Beterschap op komst voor onze grenswaterlopen
Vlaamse en Nederlandse waterschappen werken nauw samen
----------
Op 14 juni trekt een Antwerpse delegatie van waterdeskundigen en beleidsmensen naar Breda. Doelstelling: samen met Nederland werken aan een opwaardering van onze grenswaterlopen. "De Kleine Aa/Molenbeek, de (Boven-)Mark en 't Merkske stoppen immers niet aan de landsgrens," argumenteert Rik Röttger, gedeputeerde bevoegd voor waterbeleid. "De samenwerking zorgt er ondermeer voor dat vissen vanuit Nederland stroomopwaarts in Vlaanderen kunnen paaien en voedsel zoeken en dat exotische planten- en diersoorten beter worden teruggedrongen. Binnenkort wordt werk gemaakt van een eerste gezamenlijk plan van aanpak voor de herwaardering van de Kleine Aa/Molenbeek tussen Essen en Roosendaal."
Water stopt niet aan een landsgrens. Daarom is grensoverschrijdende samenwerking een absolute noodzaak omdat veel beken en rivieren die door het Nederlandse West-Brabant stromen, hun oorsprong hebben in de provincie Antwerpen. Dat zijn onder andere de Kleine Aa/Molenbeek tussen Essen (B) en Roosendaal (N), de (Boven-)Mark tussen Hoogstraten (B) en Breda (N) en 't Merkske, de beek die bij Castelré gedeeltelijk de grens vormt tussen Nederland en Vlaanderen. Maandag 14 juni vergadert de stuurgroep van het Vlaamse waterschap Mark en Weerijs in kasteel Bouvigne in Breda. De vertegenwoordigers van diverse Vlaamse waterbeerders zijn te gast bij het Nederlandse waterschap Brabantse Delta.
Samenwerking werpt vruchten af
De samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen werpt vruchten af. De voorbije jaren werd er werk gemaakt van het vispasseerbaar maken van stuwen in twee grensoverschrijdende rivieren nl. de Mark en Weerijsbeek. Naast de stuwen zijn vistrappen aangelegd waardoor diverse soorten vis vanuit het Volkerak-Zoommeer tot ver in het Vlaamse stroomgebied van deze rivieren kunnen zwemmen om te paaien en voedsel te zoeken. Het waterschap Brabantse Delta en de provincie Antwerpen hebben al in diverse Interregprogramma's samengewerkt. Zo werd vorig jaar nog gezamenlijk ingestapt in een Europees project mbt invasieve exoten. Dit project is gericht op het terugdringen van planten- en diersoorten die een bedreiging vormen voor de waterkwaliteit, de doorstroming van het water en/of de oorspronkelijk in het water voorkomende flora en fauna. Een voorbeeld hiervan zijn de grote waternavel en parelvederkruid. Dat zijn snelgroeiende waterplanten die veel in particuliere vijvers voorkomen. Eenmaal in het oppervlaktewater belemmeren deze waterplanten de doorstroming en kunnen zo wateroverlast veroorzaken.
Nieuwe maatregelen
De samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen heeft een impuls gekregen door de Europese Kaderrichtlijn Water. Alle organisaties die betrokken zijn bij het waterbeheer hebben divers plannen vastgesteld die oa moeten leiden tot een verbetering van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater verder te verbeteren. Aan beide zijden van de grens moeten bijvoorbeeld maatregelen genomen worden om de hoeveelheid meststoffen in het water te verminderen. Deze stoffen, fosfaat en stikstof, veroorzaken algengroei in het water. Ook over de herinrichting van waterlopen maken Vlaamse en Nederlandse overheden afspraken. Binnenkort staat de opmaak van een eerste gezamenlijk plan van aanpak voor de herwaardering van de Kleine Aa/Molenbeek tussen Essen en Roosendaal op het programma. Verantwoordelijke gedeputeerde:
Rik Röttger, sp.a
tel. 03 240 52 55
Perscontact: