Second Call R&D Projects gestart op 1 juni 2010
14/06/2010 14:04
Dinalog
Op 1 juni is de "Second Call for Proposals" van Dinalog gestart. Consortia waarin bedrijven en universtiteiten samenwerken kunnen een voorstel indienen voor een Research & Development Project op het gebied van Logistiek en Supply Chain Management. De subsidie wordt verstrekt op basis van co-finaniering en is mininaal 400.000 en maximaal 2.000.000 euro voor 4 jaar.
Ook bij de "Second Call" gaat het om R? projecten op het vlak van 4C: Cross Chain Control Centers, Main Ports/Transport Hubs en Service Logistics. Binnen deze thema's is Dinalog bij de Second Call vooral geïnteresseerd in projecten die expliciet gericht zijn op creatie van new business, nieuwe bedrijvigheid, groei en aantrekken van (nieuw) BNP. Vervolgens nodigt Dinalog met nadruk de sector Binnenvaart en Rail uit projectvoorstellen in te dienen (gericht op multi-modaliteit). Hetzelfde geldt voor de sectoren Agri-Food en Agri-logistiek, bouw, Chemie Fashion en Retail.
Ook Stadsdistributie ingestoken vanuit Supply Chain Management en gericht op het ontwikkelen van nieuwe concepten (met exportwaarde). Of projecten specifiek voor en met logistieke dienstverleners / vervoerders vanuit TLN en KNV. Of projecten gericht op de groeiende internethandel en logistiek ingestoken vanuit 4C. Of projecten gericht op de ontwikkeling van concepten voor "remote added value" dat wil zeggen nieuwe logistieke dienstverlening/bedrijvigheid die fysiek niet via Nederland verloopt.
De eerste vijf goedgekeurde R? projecten van Dinalog op het gebied van Logistiek en Supply Chain Management starten nog deze maand. De projecten zijn geselecteerd door een internationale commissie van wetenschappers (ISAC) en het bestuur van Dinalog. De looptijd van de projecten is gemiddeld 4 jaar. Het doel is om door verregaande innovatie de logistieke sector in Nederland duurzamer, efficiënter en concurrender te maken. De positie van Nederland als Gateway to Europe wordt versterkt door een verschuiving van vervoer naar de regie over vervoerstromen en regie over servicelogistiek. De totale omvang van de projecten is 9.4 miljoen euro. Daarvan is 4.5 miljoen subsidie via Dinalog. De rest wordt gefinancierd door de deelnemende bedrijven en universiteiten.
De vijf projecten zijn gekozen uit eenentwintig Research & Development voorstellen die in februari zijn ingediend door consortia van universiteiten, bedrijven en brancheorganisaties op de 3 speerpunten van Dinalog: 4C ofwel Cross Chain Control Centers, Mainports in Control en Multi Company Service Logistics.
De 4C projecten zijn: 4C4More en Cross-Chain order fulfillment coordination for internet sales. De Main Ports in Control projecten: Extended Single Window-Information Gateway to Europe en Ultimate, Efficient Multimodal Hinterland Networks. Er is een project op het gebied van Service Logistics: ProSeLo Proactive Service Logistics for Advanced Capital Goods.
Een van de belangrijke voorwaarden bij Dinalog is dat de resultaten van de vijf projecten beschikbaar komen voor de hele branche. Dinalog zal daarom samen met de 5 consortia regelmatig seminars en presentaties organiseren waarvoor alle belanghebbenden en belangstellenden worden uitgenodigd.
Op korte termijn zullen ook inschrijvingen voor projecten op het gebied van onderwijs en demonstratieprojecten opengesteld worden via de website van Dinalog.
4C4More
Het 4C4MORE project wordt uitgevoerd door een consortium van 9 bedrijven en 4 universiteiten
Het onderzoek, dat in 4 parallelle projecten is gesplitst richt zich op het aanmerkelijk verhogen van de efficiëntie bij productie, transport en opslag door vermindering van grondstofgebruik en lagere emissies. Daarnaast moeten nieuwe financieringsstructuren een flinke kostenreductie opleveren. Tot slot leidt het project tot het beter benutten van arbeid en productiemiddelen. Het consortium verwacht een kostenreductie van 10 % op korte termijn, een vermindering van emissies van 25% bij het transport en 100 nieuwe banen op de Dinalog Supply Chain Campus in Breda. Op dit moment zijn er twee MKB bedrijven mee in het consortium : Itude en Control Pay. Bij het testen in de praktijk zullen meer MKB bedrijven betrokken worden.
Het consortium bestaat verder uit: Bakker Logistiek Groep, Cordys, ING, Kuehne+Nagel, Nabuurs, Unilever Benelux en de universiteiten: Erasmus Rotterdam, TU Eindhoven, Universiteit Twente, Vrije Universiteit.
Projectleider is Prof. Dr. Ton de Kok TU/e.
Cross-Chain order fulfillment coordination for internet Sales.
Wordt uitgevoerd door 4 bedrijven, de Openbare Bibliotheken en 3 universiteiten. Verkoop van producten via internet maakt een enorme groei door. In logistiek opzicht betekent dit een enorme verandering voor de leveranciers: vroeger kwam de klant in het winkel, nam het product mee en zorgde zodoende (gratis) voor het transport naar de eindbestemming. Leveranciers waren verantwoordelijk voor het transport tot in de winkel: in grote hoeveelheden op gezette tijden op een beperkt aantal adressen. Met internet moeten er kleine hoeveelheden worden getransporteerd naar een hoeveelheid aan adressen, waar vaak niemand thuis is. Lastig voor de klant en voor de leverancier. Zoals ook het feit dat iedere webwinkel z'n eigen 'boodschappenwagentje'en 'kassa' heeft, internetwinkelen voor veel mensen een lastig avontuur maakt.
Het project is opgericht om een oplossing te vinden voor dit probleem. Door het ontwikkelen van nieuwe structuren voor distributie netwerken, door modellen en oplossingen aan te bieden voor het samenvoegen van de supply chains van verschillende internetbedrijven en door nieuwe concepten van 'thuisbezorgen' te bedenken en testen.
Aan het project werken mee: Neckermann.com, mYuice, Centraal Boekhuis, Scanyours.com, SIOB en VOB (bibliotheken) en de universiteiten: Vrije universiteit, Erasmus Rotterdam, Universiteit van Amsterdam.
Projectleiding is in handen van Dr. Iris Vis VU en Dr. Kees Jan Roodbergen EUR.
ProSeLo, Proactive Service Logistics for Advanced Capital Goods
Wordt uitgevoerd door 10 bedrijven, 1 brancheorganisatie en 3 universiteiten. Capital Goods zijn apparaten/machines die van wezenlijk belang zijn voor de productie van goederen of diensten, ze worden veel gebruikt en moeten het altijd doen. In praktijk blijkt het onderhoud aan dergelijke apparaten minstens net zo duur te zijn als de aanschaf ervan. Steeds meer bedrijven willen samen met de aanschaf van zo'n apparaat ook het onderhoud en bijbehorende zaken meteen geregeld hebben.
Het onderzoek moet nieuwe oplossingen leveren om Service Control Towers significant beter te laten functioneren, sneller en tegen lagere kosten. Er zijn drie veelbelovende invalshoeken gekozen: het delen van reserve-onderdelen door verschillende gebruikers of leveranciers, nieuwe concepten voor het "last-buy" principe, hergebruik van onderdelen en tot slot 'new predictive maintenance concepts', die het op afstand monitoren en diagnostiseren mogelijk maken en kostenbesparend werken door bijvoorbeeld 'op tijd' een onderdeel te vervangen.
Aan het project werken mee: ASML, Ceva Logistics, DAF Trucks, Fokker Services, Gordian Logistics Experts, IBM, Océ Technologies, Marel Stork Poultry Processing, Thales en Vanderlande Industries. Verder het Service logistics Forum en de Universiteiten: TU Eindhoven, Erasmus Rotterdam, Universiteit van Twente.
Projectleider is Prof. Dr. Geert-Jan van Houtum TU/e
Extended Single Window - Information Gateway to Europe: New Information and Governance Models for International Trade & Logistics.
Dit project wordt uitgevoerd door een aantal bedrijven, brancheorganisaties, de Main Ports van Nederland, veiling en groothandel, Universiteiten en HBO-opleidingen.
Het doel van het project is om internationale goederenstromen snel en betrouwbaar af te handelen door op een inventieve manier douaneprocedures, belastingen en kwalificatie-eisen bij import, export en doorvoer te hanteren. En zodoende tijd en geld te besparen. Het belangrijkste middel daarvoor is hergebruik van informatie.
Het onderzoek heeft twee poten. De eerste gaat uit van 'papieren' afhandeling van goederenstromen. In dit model worden modules ontwikkeld waardoor alle autoriteiten gebruik kunnen maken van één verklaring/formulier, daarbij zorgen betrokken bedrijven ervoor dit formulier aan te vullen met nieuwe informatie wanneer nodig.
Het tweede model gaat uit van een volledig 'virtueel' en 'papierloos' concept. Het verzamelen en beschikbaar stellen van de informatie gebeurt 'en route' geautomatiseerd bijvoorbeeld door 'tracking' middels GPS technologie. De aanpak is gebaseerd op het 'data pull' principe. Alle informatie, ook wijzigingen tijdens het transport, is altijd beschikbaar en controleerbaar voor overheidsinstanties. Dit principe vereist nieuwe standaarden op het gebied van beveiliging en internationale afspraken.
Aan het project werken mee: ACN, Arrow, Cargonaut, Dohler, EVO, Flora Holland, Frugi Venta, Havenbedijven Amsterdam en Rotterdam, Mattel, NV Regio Venlo, Océ, Portbase en Schiphol NV. Universiteiten en Hogescholen: TU Delft, Universiteit Tilburg, Fontys en HNTV.
Projectleider is Gerwin Zomer TNO.
Ultimate: Efficient Multimodal Hinterland Networks - new concepts for design and operations.
Een goed gestroomlijnde afhandeling van het goederentransport vanuit de Main Ports in Nederland naar bestemmingen in het Hinterland is een randvoorwaarde om overlast door congestie in havens en op het wegennet te verminderen en zelfs te voorkomen. Het versterkt het belang van 'multimodale' knooppunten en vergroot het de mogelijkheden voor 'warehousing'en 'value added activities'.
Het project wil één belangrijke innovatie ontwikkelen en uitvoeren: de integratie van Suplly Chain activiteiten en transport mogelijk maken door "extended sea terminal gates". Het 'extended gate' principe gaat uit van het optimaal benutten en koppelen van informatiestromen, het minimaliseren van administratieve procedures in havens en verregaande samenwerking tussen de verschillende partijen.
Het project wordt uitgevoerd door: ECT Participations, Havenbedrijven Rotterdam en Amsterdam, Modality Software Solutions, NV Regio Venlo, Portbase, Keyrail, Brabant Intermodal en de universiteiten: Erasmus rotterdam en TU Eindhoven.
Projectleider is Dr. Albert Veenstra EUR.
http://www.dinalog.nl