-
Datum 10 juni 2010
Voorhang wijzigingsbesluit Rotterdam the Hague 3
Airport
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u, conform artikel 4.4, tweede lid, Wet op de ruimtelijke ordening,
mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer het wijzigingsbesluit Rotterdam the Hague Airport toekomen.
De reden voor dit wijzigingsbesluit is de noodzaak de Ke-geluidzone te
actualiseren vanwege geconstateerde (technische) onvolkomenheden in de Ke-
geluidzone van de Aanwijzing 2004, en de verruiming van de geluidsruimte met
627 extra dagbewegingen in verband met de sluiting van Marinevliegkamp
Valkenburg.
Het voorliggende wijzigingsbesluit is tot stand gekomen door middel van intensief
en constructief overleg met de regionale betrokken partijen. Hierdoor is een goed
draagvlak ontstaan in de regio voor dit besluit. Met name de beide adviezen van
Gedeputeerde Van Heijningen, tot stand gekomen in nauwe samenwerking met
de drie wethouders van de omliggende gemeenten Lansingerland, Rotterdam en
Schiedam, hebben de bouwstenen aangedragen om dit wijzigingsbesluit mogelijk
te maken. De adviezen van Van Heijningen bevatten een pakket van
uiteenlopende maatregelen om (toenemende) geluidbelasting van vliegverkeer in
de nacht aan te pakken. Een aantal maatregelen zal nog nader worden
uitgewerkt.
Het voorliggende wijzigingbesluit is ook voorgelegd aan de Inspectie van Verkeer
en Waterstaat voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets. De Inspectie van
Verkeer en Waterstaat heeft geoordeeld dat het wijzigingsbesluit goed
handhaafbaar is.
Gedurende de looptijd van de procedure heb ik u op de hoogte gehouden van de
ontwikkelingen ten aanzien van het wijzigingsbesluit. Voor een omschrijving hoe
het voorliggende wijzigingsbesluit tot stand is gekomen verwijs ik u naar bijlage
1.
a
agina 1 van 5
P
Het wijzigingsbesluit bestaat uit twee delen. Datum
1. Het aanwijzingsbesluit "Geluidzones rond het luchtvaartterrein Rotterdam The Ons kenmerk
Hague Airport" door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en VENW/DGLM-2010/1564
Milieubeheer in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat in
het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Het Wro besluit stelt dat de
gemeenten binnen een jaar na dagtekening de aanpassingen in hun
bestemmingsplannen hebben verwerkt.
2. Het wijzigingsbesluit aanwijzing luchtvaartterrein Rotterdam The Hague Airport
door de Minister van Verkeer en Waterstaat in overeenstemming met de Minister
van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in het kader van de
Luchtvaartwet. De wijziging van de aanwijzing van de luchthaven Rotterdam the
Hague Airport houdt in:
- een actualisering van de Ke-geluidszone met inachtneming van het in de
vigerende aanwijzing beoogd gebruik van de luchthaven. Actualisatie is
noodzakelijk ter correctie van geconstateerde (technische) onvolkomenheden in
de Ke-geluidszone van de Aanwijzing 2004 en de aanpassing aan de uitbreiding
van de verkeersbegeleiding met een tweede instrument landing system (ILS)
- een verruiming van de randvoorwaarden met extra geluidsruimte voor extra
bewegingen ten behoeve van het accommoderen van overheidsvliegverkeer dat
door de sluiting van Marinevliegkamp Valkenburg daar niet meer terecht kan.
Dit houdt in dat de geactualiseerde geluidsruimte, waarbinnen 24.395
vliegtuigbewegingen conform de huidige vlootmix kunnen worden
geaccommodeerd, zal worden uitgebreid met geluidsruimte voor 627 extra
dagbewegingen voor overheidsvluchten
Conform de wettelijke procedure hebben het MER en de ontwerpaanwijzingen van
1 september 2009 tot en met 12 oktober 2009 ter inzage gelegen. In deze
periode bestond voor een ieder de gelegenheid zienswijzen op de
ontwerpaanwijzingen en het MER in te brengen bij het Centrum Publieks
Participatie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Naar aanleiding van de mondeling en schriftelijk ingebrachte zienswijzen heeft de
Commissie voor de milieueffectrapportage op 24 november 2009 advies
uitgebracht over het MER. De Commissie MER is van oordeel dat de essentiële
informatie in het MER aanwezig is.
De Commissie ex artikel 21 van de Luchtvaartwet heeft op 14 januari 2010 advies
uitgebracht over de mondeling en schriftelijk ingebrachte zienswijzen.
Beide adviezen zijn door het bevoegd gezag meegenomen in het besluit.
agina 2 van 5
P
Het in kennis stellen van de Tweede Kamer conform artikel 4.4, tweede lid, Wet Datum
op de ruimtelijke ordening is de laatste stap in de aanwijzingsprocedure voordat
het wijzigingsbesluit kan worden vastgesteld. Ons kenmerk
VENW/DGLM-2010/1564
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 3 van 5
P
Datum
Bijlage 1: Totstandkoming wijzigingsbesluit
Ons kenmerk
Achtergrond VENW/DGLM-2010/1564
Ten behoeve van het verzoek van de exploitant van Rotterdam the Hague Airport
om de Ke-geluidsruimte van de Aanwijzing 2004 te actualiseren en te verruimen,
heeft de exploitant conform wetgeving de milieueffecten laten
onderzoeken. Op 22 september 2006 heeft Rotterdam the Hague Airport het
Milieueffectrapport Zoneaanpassing Rotterdam Airport aangeboden en is het door
het bevoegd gezag aanvaard.
In 2007 is er in het kader van artikel 19 van de Luchtvaartwet, namens het
bevoegd gezag, bestuurlijk overleg gevoerd over het voorontwerp van het
wijzigingsbesluit met de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Lansingerland,
Rotterdam en Schiedam. In dit bestuurlijk overleg is gebleken dat de regio zich
met name zorgen maakt over (toenemende) geluidsbelasting van vliegverkeer in
de nacht. Dientengevolge heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat, mede
namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
de Gedeputeerde Van Heijningen van Zuid Holland, voorzitter van de Commissie
Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam, gevraagd te verkennen welke
oplossingen er mogelijk zijn die op draagvlak in de regio kunnen rekenen.
Hierover heb ik uw Kamer per brief geïnformeerd (brief van Minister van Verkeer
En Waterstaat aan de Tweede Kamer dd. 16 juli 2007, kenmerk: V&W/DGTL
2007/9804).
Commissie van Heijningen
Op 13 september 2007 heeft Gedeputeerde Van Heijningen zijn verkenning aan
de Minister van Verkeer en Waterstaat aangeboden. Samen met regionale
betrokken partijen is een rapportage opgesteld waarin uiteenlopende
maatregelen worden voorgesteld om dit knelpunt aan te pakken. Onderscheid is
gemaakt in oplossingsrichtingen die op korte termijn ingezet kunnen worden en
oplossingsrichtingen die op langere termijn kunnen leiden tot vermindering van de
overlast. Deze oplossingsrichtingen zijn vervolgens door een werkgroep
bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken partijen nader onderzocht op
haalbaarheid en effectiviteit. Op 8 oktober 2008 heeft Gedeputeerde Van
Heijningen van Zuid-Holland het "Vervolg advies draagvlak aanwijzingprocedure
Rotterdam Airport" uitgebracht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Bij
brief van 22 oktober 2007 aan de voorzitter van de Tweede Kamer (kenmerk
VenW/DGTL-2007/10469) heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat, in
overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, de Tweede Kamer laten weten te overwegen een aanpassing door te
voeren ten opzichte van het voorontwerp besluit.
Herziening voorontwerp wijzigingsbesluit
Op grond van het bestuurlijk overleg in 2007 en het advies van Gedeputeerde
Van Heijningen, is de exploitant verzocht het MER van 2006 deels te herzien en
aan de onderzochte alternatieven, variant 4c toe te voegen. Een variant
waarbij de ke-geluidszone geactualiseerd en verruimd wordt met extra
overheidsvluchten, maar zonder toename van het aantal nachtbewegingen. Bij
brief van 20 maart 2008 (kenmerk VenW/DGTL-2008/415) is de Kamer hierover
geïnformeerd. Op 25 november 2008 heeft de exploitant het herziene
Milieueffectrapport Zoneaanpassing Rotterdam Airport aan het bevoegd gezag
aangeboden.
agina 4 van 5
P
Datum
In februari 2009 is het herziene voorontwerp voor het wijzigingsbesluit aan de
regio voorgelegd. In de eerste helft van 2009 heeft hierover bestuurlijk overleg Ons kenmerk
plaatsgehad. Van de vier bestuurlijke overlegpartners zijn, op basis van VENW/DGLM-2010/1564
besprekingen in hun staten en raden, schriftelijke reacties ontvangen.
- De provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam reageren instemmend
met de keuze van de nieuwe voorkeursvariant van het rijk, met inachtneming
van alle gedurende het bestuurlijk proces gemaakte afspraken omtrent
monitoring, hinderbeperkende maatregelen, communicatie en structurele
bestuurlijke afstemming.
- De gemeente Lansingerland heeft aangegeven dat zij kan instemmen met het
voorliggend voorontwerp mits invulling zal worden gegeven aan enkele
additionele randvoorwaarden. Vanuit rijkszijde is aan Gemeente Lansigngerland
aangegeven dat de additionele randvoorwaarden die zij stellen waar mogelijk
worden betrokken bij de verdere uitwerking van de Commissie van Heijningen.
Hierop heeft Gemeente Lansingerland hun standpunt tijdens de periode dat de
stukken ter inzage hebben gelegen per nogmaals kenbaar gemaakt
- De gemeente Schiedam heeft het traject waarmee dit wijzigingsbesluit tot
stand is gekomen als positief ervaren. De communicatie tussen de verschillende
partners is verbeterd en het begrip voor elkaars standpunten is toegenomen.
Echter, de Gemeente Schiedam is wel afwijzend ten aanzien van elke
aanpassing van de vigerende aanwijzing uit 2004.
Bij brief van 18 augustus 2009 aan de voorzitter van de Tweede Kamer (kenmerk
VenW/DGTL-2009/2790 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat, in
overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, de Tweede Kamer laten weten dat het ontwerp wijzigingsbesluit
samen met Milieueffectrapport vanaf 1 september 2009 gedurende zes weken ter
visie heeft gelegen. Na verwerking van de inspraakreacties en de adviezen van de
Commissie m.e.r. (24 november 2009) en de Commissie 21 (14 januari 2010)
wordt de Tweede Kamer, conform artikel 4.4, tweede lid, Wet op de ruimtelijke
ordening, in kennis gesteld van het aanwijzingsbesluit luchthaventerrein
Rotterdam the Hague Airport.
agina 5 van 5
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat