Vragen van de leden Aptroot (VVD), De Rouwe (CDA) en Van der Staaij (SGP) aan
de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over bijstand voor schippers. (Ingezonden 20 mei 2010)
Vraag
Kunt u aangeven of het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen van toepassing is op
schippers, die - gezien de slechte marktsituatie - een schip hebben stilliggen? Zo ja,
kunt u aangeven aan welke criteria schippers moeten voldoen om in aanmerking te
komen voor deze vorm van bijstandsverlening? Zo nee, kunt u aangeven waarom
schippers, die tijdelijk geen inkomen hebben, niet voor de regeling in aanmerking
komen?
Antwoord
Het Bbz 2004 vormt onderdeel van de bijstandswetgeving en is bedoeld om
zelfstandigen (waaronder ook schippers) met een in beginsel levensvatbaar bedrijf
maar met tijdelijke financiële problemen ondersteuning te bieden in de vorm van een
periodieke uitkering tot de bijstandsnorm en/of bedrijfskapitaal. Afhankelijk van de
financiële positie van de zelfstandige wordt het Bbz verstrekt als lening of gift.
Elke zelfstandige tussen de 18 en 65 jaar die voor de voorziening in het bestaan is
aangewezen op inkomen uit het zelfstandig bedrijf of beroep dat hier te lande wordt
uitgeoefend en die voldoet aan het urencriterium kan in aanmerking komen voor het
Bbz, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. In de eerste plaats dient men eerst al
het vermogen waarover men redelijkerwijs kan beschikken aan te wenden voor de
instandhouding van het zelfstandig bedrijf of beroep. Het vermogen dat verbonden is
aan de eigen woning of het bedrijf is hiervan uitgezonderd. In de tweede plaats dient
het zelfstandig bedrijf of beroep, na tijdelijke ondersteuning vanuit het Bbz, in
beginsel weer levensvatbaar te zijn. Bij het oordeel over de levensvatbaarheid speelt
een rol of een slechte marktsituatie van tijdelijke of structurele aard is en welke
invloed de marktsituatie en andere factoren die voor de levensvatbaarheid van belang
zijn op het zelfstandig bedrijf of beroep hebben. De levensvatbaarheidseis is niet van
toepassing op een zelfstandige die zich verplicht het zelfstandig bedrijf of beroep
uiterlijk binnen 12 maanden te beëindigen en een zelfstandige van 55 jaar of ouder die
het zelfstandig bedrijf of beroep gedurende een aaneengesloten periode van 10 jaar
onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag heeft uitgeoefend en hieruit een inkomen
geniet dat duurzaam ontoereikend is om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te
voorzien.
De gemeente, als uitvoerder van het Bbz, beoordeelt elke individuele Bbz-aanvraag.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid