Nivel
Minder operaties vanwege heupartrose met nieuwe fysiotherapiebehandeling
Heup artritis 11 juni 2010 | Bij patiënten met heupartrose die door de
fysiotherapeut zijn behandeld met gedragsgeoriënteerde oefentherapie
(GRADIT), is het risico op een gewrichtsvervangende operatie drie keer
zo laag als bij patiënten die zijn behandeld volgens de richtlijn. Dit
blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in het
wetenschappelijke tijdschrift Osteoarthritis and Cartilage.
In Nederland hebben naar schatting zon 312.000 mensen knieartrose en
238.000 mensen heupartrose. Oefentherapie is effectief als behandeling
op de korte termijn. Patiënten hebben daardoor bijvoorbeeld minder pijn
en beperkingen bij lopen of fietsen. Maar als de behandeling is
afgelopen, neemt dat effect weer af doordat de meeste mensen met de
oefeningen stoppen en terugvallen in een minder actieve levensstijl. Om
therapietrouw en een actievere levensstijl te stimuleren zodat het
effect van de therapie langer behouden blijft, ontwikkelden de
onderzoekers de zogenoemde GRADIT-behandeling. Deze is gebaseerd op de
principes van Graded Activity en gericht op gedragsverandering.
GRADIT
Bij GRADIT bekijken patiënten samen met de fysiotherapeut welke
activiteiten ze het belangrijkste vinden, en bij welke ze het meeste
last hebben. Vervolgens kiezen ze er drie uit, bijvoorbeeld lopen,
fietsen en tuinieren, waarvan de intensiteit dan stapsgewijs wordt
opgevoerd. Bijvoorbeeld elke dag een minuut meer wandelen,
onafhankelijk van de hoeveelheid pijn. Daarnaast krijgen patiënten
oefeningen om de spierkracht en gewrichtsmobiliteit te verbeteren. Ze
krijgen een grote eigen verantwoordelijkheid, de fysiotherapeut treedt
op als coach die actief gedrag beloont met complimenten en
aanmoedigingen en ongewenst gedrag, zoals richten op pijn en daarover
klagen, probeert uit te doven door het te negeren. Na afloop van de
behandeling komen de patiënten nog vijf tot zeven keer terug bij de
fysiotherapeut.
Vijf jaar lang
De onderzoekers volgden vijf jaar lang twee groepen patiënten met
artrose aan heup of knie. De ene groep kreeg de conventionele
behandeling met oefentherapie volgens de richtlijn van het Koninklijk
Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, de andere groep de
GRADIT-behandeling. Op verschillende momenten in die vijf jaar werden
pijn en lichamelijk functioneren gemeten en is gekeken naar het aantal
gewrichtsvervangende chirurgische ingrepen. Het onderzoek is uitgevoerd
met subsidie van het Reumafonds.
Minder pijn en beperkingen
Op de lange termijn resulteren beide behandelingen in minder pijn en
beperkingen in activiteiten, zowel bij mensen met heup- als
knieartrose. Echter, bij mensen met heupartrose vermindert de
GRADIT-behandeling op de korte en middellange termijn de pijn en
beperkingen meer dan de behandeling volgens de richtlijn. Bovendien
blijkt dat het risico op een gewrichtsvervangende operatie bij mensen
met heup- artrose die de GRADIT-behandeling krijgen bijna drie keer zo
laag is. NIVEL-onderzoeker Martijn Pisters: Dit is een bijzonder
resultaat. Het betekent dat een gericht oefenprogramma een
gewrichtsvervangende operatie kan voorkomen, of in ieder geval kan
uitstellen. Natuurlijk is hiernaar nog meer onderzoek nodig, want wij
waren er niet primair op gericht verandering in het aantal operaties
aan te tonen.
Het Reumafonds is ook zeer verheugd met het resultaat van het onderzoek
en hoopt dat de behandeling in de praktijk toegepast zal worden.