Rijksoverheid
Datum 11 juni 2010
Betreft Motie medicinale zuurstof
Geachte voorzitter,
Tijdens het VAO van 12 mei jl. hebben de leden Van der Veen en Timmer een
motie ingediend waarin zij mij verzochten de Kamer voor 1 juni a.s. te informeren
over een manier waarop de huidige wijze van verstrekking van medicinale .
zuurstof door middel van een uitzonderingsbepaling in de Geneesmiddelenwet
voortgezet kan worden.
Allereerst merk ik op dat de motie niet lijkt uit te gaan van een juiste voorstelling
van zaken hoe de kanalisatie van medicinaal zuurstof plaatsvindt. In de situatie
vóór de door mij vastgestelde kanalisatie kwam het er op neer dat de levering van
medicinaal zuurstof door medisch facilitaire bedrijven direct aan patiënten thuis of
in een instelling werd afgeleverd, zonder tussenkomst van een apotheek-
houdende. Het recept werd door de arts, al dan niet via de patiënt of de
fabrikant/groothandelaar, verstuurd naar de zorgverzekeraar. De branche-
organisaties hebben mij nadrukkelijk verzocht de aflevering van medicinale
zuurstof wettelijk goed te verankeren, omdat deze manier van afleveren geen
waarborgen kent voor een juiste verstrekking van medicinale zuurstof en niet
geoorloofd is volgens de Geneesmiddelenwet. Om de kwaliteit die het wettelijk
systeem vereist te waarborgen en toch zoveel mogelijk aan te sluiten bij de
bestaande situatie heb ik ervoor gekozen dat de aflevering van dit geneesmiddel
goed plaats kan vinden door middel van de zogeheten verlengde arm constructie.
Ik zal hieronder uitleggen waarom.
Geneesmiddelenwet
Artikel 61, eerste lid onder c van de Geneesmiddelenwet bepaalt dat ook daartoe
bij ministeriële regeling aangewezen personen en instanties onder de in de
regeling bedoelde omstandigheden UR-(uitsluitend recept)geneesmiddelen of UA-
(uitsluitend apotheek)geneesmiddelen ter hand mogen stellen.
Om de huidige wijze van verstrekking van medicinale zuurstof voort te zetten is
mijns inziens geen uitzonderingsbepaling in de regelgeving noodzakelijk. Een
uitzonderingsbepaling, in die zin dat de apotheekhoudende niet het medicinale
zuurstof aflevert, stuit zelfs op grote kwaliteitsbezwaren. Ik zal dit hieronder
toelichten.
Status van geneesmiddel
Inherent aan het veranderen van de status van medicinale zuurstof, dat sinds 31
januari 2006 als geneesmiddel wordt aangemerkt, is dat het via de apotheek
afgeleverd moet worden.
Aflevering en zorgplicht
In Nederland worden alle receptplichtige geneesmiddelen verstrekt door een
apotheekhoudende. De apotheekhoudende heeft ten opzichte van de patiënt een
zorgplicht en is verantwoordelijk voor het goed afleveren van een geneesmiddel.
De mogelijkheid bestaat namelijk dat de voorschrijvend arts niet het gehele
overzicht heeft van de medicatie die een patiënt gebruikt. De apotheker is de
aangewezen persoon die dit overzicht wel heeft en daardoor onder andere
mogelijke interacties kan signaleren. Een apotheker is bij uitstek opgeleid en
geëquipeerd om eventuele interacties te signaleren, medicatiebewaking uit te
voeren, voorlichting te geven etc. Hierdoor is hij in staat kwalitatief goede zorg te
verlenen.
Kostenstijging
In het algemeen geldt dat de aflevering van een geneesmiddel door een
apotheekhoudende tot gevolg heeft dat de apotheker daar een afleververgoeding
voor zal krijgen. Dit zal niet anders zijn bij de aflevering van medicinale zuurstof.
Daar staat tegenover dat een apotheekhoudende door middel van zijn kennis en
handelingen noodzakelijke waarborgen voor kwaliteit toevoegt in de genees-
middelenketen. Zie hiervoor onder de kop `Aflevering en zorgplicht'.
Verlengde arm constructie
In Nederland is het mogelijk om medicinale zuurstof direct te verstrekken via
medisch facilitaire bedrijven met behoud van de zorgplicht van de
apotheekhoudende. Dit is mogelijk via de zogenaamde `verlengde arm
constructie'. Dit betekent in feite dat de apotheekhoudende het recept verkrijgt
dat de arts heeft voorgeschreven voor een patiënt. Vervolgens schakelt hij, indien
hij niet zelf feitelijk zorg wil dragen voor de aflevering, een leverancier van
medicinale zuurstof in die de medicinale zuurstof aflevert bij de patiënt of de
instelling waar de patiënt verblijft. Het enige dat nu gevraagd wordt van de
voorschrijver is om het recept naar de apotheek te sturen in plaats van naar de
zorgverzekeraar, zoals voorheen het geval was. Dit is ook noodzakelijk wil de
apotheekhoudende aan zijn zorgplicht en verantwoordelijkheid kunnen voldoen
om een geneesmiddel goed af te leveren.
Indien een apotheekhoudende een derde betrekt bij de aflevering van een
geneesmiddel zal hij de verantwoordelijkheid houden. Derhalve zal hij zich bij het
inhuren van diensten van derden moeten verzekeren van kwalitatief goede
diensten.
Overgangsperiode
Na intensief overleg met de brancheorganisaties heb ik geconcludeerd dat de
aflevering van dit geneesmiddel goed plaats kan vinden door middel van de
zogeheten verlengde arm constructie. Er is afgesproken met de betrokkenen,
waaronder de "Vereniging van Fabrikanten van Industriële Gassen" (VFIG), dat ze
ruimschoots de tijd krijgen om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Dat de
aanbieders op dit moment nog niet klaar zijn, hoeft dus geen negatieve gevolgen
te hebben.
Bekendmaking
Voorschrijvers en afleveraars zullen, voor zover ze nog niet op de hoogte zijn, op
de hoogte worden gebracht van deze verandering.
Ik vertrouw er op dat ik u hiermee voldoende heb ingelicht over de mogelijkheid
om de huidige wijze van verstrekking van medicinale zuurstof voort te zetten.
Met vriendelijke groet,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink