Erasmus Universiteit Rotterdam

Oratie Mw. Prof.dr. G.M.M. Kuipers

Titel oratie
De fiets van Hare majesteit: Over nationale habitus en sociologische vergelijking

---

Leerstoel:
Norbert Eliasleerstoel met de leeropdracht de studie van langetermijnprocessen

Datum
11 juni 2010 16:00

---

Locatie:
Woudestein, aula

---

Faculteit
Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen (FHKW)

Inwoners van verschillende landen gaan meer op elkaar lijken

Nationale habitus neemt af: de fiets is overal

Hoe komt het dat inwoners van een land in bepaalde opzichten meer op elkaar lijken dan bewoners van het buurland? En waarom lijkt dat af te nemen? Die vraagt stelt prof.dr. Giselinde Kuipers in haar oratie De fiets van Hare Majesteit: Over nationale habitus en sociologische vergelijking. Zij neemt als voorbeeld van de 'nationale habitus' de in Nederland zo populaire fiets, die nu ook steeds meer in het buitenland wordt gebruikt. Kuipers aanvaardt met haar rede op vrijdag 11 juni 2010 de Norbert Eliasleerstoel met de leeropdracht de studie van langetermijn processen in de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen.

Een goed voorbeeld van deze nationale habitus is de fiets. Overal in Nederlandse steden vind je eindeloze rijen en stapels fietsen, maar zo gauw je de grens oversteekt zag je deze niet meer. Landenvergelijkend onderzoek is in de sociologie steeds meer de norm. Maar de vraag wat "een land" dan is, waarom mensen in landen op elkaar lijken wordt maar zelden gesteld. Overeenkomsten binnen landen nemen bovendien af, inwoners van verschillende landen gaan vaak juist meer op elkaar lijken, aldus Kuipers.

In haar oratie gaat zij in op de vorming van nationale habitus, die bepaald wordt door toenemende onderlinge afhankelijkheid, stapeling van instituties, verticale overdracht (het overdragen van gewoonten van de hogere naar lagere klassen), en groeiend nationaal gevoel. Deze processen samen verklaren ook de populariteit van de fiets in het homogene, vanouds door de middenklasse gedomineerde Nederland. De fiets is tekenend voor de Nederlandse statuspolitiek - en werd ook een krachtig symbool van nationale identiteit.

Door toenemende mondialisering neemt onderlinge afhankelijkheid ook over de landsgrenzen toe, en worden nationale instituties steeds meer ingebed in transnationale netwerken. De verschillen tussen de klassen zijn sinds de tweede helft van de twintigste eeuw versluierd en ontkend door de opkomst van de 'gelijkheidsgedachte' en een meer informele houding. De overdracht van standaarden en praktijken van de ene klasse naar de andere nam af, en er ontstaat daardoor een groeiende afstand tussen hoger- en lageropgeleiden binnen verschillende westerse landen. Er tekent zich een nieuwe tweedeling af tussen lager opgeleiden, die vaak meer nationaal georiënteerd zijn, en meer kosmopolitisch georiënteerde hogeropgeleiden, die zich het nieuwe egalitaire en informele ethos het meest eigen hebben gemaakt. Dit wordt nog versterkt door toenemende mondialisering. Dit leidt tot afnemende gelijkvormigheid binnen landen, ofwel: minder nationale habitus.

En de fiets.... Om deze nieuwe, kosmopolitische "creatieve klasse" te lokken leggen steeds meer steden uitgebreide netwerken aan van: fietspaden. Van Parijs tot Toronto, van Rome tot Krakow, en van Boston tot Beijing worden "bicycle sharing" programma's opgestart - de 21e eeuwse versie van het witte-fietsenplan. Want het internationale symbool, de gedeelde hobby, en een belangrijk politiek-sociaal project van deze kosmopolitische, groene, egalitaire en o zo informele klasse? Dat is het symbool voor status-zonder-opsmuk, macht die niet wil weten dat het macht is, dat we in Nederland allang kennen.

Kuipers concludeert dat "land" daarom geen vanzelfsprekende eenheid van analyse voor sociale wetenschap meer kan zijn; en dat ook "landenvergelijking" niet vanzelfsprekend is. De groeiende diversiteit, hapering van neerwaartse overdracht, het losser worden van het raster van de natiestaat roept ook een tweede vraag op: hoe vindt sociale en culturele overdracht tegenwoordig plaats? Het simpele, maar krachtige mechanisme van verticale verspreiding heeft nu concurrentie van allerlei andere soorten overdracht. Media spelen in sociale overdracht een steeds centralere rol. Deze nieuwe patronen van culturele en sociale overdracht hangen ook samen met sociale ongelijkheid.