INLIA
Europees Hof vraagt waarom Nederland geen gevolg geeft aan uitspraak
ECSR (14-06-10)
Ehrm_logo-thumb
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft de Nederlandse
regering vragen gesteld over het niet opvolgen van een uitspraak van
het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) inzake het op straat
zetten van gezinnen met kinderen.
In het kader van een door een Nederlandse advocaat aangevraagde
'interim measure' (een soort verzoek om een voorlopige
voorziening) heeft het Hof aan de Nederlandse regering de vraag
voorgelegd hoe Nederland de beëindiging van de voorzieningen van
een Burundees gezin met kinderen ziet in relatie tot de uitspraak van
het ECSR in de zaak van Defence for Children tegen Nederland van 20
oktober 2009.
De uitspraak van het ESCR kwam er kort gezegd op neer dat Nederland
geen gezinnen met minderjarige kinderen op straat mag zetten. Van deze
uitspraak heeft de Rijksoverheid zich tot nu toe echter niets
aangetrokken, omdat deze uitspraak volgens haar juridisch niet bindend
zou zijn. Dit is nogal opmerkelijk omdat Nederland zich wel degelijk
heeft gecommiteerd aan het ECSR, maar uitspraken van dit Comité
kennelijk meent naast zich neer te kunnen leggen. Ook het Burundese
gezin dat al eerder op straat werd gezet en waarvoor nu een procedure
aanhangig is bij het Europees Hof, is de dupe van de weigerachtige
houding van de Rijksoverheid. De Nederlandse regering zal nu in het
kader van de behandeling van de betreffende interim measure bij het
Europese Hof moeten verantwoorden waarom zij geen gevolg heeft gegeven
aan de uitspraak van het ESCR.
Klik hier voor de volledige tekst van de getroffen interim measure d.d.
21 mei 2010.
Het eerste bericht over de uitspraak van het ECSR werd geplaatst op
02-03-10.
Wilt u dat INLIA u zorgvuldig en kritisch blijft informeren over het
asielbeleid, maak dan uw bijdrage over door hier te klikken.