecogenomics te ontwikkelen. Hij keek tevens of interactiviteit hierbij een rol speelde.
Allereerst viel het op dat de term ecogenomics niet intuïtief werd begrepen. Jongeren denken dat het te maken heeft met economie, in plaats van bijvoorbeeld biologie. Maar wanneer jongeren zelf op zoek gaan naar informatie zijn ze goed in staat inhoud te geven aan de term. Het zal niemand verbazen dat het internet als informatiebron de voorkeur had tijdens de zoektocht naar informatie. Maar het was verrassend om te zien en horen dat jongeren zo vroeg in het proces maar weinig behoefte hadden aan directe interactie met bijvoorbeeld wetenschappers. Wanneer jongeren het Internet gebruiken tijdens het zoeken gebruiken ze niet alle interactieve toeters en bellen. Uit interviews met wetenschappers, docenten en scholieren bleek dat ook wetenschappers niet per se zitten te wachten op directe interactie. In hun ogen kost dit teveel tijd en levert het te weinig op. Bovendien is het misschien ook niet primair hun taak om met scholieren te interacteren.
Jongeren bleken in het algemeen een positieve houding te hebben ten aanzien van ecogenomics. Hierin bracht het 'primen' van de boodschap als bijvoorbeeld biotechnologie geen verschil.