INLIA
Minister geeft onbevredigend antwoord op Motie Van Velzen (11-06-10)
Struisvogel-thumb
De demissionair minister van Justitie Hirsch Ballin heeft per brief van
8 juni 2010 gereageerd op het aannemen door de Tweede Kamer van de
motie Van Velzen. De minister geeft aan dat hij het Centraal orgaan
Opvang Asielzoekers (COA) de opdracht heeft gegeven om tot 1 juli
aanstaande geen rechtmatig verblijvende kinderen op straat te zetten.
Naar verluidt worden asielzoekers met kinderen, wiens asielverzoek in
het aanmeldcentrum wordt afgewezen, hiervan echter weer
uitgezonderd. Na 1 juli zal de instructie aan het COA volgens de
minister niet meer nodig zijn, omdat er dan een aantal wijzigingen in
de asielprocedure in werking zullen treden. Hierdoor zal het volgens
de minister nog slechts in uitzonderlijke gevallen voorkomen dat er
kinderen op straat terecht zullen komen.
Concreet betekent dit echter dat de minister weigert toe te zeggen dat
er geen kinderen met rechtmatig verblijf meer op straat zullen komen.
Asielzoekers met kinderen die na afloop van de asielprocedure een
reguliere procedure opstarten bijvoorbeeld, omdat men buiten hun schuld
Nederland niet kan verlaten omdat de ambassade van het land van
herkomst weigert reisdocumenten te verstrekken, komen nog gewoon op
straat terecht. Ook geven de wijzigingen van de vreemdelingenwet per 1
juli aanstaande geen enkele garantie dat er geen gezinnen met kinderen
meer vanuit de Vrijheidsbeperkende Locatie in Ter Apel op straat
terecht zullen komen.
In zijn beantwoording houdt de minister daarnaast totaal geen rekening
met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 19 april
jl. In deze uitspraak van de CRvB, de hoogste rechter in Nederland ten
aanzien van sociale voorzieningen, wordt aangegeven dat de overheid
opvang dient te verstrekken aan een 'kwetsbare persoon' die een vorm
van rechtmatig verblijf heeft. In art. 3 onder 9 van de EU
Terugkeerrichtlijn (2008 /115 EG) waar Nederland aan gebonden is, wordt
bepaald wat onder het begrip 'kwetsbare personen' verstaan moet worden.
Hieronder vallen in ieder geval 'minderjarige kinderen'! Kortom, op
basis van de uitspraak van de CRvB in combinatie met de EU
Terugkeerrichtlijn, is de minister in feite verplicht om alle
rechtmatig verblijvende kinderen op te vangen. De minister kiest er
echter opnieuw voor om op dit punt 'struisvogelpolitiek' te bedrijven.
Hoe vaak moet de minister nog door de Nederlandse en/of de Europese
rechter op de vingers getikt worden, voordat het opvangbeleid in lijn
wordt gebracht met de Europese regelgeving?
Klik hier voor de volledige tekst van de brief d.d. 8 juni 2010 van
minister Hirsch Ballin aan de Tweede Kamer.
INLIA ontvangt bewust geen subsidie van de Rijksoverheid omdat zij niet
afhankelijk wil zijn van dezelfde Rijksoverheid die verantwoordelijk is
voor de uitvoering van het asielbeleid. Om deze onafhankelijkheid te
kunnen blijven garanderen, is INLIA echter wel afhankelijk van
uw bijdrage. U kunt uw bijdrage hier overmaken.