Literatuuronderwijs kende begin vorige eeuw steeds zelfbewuster katholicisme
Promotie Moderne Nederlandse Letterkunde
vrijdag 11 juni, 12.00 uur
Bram Noot onderzocht in hoeverre de katholieke geloofsovertuiging in de periode 1868 tot 1924 een rol speelde in het literatuuronderwijs op katholieke scholen in Nederland. Katholieken waren op zoek naar een eigen identiteit en verschansten zich in een zuil die het gehele maatschappelijke en culturele leven moest omsluiten. Modernisme in religieus opzicht wezen zij af, maar zij wilden wel volop meedoen in het culturele leven. Katholieke verzuiling en emancipatie hadden gevolgen voor de wijze waarop katholieke schrijvers literaire werken voor hun literatuurmethoden selecteerden. Rond 1900 werden bijvoorbeeld schrijvers als Multatuli en Couperus doodgezwegen of scherp veroordeeld, terwijl nu al lang vergeten katholieke schrijvers de hemel in werden geprezen. Vanaf de eerste katholieke literatuurmethoden is er een voortdurende spanning zichtbaar in de wijze waarop samenstellers van deze schoolboeken zowel rekening hielden met kerkelijke richtlijnen als met de inmiddels gevestigde canon voor het literatuuronderwijs. Uit de vergelijking van een aantal katholieke literatuurmethoden blijkt dat na een periode vanaf 1880, waarin auteurs van die methoden nog tastend hun weg zochten en probeerden een voor katholieken aanvaardbaar antwoord te vinden op de liberale leescultuur, er in het eerste kwart van de twintigste eeuw in het literatuuronderwijs sprake is van een steeds zelfbewuster katholicisme.
Dhr. A. Noot: Lezen met een roomse bril. Opvattingen over literatuuronderwijs in katholieke scholen 1868-1924. Promotor is mw. prof. dr. M.T.C. Mathijsen-Verkooijen.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.
Meer informatie over de items in deze agenda kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail:
Universiteit van Amsterdam