Rijksvoorlichtingsdienst
Minister neemt maatregelen na rapport over drugs en alcohol in JJI's
Minister Hirsch Ballin van Justitie neemt stevige maatregelen om het alcohol- en drugsgebruik in Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI's) aan te pakken. Aanleiding is een rapport waaruit blijkt dat een aanzienlijk percentage jeugdigen tijdens het verblijf in een JJI gebruikmaakt van alcohol en drugs. Dat heeft de minister geschreven aan de Tweede Kamer.
In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum van het ministerie van Justitie (WODC) hebben onderzoekers van de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan naar middelengebruik in JJI's, zodat met de vergaarde kennis de verslavingsproblematiek kan worden aangepakt. Het betreft een zelfrapportage-onderzoek onder 155 jongens in tien justitiële jeugdinrichtingen (JJI's) in de periode van maart tot juli 2009.
In het onderzoek is nagegaan hoe het middelengebruik van jeugdigen voorafgaand aan hun verblijf in een JJI eruitziet. Deze resultaten zijn vergeleken met groepen jongens in de residentiële jeugdzorg, het regulier voortgezet en speciaal onderwijs. De resultaten laten zien dat de JJI-populatie naar eigen zeggen vaker, aanzienlijk meer en op veel jongere leeftijd alcohol en drugs gebruikt dan leeftijdsgenoten in het regulier- en speciaal onderwijs. Dat stemt overeen met het bestaande beeld dat (Pij-)jongeren in JJI's een groep vormen met meervoudige, complexe problematiek, waarbij middelengebruik ook vóór verblijf in de JJI, uitzonderingen daargelaten, al een rol speelt.
Bij het onderzoek is ook het middelengebruik tijdens het verblijf in de JJI onderzocht. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen gebruik binnen de JJI en tijdens verlof buitenhuis en in de thuissituatie. Ruim een derde van de jongens uit de totale onderzoeksgroep geeft aan sinds het begin van het verblijf alcohol te hebben gebruikt, zo'n 26% van de onderzoeksgroep geeft aan ook binnen de JJI te hebben gedronken. Voor wat betreft cannabis geeft 65% van de jongens aan dit sinds het begin van het verblijf in de JJI te hebben gebruikt en bijna allemaal ook in de JJI. Uit de vergelijking van het gebruik van de JJI-populatie voorafgaand aan plaatsing met het gebruik van diezelfde jeugdigen tijdens hun verblijf in de JJI, kan worden geconcludeerd dat zowel het alcoholgebruik als het harddruggebruik afneemt. Het percentage jongens dat zegt (één of meermalen) cannabis te hebben gebruikt tijdens het verblijf in de JJI blijft nagenoeg gelijk (65%) in vergelijking met de periode vóór verblijf.
Minister Hirsch Ballin kwalificeert de uitkomsten van het onderzoek als ernstig. De bewindsman neemt diverse maatregelen ter verscherping van de controle:
* aanpassing en handhaving van circulaires en protocollen;
* voorbereiding van nieuwe controlemogelijkheden, zoals speekselanalyses en blaastests;
* grootschalige, inrichtingsbrede controles en een onderzoek hoe drugshonden daarbij kunnen worden ingezet ;
* sectorbrede uitwisseling van best practices.
Betere controle, die essentieel is voor het welzijn en de veiligheid van jeugdigen in JJI's, gaat altijd hand in hand met behandeling. Dat moet voorkomen dat jeugdigen door problematisch middelengebruik opnieuw delicten plegen. Ook moet dit hen in staat stellen om bij terugkeer in de maatschappij om te kunnen gaan met de verleidingen die zij ervaren. Daarom neemt de minister diverse maatregelen in de sfeer van behandeling en preventie, zoals de inzet van erkende gedragsinterventies, het koppelen van middelengebruik aan verlofverlening en betere voorlichting. In het najaar zal de Tweede Kamer geïnformeerd worden over de voortgang van de maatregelen.
Noot voor redacties (