Gemeente Utrecht
2010 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
58 Vragen van de heer V. Oldenborg
(ingekomen 23 april 2010
en antwoorden verzonden door het college op 10 juni 2010)
Schriftelijke vragen inzake Verkeersgegevens
Op 24 januari 2008 heeft het College besloten en ik citeer: "Overzichten
van de invoergegevens en van de resultaten van het verkeersmodel
(intensiteiten 2006 en verwachtingen in de toekomst) zullen via de
gemeentelijke website openbaar worden gemaakt."
Voor zover Stadspartij Leefbaar Utrecht heeft kunnen nagaan is dat nog altijd niet gebeurt. Nu zijn er in de stad Utrecht meerdere bewonersgroepen en individuen die om hen moverende redenen in die gegevens geïnteresseerd zijn. Op verzoeken om openbaarmaking van de gegevens zoals dat is vastgelegd in het bovengenoemd Collegebesluit volgt van gemeentewege een oorverdovend stilzwijgen en zelfs op WOB-verzoeken, zoals het laatste van de heer C. van Oosten wordt niet gereageerd. Zelfs op de ingebrekestelling tengevolge van niet tijdig beslissen op een WOB-verzoek wordt niet gereageerd. Met als gevolg dat wettelijk verplichte dwangsom die in dat geval verbeurt wordt, al weer een feit is. Deze gegevens leiden de fractie van Stadspartij Leefbaar Utrecht tot de volgende vragen:
1. Wat is de reden dat het Collegebesluit van 24 januari 2008 niet is uitgevoerd?
Het college heeft de besluiten die op 15 januari 2008 zijn genomen over het verkeersmodel VRU2.0 UTR1.0 uitgevoerd::
1) Het nieuwe verkeersmodel VRU 2.0 UTR 1.0 (basisjaar 2006 en prognosejaar 2020) vast te
stellen en voor besluiten na 15 januari 2008 dit model te gebruiken als onderlegger.
2) De bijbehorende Toelichting en achtergronden VRU 2.0 UTR 1.0 vast te stellen
3) De directeur StadsOntwikkeling op te dragen VRU 2.0 UTR 1.0 (inclusief de toelichting) te
beheren
Een toelichting bij het verkeersmodel die de wethouder Verkeer in de toenmalige raadscommissie Verkeer en Beheer op 19 februari 2008 heeft toegezegd is beschikbaar gesteld via de link http://www2.utrecht.nl/smartsite.dws?id=237718.
2. Wat is de reden dat de gemeente Utrecht niet binnen de daarvoor voorgeschreven termijn heeft gereageerd op het WOB-verzoek van de heer Van Oosten?
Het betreffende WOB-verzoek van de heer Van Oosten viel uiteen in 17 verzoekpunten. Het behandeltraject was derhalve zeer arbeidsintensief.
3. Wat is de reden dat de Gemeente Utrecht niet tijdig heeft gereageerd op de ingebrekestelling door de heer Van Oosten?
De ingebrekestelling van de heer Van Oosten is per e-mail binnengekomen en is door een administratieve omissie helaas te laat binnen gekomen bij de afdeling die voor de behandeling van dit WOB-verzoek verantwoordelijk is.
4. Mag de fractie van Stadspartij Leefbaar Utrecht er van uit gaan dat de verbeurde dwangsom in dit geval ten laste gebracht wordt van de medewerker van de gemeente Utrecht die verantwoordelijk is voor dit schofferen van een burger?
Nee. Wij betreuren het dat een besluit op het WOB-verzoek van de heer Van Oosten niet binnen de voorgeschreven termijn is genomen. Desondanks zijn wij van oordeel dat de behandeling van het betreffende WOB-verzoek er op was gericht om binnen de geldende termijn een zo optimaal mogelijk daarop toegesneden WOB-besluit te nemen.
5. Mag de fractie van Stadspartij Leefbaar Utrecht er van uitgaan dat de heer Van Oosten, naast de verbeurde dwangsom, per omgaande de in het WOB-verzoek gevraagde informatie krijgt toegezonden?
Ja, wij hebben de informatie op 3 mei 2010 aan de heer van Oosten toegezonden.
6. Wilt u de fractie van Stadspartij Leefbaar Utrecht uiterlijk bij behandeling van de voorjaarsnota een overzicht doen toekomen van het totaal aantal gevallen waarin de gemeente Utrecht een dwangsom heeft moeten uitkeren en een overzicht van het daarmee gemoeide bedrag?
Op dit moment zijn géén tot uitbetaling verplichte dwangsommen opgenomen in de centrale registratie van de dienst Ondersteuning. Sinds november vorig jaar is de gemeente 14 maal 'in gebreke gesteld'. Óf en zo ja in hoeveel van deze gevallen het uiteindelijk tot uitbetaling van een dwangsom komt is nog onbekend, omdat na ingebrekestelling de gemeente nog twee weken de tijd heeft om de fout te herstellen. In het kader van de periodieke monitoring Utrechtse Servicenormen wordt dit najaar voor het eerst ook de uitvoering van de 'wet dwangsom' geëvalueerd.
7. Welke maatregelen neemt u zich voor te treffen, teneinde deze laakbare traagheid van de verantwoordelijke afdeling voor de behandeling van een WOB-verzoek, in de toekomst te voorkomen?
Er zijn maatregelen genomen (oa ingebruikname nieuw registratiesysteem met termijnsignalering en eenduidigere archivering) om via verbetering van control en monitoring de doorloopsnelheid van WOB-verzoeken te vergroten en te waarborgen dat deze verzoeken, ondanks de substanbtiële toename ervan, binnen de wettelijke gestelde termijnen worden afgedaan. WOB-verzoeken worden in de regel tijdig afgedaan binnen.
---- --