Nivel
Door slimmer organiseren doet huisarts meer in minder tijd
NIVEL: proefschrift van den Berg 11 juni 2010 | Ondanks de toename van
het aantal patiënten per huisarts en het aantal contacten per patiënt,
werken huisartsen minder uren dan vroeger. Vooral door een andere
organisatie van de avond-, nacht- en weekenddiensten. Dit blijkt uit
NIVEL-onderzoek waarop Michael van den Berg woensdag 9 juni promoveerde
bij Tranzo aan de universiteit van Tilburg.
Tussen 1987 en 2001 is de vraag naar huisartsenzorg met ongeveer 10%
toegenomen. In diezelfde periode zijn huisartsen minder uren gaan
werken: van gemiddeld 53 naar 44 uur. Ze verlenen dus meer zorg in
minder tijd. Michael van den Berg beschrijft een aantal ingrijpende
organisatorische veranderingen in de huisartsenzorg en is nagegaan in
hoeverre deze hebben geleid tot minder werkbelasting. Zo verrichten
praktijkassistenten meer medische taken, wordt er tegenwoordig gewerkt
in huisartsenposten, leggen huisartsen minder visites af en hebben ze
meer telefonische contacten waardoor ze tijd besparen.
Vermindering werkuren
Al deze factoren hebben in uiteenlopende mate bijgedragen aan de
reductie van het aantal werkuren. Ondanks de hoge verwachtingen van
delegatie van taken aan assistenten en ondersteuners blijkt de werklast
hierdoor lang niet altijd te verminderen. De komst van huisartsenposten
daarentegen heeft wél enorm bijgedragen aan de afname van de
werkbelasting, vooral door de andere opzet van de avond-, nacht- en
weekenddiensten. Huisartsen hoeven daardoor tot 70% minder tijd te
besteden aan deze diensten.
Deeltijdwerken
In 1987 waren er veel meer mannelijke huisartsen dan vrouwelijke
huisartsen en werkten vooral vrouwen in deeltijd. In 2001 waren er nog
wel meer mannelijke huisartsen, maar werkten ook die veel meer in
deeltijd. Michael van den Berg: Dat huisartsen tegenwoordig minder
werken dan vroeger wordt vaak ten onrechte toegeschreven aan de
feminisering van het beroep, want ook de jonge, mannelijke huisartsen
werken vaak in deeltijd.
Richtlijnen
Van den Berg keek ook naar de invloed van de werkbelasting op de
kwaliteit. Huisartsen werken volgens professionele richtlijnen. Echter,
deze worden lang niet altijd gevolgd. Huisartsen blijken aanbevelingen
die veel tijd kosten minder trouw te volgen dan aanbevelingen waarmee
ze tijd kunnen besparen. De extra tijd die sommige richtlijnen vragen,
blijkt zelfs de belangrijkste factor om een richtlijn niet te volgen.
Weinig artsen, veel patiënten
Het onderzoek is gebaseerd op de Eerste en de Tweede nationale studie
naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk, uit
respectievelijk 1987 en 2001. Sinds die tijd is er veel veranderd in de
huisartsenzorg. Wel heeft Nederland vergeleken met andere landen nog
altijd zeer weinig huisartsen ten opzichte van het aantal patiënten.
Michael van den Berg: Dat wringt enigszins met het hedendaagse
gezondheidszorgbeleid dat erop is gericht zorgaanbieders te laten
concurreren op kwaliteit. De meeste huisartsen staan eerder voor de
uitdaging hun werklast binnen de perken te houden, dan om patiënten aan
te trekken.
Publicatie
* Berg, M.J. van den Workload in general practice. Utrecht: NIVEL,
2010. 209 p. Proefschrift Universiteit van Tilburg.
Fulltext pdf or DOI |
Expert/contactpersoon
Dr. M.J. (Michael) van den Berg, 030 272 97 00
Programmaleider
* Prof. dr. D.H. (Dinny) de Bakker
Onderzoeksthema
* Huisartsenzorg