Woonbond
10-06-2010
Gevolg verkiezingsuitslag voor huurders onduidelijk
De gevolgen voor huurders van de politieke aardverschuiving op 9 juni
zijn ongewis. Ondanks de forse ruk naar rechts lijkt een kabinet
Paars-plus (VVD, PvdA, GroenLinks en D66) nog het meest waarschijnlijk.
Maar ook in zon kabinet is een gematigd huurbeleid allerminst
vanzelfsprekend.
Welke kleur de nieuwe regering ook krijgt, het risico is groot dat een
nieuw kabinet het inflatievolgend huurbeleid niet zal continueren. Ook
het heilige (VVD) huisje van de hypotheekrenteaftrek blijft wellicht
niet overeind. Alleen CDA-leider Balkenende had hiervan een breekpunt
gemaakt en hij is opgestapt. Bij de coalitiebesprekingen komt dit punt
ongetwijfeld aan de orde, hoogstwaarschijnlijk in relatie tot de
plannen voor de huursector. Die plannen liggen bij de diverse partijen
mijlenver uit elkaar. De VVD heeft als enige in zijn
verkiezingsprogramma aangegeven te willen bezuinigen door de huren
sterk op te trekken en die extra huurinkomsten door te sluizen naar het
rijk. Ook D66 wil de huren fors laten stijgen, maar wel in combinatie
met het aanpakken van de hypotheekrenteaftrek. De andere potentiële
regeringspartijen zijn voor een gematigder huurstijging, maar willen
wel het scheefwonen aanpakken. Dat kan grote gevolgen hebben voor
huurders met een bescheiden middeninkomen.
Het slechtste scenario is dat een nieuw kabinet ervoor kiest om de
huren sterk te laten stijgen. Woonbonddirecteur Ronald Paping: Dat zou
een ramp zijn voor de koopkracht van huurders. Dat er bezuinigd moet
worden is duidelijk, maar laten we alsjeblieft zorgvuldig en
rechtvaardig opereren en niet overhaast de keuze maken om kopers te
ontzien en huurders niet. Laten we vooral ook voorkomen dat de
corporaties geen geld overhouden om te blijven investeren in betaalbare
woningen voor mensen met een laag of bescheiden middeninkomen.