Nieuwe aanpak huiselijk geweld moet geweldsspiraal doorbreken
Op initiatief van het landelijk programmabureau Huiselijk Geweld van de
politie gaat de gemeente Hoogeveen samen met de politie van het
district Zuidwest-Drenthe, het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld en
andere organisaties beginnen met een proefproject in gezinnen waar
meerdere malen sprake is van huiselijk geweld. Het project is uniek
voor Drenthe. Landelijk zijn er nu drie van dergelijke proefprojecten.
Het verschil met de reguliere aanpak is dat er in dit project een
continue gegevensuitwisseling is tussen alle betrokken instanties. De
illusie bestaat niet dat incidenteel huiselijk geweld in de toekomst
kan worden voorkomen, maar wel dat de geweldsspiraal binnen het gezin -
en dus herhaling - kan worden doorbroken.
Informatie verspreid
Huiselijk geweld maakt in Hoogeveen wekelijks slachtoffers en
veroorzaakt dagelijks een gevoel van onveiligheid bij inwoners achter
hun voordeur. Uit een onderzoek is gebleken dat er veel informatie is
over gezin en dader, maar dat die informatie verspreid zit over
verschillende instanties. Ook zit er een te groot gat tussen het aantal
meldingen van huiselijk geweld bij de politie en het aantal zaken dat
bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) binnenkomt. De
politie legde in de aanloop naar dit project een `top tien' van haar
eigen dossiers naast die van de Stichting Welzijnswerk, Bureau
jeugdzorg en het ASHG. Uit de analyse bleek dat alle instanties meer,
minder of andere informatie hadden dan de politie. Dat moet veranderen.
30 à 40 gezinnen
Het project richt zich voornamelijk op de 30 à 40 gezinnen binnen de
gemeente waar huiselijk geweld meer dan eens aan de orde is. De
organisaties die betrokken zijn bij het project zijn de gemeente
Hoogeveen, politie, justitie, Stichting Welzijnswerk, ASHG, Ambulante
Forensische Psychiatrie Noord, Reclassering Nederland, Verslavingszorg
Noord-Nederland en Bureau Jeugdzorg Drenthe.
Werkwijze
De politie stuurt voortaan drie keer per week alle
huiselijkgeweldincidenten naar het ASHG. Binnen vier dagen neemt het
ASHG contact op met de pleger en de slachtoffers. Vanaf dat moment
heeft het ASHG de regie. Het ASHG verwijst door naar de betrokken
hulpverleningsinstanties. Zij houden het ASHG op de hoogte van de
voortgang van de hulpverlening. De aanpak is gericht op het gehele
gezin, dus ook op de kinderen. Want ook als kinderen alleen getuige
zijn van huiselijk geweld kan al worden gesproken van psychische of
emotionele mishandeling.
Als er proces-verbaal wordt opgemaakt tegen een verdachte, volgt er
altijd een gesprek met de reclasseringswerker van Reclassering
Nederland. De reclasseringswerker maakt een risicoanalyse en beoordeelt
of iemand een gedragstraining moet krijgen of doorverwezen wordt naar
de hulpverlening.
Financiering
Het ASHG krijgt een plek in het Veiligheidshuis, dat in het
stadskantoor in Hoogeveen zit. Het proefproject, dat een jaar duurt,
kost 40.000 euro. Daarvan betaalt de gemeente 20.000 euro. De rest komt
van het landelijk programmabureau Huiselijk Geweld.
Gezamenlijk persbericht van de gemeente Hoogeveen, de politie
Zuidwest-Drenthe en het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld.
Gemeente Hoogeveen