Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Toespraak minister Hirsch Ballin bij herdenkingsbijeenkomst in
Tuin van Bezinning
11 juni 2010
Hier, in dit nationaal monument van de politie, herinneren we ons onze
collega's, onze dierbaren. We zijn hier om stil te staan bij de offers
van het vak. En we zijn hier om kenbaar te maken dat we die offers niet
vergeten zijn.
Herinneren is een vorm van ontmoeten.
De Tuin van Bezinning is een ontmoetingsplek. Een plek waar we terug
kunnen denken aan de mensen die we zo goed hebben gekend, en die zijn
gestorven in de uitoefening van hun vak.
Het is goed dat er zo'n plaats is.
U weet hoe het is vlak na het overlijden van een dierbare. Je hebt het
gevoel dat hij of zij er nog is.
Je denkt iemand in een flits te herkennen op straat, je hoort zijn
stem, en ook geur of muziek kunnen je gedachten op ieder willekeurig
moment doen teruggaan naar de overledene.
Het kan verdriet oproepen of troost bieden.
De dichter Vasalis heeft mooi onder woorden gebracht wat een
plotselinge flard muziek teweeg kan brengen, en ik lees een paar regels
voor.
Een warm en onverwacht verdriet,
eerbied voor de gewoonste dingen,
neiging om hardop mee te zingen,
en dan te huilen om dit lied
ontstond in mijn verwend gemoed.
Ik voelde me bedroefd en goed.
Ze drukt hiermee - in mijn ogen - een universeel gevoel uit dat
iedereen onbewust en onverwacht wel eens heeft ervaren. Dat is
volstrekt persoonlijk en valt niet te sturen.
Des te belangrijker is het dat er een plaats is waar herinneringen een
vaste plek kunnen krijgen. Een plek waar mensen gesteund worden in het
besef dat ze niet alleen zijn in hun verdriet. Een plek die ook tot
bezinning en reflectie kan leiden.
Zes jaar geleden werd de Tuin van Bezinning geopend. De voortvarendheid
waarmee het initiatief werd omarmd en uitgevoerd, gaf aan dat er grote
behoefte bestond aan een nationaal monument voor de politie.
Het monument brengt goed tot uitdrukking dat er een grote onderlinge
verbondenheid is binnen de politie.
De moeder van een overleden agent zei destijds bij de oprichting: "Het
is mooi dat er iets tastbaars is waarmee je laat zien: het zijn onze
mensen; wij vergeten ze niet".
De afgelopen vijf jaar heeft laten zien dat de behoefte aan een vaste
herdenkingsplek groot is. Ook buiten de herdenkingsbijeenkomsten komen
er wekelijks mensen of groepen medewerkers van korpsen om eer de
bewijzen en stil te staan bij de risico's van het vak.
Ik las in het politieblad Blauw een impressie van één van hen. Hij
schrijft over het bezoek: "Deze tuin doet me beseffen hoe kwetsbaar we
zijn en ik heb mijn besluit genomen; het zal niet míjn naam zijn die
wordt gedragen door het volgende lot. Maar teruglopend naar de auto
draai ik me nog één keer om naar de tuin met namen en vraag me af:
"Zouden zij dat ook niet hebben gezegd?"
U allen weet dat het politievak niet zonder risico's is. De politie zet
zich in voor onze veiligheid. Zij staat vaak in de frontlinie, is het
eerst ter plaatse en loopt zelf risico's om óns ervoor te behoeden.
Natuurlijk weten we dat, maar het fatale bericht komt altijd
onverwacht. De prijs die de directe nabestaanden moeten betalen is
altijd te hoog. Dat mogen we niet vergeten.
Bij iedere naam die wordt bijgeschreven in de Tuin van Bezinning moeten
we ons afvragen: was dit te voorkomen? Iedere naam staat voor een ander
verhaal. Een verkeersongeval, een verdrinking, een schietincident. De
omstandigheden verschillen keer op keer, en ieder incident moeten we
oppakken in het streven naar een veilige politietaak. Of dit nu te
maken heeft met zichtbaarheid in het verkeer; een veilig uniform, de
omgang met wapens, of het verhogen van de weerbaarheid tegen agressie
en geweld.
De actualiteit leert ons helaas dat de agressie en geweld een breed
maatschappelijk verschijnsel is waar ook andere hulpverleners mee te
maken hebben. Vorig jaar had het merendeel van de
politiefunctionarissen te maken met een vorm van agressie.
We besteden veel aandacht aan een stevige aanpak van de daders, een
alerte houding van de leidinggevenden, en trainingen van het personeel.
We zien daarin verbetering.
Onderzoek leert ons ook dat nog veel politiefunctionarissen onvoldoende
op de hoogte zijn van maatregelen die hun werkgever neemt, zoals
trainingen en registratie. Daar liggen dus nog mogelijkheden om het vak
veiliger te maken.
Een bezinningsbijeenkomst als vandaag doet je beseffen dat je nooit
genoeg kunt investeren in veiligheid.
Niemand wil dat een politiemedewerker onnodig risico's loopt.
Want de risico's die onvermijdelijk zijn, zijn al groot genoeg.
Dat bewijzen al deze namen om ons heen.
Zij staan vandaag midden in onze gedachten.
Het zijn onze mensen, we zullen ze niet vergeten.