Snelle internetgebruikers aanzienlijk langer online

11/06/2010 08:00

iPingTest.com

P E R S B E R I C H T

11 juni 2010

Gemiddelde gebruiker 2,7 internetsessie per dag

Gemiddelde sessieduur 3,5 uur

Het aantal sessies wordt niet beïnvloed door snelheid

Snelle internetgebruikers wel aanzienlijk langer online (!)

iPingTest meet continue de snelheid van internetverbindingen in Nederland. De metingen worden verricht vanuit gebruikersperspectief met behulp van de tool Nuria.nl.

Recent maakte het onderzoeksbureau een analyse van ruim een half miljoen meetsessies door Nuria-gebruikers die hebben plaatsgevonden in de maanden februari, maart en april 2010.

De gemiddelde sessieduur van internet-gebruikers in Nederland in deze periode bedraagt ongeveer 3,5 uur (207 minuten). Dit is de periode dat de computer aan staat, en betekent niet noodzakelijkerwijs dat iemand dan ook continue achter het scherm zit. Het gemiddelde aantal sessies per gebruiker bedraagt 2,7 per dag.

Vervolgens is gekeken of sessieduur en/of aantallen sessies verschilt bij gebruikers met een langzame dan wel snelle verbinding. Het blijkt dat de snelheid van de verbinding geen invloed heeft op het aantal sessies per dag wat een gebruiker opstart, maar wel op hoe lang deze sessies duren: in het algemeen geldt hoe sneller de verbinding, des te meer tijd wordt online besteedt per sessie.

In de bijlage een grafiek waarin sessieduur is uitgezet tegen de snelheid van de verbinding van de gebruiker.

Dezelfde gegevens in tabelvorm:

Snelheidsrange (Mbps) Gem. Aantal minuten online

0 359


1 263


2 148


3 150


4 183


5 153


6 233

8 181

10 178

12 401

15 162

16 220

20 205

24 213

25 213

30 227

35 256

40 266

50 280

60 324

90 349

100 142

120 401

Opvallend lang online zijn twee groepen:


1) Gebruikers met een downloadsnelheid van minder dan 2 Mbps.

Deze groep maakt zoveel gebruik van Internet, dat de aanschaf van een snellere (en doorgaans dan ook duurdere) internetverbinding gerechtvaardigd zou zijn. Een voor de hand liggende conclusie is dat deze gebruikers kiezen voor de laagste prijs, en de lage snelheid op de koop toenemen. Gelet echter op het huidige zeer beperkte aanbod in die snelheidscategorie, ligt het meer voor de hand dat het mensen zijn die al lang deze verbinding hebben, tegen een prijs die waarschijnlijk niet meer competitief is. Upgraden zou voor hen zowel op prijs als prestatie gunstig kunnen zijn.


2) Gebruikers met de snelst haalbare lokale verbinding (50, 120 Mbps).

Logisch is om te veronderstellen, dat de zogenaamde 'heavy users' zullen tenderen naar de snelst beschikbare verbindingen. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat de heavy users niet uit één coherente groep bestaan die altijd de snelste verbinding aanschaffen, maar dat er wel degelijk een rationele afweging tussen prijs en prestatie wordt gemaakt afhankelijk van het gebruik dat iemand maakt van zijn verbinding.

Verder vallen nog op:


3) De piek rond de 12 Mbps gebruikers

Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er een aanzienlijke groep ADSL-gebruikers is die door de afstand tot de centrale geen 20 Mbps kan krijgen, en dat deze gebruikers het snelste mogelijke ADSL-abonnement aanschaffen.


4) Het dal voor de 100 Mbps groep

Deze groep bestaat uit glasvezel-abonnees die voornamelijk maar kunnen verbinden op één snelheid, namelijk 100 Mbps. Dus dit is een clustering van allerlei soorten gebruikers, en niet per definitie alleen de 'heavy users' zoals bijvoorbeeld bij Ziggo's 50 Mbps of UPC's 120 Mbps abonnement.

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl





http://www.nuria.nl