Datum 13 juni 2010 -
Sociale veiligheid OV
-
Geachte voorzitter,
Op 24 september 2009 heb ik met uw Kamer gedebatteerd over diverse
onderwerpen op het gebied van veiligheid op het spoor. Een van de onderwerpen
die aan de orde kwam betrof de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOAs)
van NS en de sociale veiligheid op het spoor. Over dit onderwerp heb ik
toegezegd:
aan NS te vragen welke plannen en mogelijkheden er zijn om
hoofdconducteurs die dat willen op enig moment op te leiden tot BOA. De
reactie van NS is opgenomen onder punt 1. Daarnaast informeer ik u onder
punt 2 over de stand van zaken van de Service- en Veiligheidsteams van NS;
de punten die tijdens het debat zijn genoemd ten aanzien van het creëren van
één OV-politie en het breder inzetten van BOAs voor te leggen aan de
Taskforce Veiligheid OV via mijn ambtsgenoot van het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Tijdens een Algemeen Overleg over de OV-Chipkaart op 22 april 2010 heeft
de commissie Verkeer en Waterstaat mij gevraagd naar de actuele stand van
zaken rond de OV-politie. Onder punt 3 treft u mijn reactie aan op dit
onderwerp.
Op 20 april 2010 ontving ik van de commissie voor Verkeer en Waterstaat het
verzoek (kenmerk 2010Z07075) een brief te sturen over veiligheid en agressie in
het openbaar vervoer. Mijn reactie op de commissiebrief treft u aan onder punt 4.
Alle vier reacties geef ik u mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
Eerst wil ik nogmaals aangeven dat ik er zeer veel belang hecht aan de sociale
veiligheid in het openbaar vervoer en het feit dat deze zich positief blijft
ontwikkelen. In het Vervoerplan 2009 heb ik met NS voor het klantoordeel Sociale
Veiligheid een grenswaarde afgesproken van 77%. In het jaar 2009 is voor NS
het klantoordeel Sociale Veiligheid uitgekomen op 78%. In de jaren daarvoor was
al een stijgende lijn te zien op het gebied van sociale veiligheid (2003: 66%,
2008: 77%). Mijn conclusie is dat het goed gaat met de sociale veiligheid op het
spoor. Via de (half-) jaarlijkse verantwoording over het Vervoerplan houd ik
nadrukkelijk de vinger aan de pols.
a
agina 1 van 4
P
1. BOA's NS
Ons kenmerk
Ik heb NS gevraagd welke plannen en mogelijkheden er zijn om hoofdconducteurs VENW/DGMo-2010/5254
die dat willen op enig moment op te leiden tot BOA. NS heeft mij gemeld dat alle
hoofdconducteurs al BOA zijn. Ik neem daarom aan dat de vraag vanuit de Kamer
gaat over de aanvullende Geweldsbevoegdheid.
NS continueert haar huidige beleid op dit dossier. Dit beleid luidt dat de
hoofdconducteur, die BOA is zonder de aanvullende Geweldsbevoegdheid, er
primair is voor service en informatie. Het verwerven en geldig houden van de
Geweldsbevoegdheid vergt veel inzet en kosten, terwijl hoofdconducteurs de
bevoegdheid zelden of nooit gebruiken. De praktijk laat zien dat het werk van de
hoofdconducteur hoofdzakelijk gaat om het verlenen van service en informatie
alsmede het uitschrijven van "Uitstellen van betaling" en "mini"-procesverbalen
voor overtredingen van de Wet Personenvervoer. Mocht bij dat laatste een
probleem ontstaan, meldt de hoofdconducteur deze aan de Veiligheidscentrale
van NS. Deze schakelt vervolgens Service- en Veiligheidsteams in die het
probleem van de hoofdconducteur overnemen. Indien nodig (bij agressie en
geweld) wordt het verzoek doorgezet naar de Spoorwegpolitie. Leden van
Service- en Veiligheidsteams van NS zijn wel BOA met Geweldsbevoegdheid (zij
hebben handboeien en de bevoegdheid tot fouilleren) en kunnen, indien nodig,
gepast geweld gebruiken.
Bovenstaande lijn wordt door NS strikt aangehouden. Het is dus niet aan een
individuele hoofdconducteur om te bepalen of hij een geweldsbevoegdheid wil
naast zijn BOA-schap.
2. Stand van zaken Service- Veiligheidsteams NS
De afgelopen jaren heb ik u herhaaldelijk op de hoogte gehouden van de stand
van zaken van de Service- en Veiligheidsteams van de NS. Tot nu toe heb ik in
mijn brieven gemeld dat de Service- en Veiligheidsteams nog niet op volle sterkte
draaiden. Tot mijn genoegen kan ik u melden dat de bezetting van de Service- en
Veiligheidsteams sinds begin 2010 conform het vooraf bepaalde aantal is,
namelijk 600 fte.
3. Samenwerking BOA's in het openbaar vervoer
Zoals ik aan uw Kamer heb toegezegd heb ik de wens van uw Kamer om te
komen tot betere samenwerking van BOAs in het openbaar vervoer voorgelegd
aan mijn ambtgenoot van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Met de brief van 22 maart 2010 (Kamerstuk 28642 nr. 50) is
uw Kamer door hem geïnformeerd over de acties die genomen worden om de
BOAs efficiënter in te zetten. Hij heeft u gemeld dat deze suggestie voor advies
aan de Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer zal worden voorgelegd.
De Stuurgroep van de Taskforce heeft de suggestie van de Tweede Kamer op
positieve manier opgepakt. De Taskforce bereidt enkele concessieoverschrijdende
pilots voor. Hierin wordt bekeken hoe de samenwerking tussen de BOAs in het
stad- en streekvervoer én NS kan worden geoptimaliseerd. Bij de evaluatie
daarvan kunnen dan lessen getrokken worden ten aanzien van de organisatie en
inzet. Overigens merk ik hierbij op dat het hier gaat om samenwerking en
optimale inzet van BOAs die nu doorgaans in dienst zijn van de vervoerbedrijven.
Dat heeft dus niets te maken met de politieorganisatie. Om misverstanden te
voorkomen spreek ik dus liever over een organisatie of samenwerkingsverband
van "OV-handhavers" dan van een OV-politie.
agina 2 van 4
P
Ons kenmerk
De uitvoering van de hierboven genoemde concessieoverschrijdende pilots is een VENW/DGMo-2010/5254
van de maatregelen die door de Taskforce worden uitgevoerd. De minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal u in september 2010 over de stand
van zaken informeren in de voortgangsrapportage Veilige Publieke Taak.
4. Commissievraag veiligheid en agressie in het OV
Op 20 april 2010 is in de Telegraaf een artikel verschenen over een
,,geweldsexplosie in de treinen. Volgens de Telegraaf blijkt uit een intern
vertrouwelijk veiligheidsrapport van NS dat in de eerste drie maanden van 2010
meer meldingen van geweldsincidenten zijn geweest. Naar aanleiding van de
berichtgeving heb ik navraag gedaan bij NS. Ik kan u melden dat NS maandelijks
diverse gegevens verzameld, zodat de ontwikkeling in het aantal en de aard van
de meldingen bij de Veiligheidscentrale gemonitord kan worden. In de
maandelijkse rapportages zijn onder andere de meldingen bij de
Veiligheidscentrale weergegeven. Voor circa 95% betreft het meldingen die weinig
te maken hebben met agressie en geweld (onder andere controles in de
gemeentelijke basisadministratie, relatief lichte overtredingen van huisregels NS
en informatievragen). Een relatief klein aandeel van de meldingen betreft agressie
en geweldsincidenten (circa 5%).
Volgens NS zijn de meldingen als gevolg van agressie en geweld in de afgelopen
periode niet gestegen, maar zijn deze de afgelopen tijd redelijk stabiel gebleven.
Wel kan uit de rapportages worden geconcludeerd dat er een stijging is van het
aantal meldingen bij de Veiligheidscentrale. Steeds meer medewerkers maken
gebruik van de mogelijkheden om zaken te melden. Daarnaast kunnen sinds
begin dit jaar ook medewerkers van Servex (stationshoreca) via de
Veiligheidscentrale melden. NS concludeert hieruit dat de werkwijze van de
Veiligheidscentrale en de inzet van de Service en Veiligheidsteams inmiddels zijn
vruchten afwerpt.
Laat ik vooropstellen dat ik ieder incident er één te veel vind. Echter, met onder
andere de Veiligheidscentrale en de inzet van de Service- en Veiligheidsteams
doet NS er alles aan om dit terug te dringen en zoveel mogelijk te voorkomen.
Voor mij blijft het van belang dat NS de afspraken die ik in het kader van het
vervoerplan met NS gemaakt heb nakomt.
Op 22 april is in het Algemeen Dagblad een artikel verschenen over de ,,stijging
van incidenten in sneltram Utrecht. In dit artikel wordt melding gemaakt van een
stijging van het aantal incidenten. Binnen de nieuwe concessie (2008) zijn
afspraken gemaakt tussen de stadsregio Utrecht en Connexxion over het beter
melden van incidenten. Tevens zijn in 2008 cameras op haltes geplaatst en
sindsdien worden ook incidenten die via deze cameras zijn waargenomen
geregistreerd. Of het feitelijke aantal incidenten is gestegen is niet bekend omdat
de registraties onderling niet vergelijkbaar zijn. Wel wordt conform de nieuwe
concessievoorwaarden stringenter en consequenter opgetreden tegen overlast en
zwartrijden. De ervaring leert dat het personeel daardoor in eerste instantie meer
met incidenten wordt geconfronteerd maar dat dit na enige tijd weer afneemt.
agina 3 van 4
P
Reizigers beoordelen de sneltram positief met een klantoordeel van 7,2 (ter
Ons kenmerk
vergelijking: het gemiddelde voor alle trams in Nederland is 7,1). VENW/DGMo-2010/5254
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 4 van 4
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat