beantwoording vragen over bomaanslagen in Mosul op bussen met
christelijke studenten
Kamerbrief inzake beantwoording vragen over bomaanslagen in Mosul op bussen
met christelijke studenten
Kamerbrief | 10 juni 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Omtzigt, Haverkamp, Voordewind en Van der Staaij
over bomaanslagen in Mosul op bussen met christelijke studenten. Deze
vragen werden ingezonden op 18 mei 2010 met kenmerk 2010Z08362.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Omtzigt, Haverkamp (beiden CDA), Voordewind
(Christenunie) en Van der Staaij (SGP) over bomaanslagen in Mosul op
bussen met christelijke studenten.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de bomaanslagen op een aantal bussen met
christelijke studenten in de Irakese stad Mosul, waarbij één dode en
vele gewonden vielen? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Gezien het feit dat dit de zoveelste aanslag in Mosul en omgeving is en
vele minderheden, onder wie christenen, massaal Irak ontvluchten, op
welke wijze kunt u zorgen voor een vergrote internationale aanwezigheid
en betere internationale controle op de bescherming van minderheden?
Vraag 3
Bent u bereid in internationaal verband, liefst in samenwerking met
andere landen zoals bijvoorbeeld Turkije, een ronde tafelconferentie te
organiseren over de bescherming van minderheden in Irak en het
voorkomen van vluchtelingenstromen?
Vraag 4
Bent u bereid binnen de Verenigde Naties (VN) de discussie aan te gaan
hoe de VN religieuze minderheden in Irak beter kunnen gaan beschermen?
Antwoord
De veiligheidssituatie in Irak is na de verkiezingen van 7 maart jl.
verslechterd en het toegenomen geweld treft alle bevolkingsgroepen in
Irak. De provincie Nineveh, waar Mosul zich bevindt, is na Bagdad de
provincie waar de meeste incidenten plaatsvinden. Dit heeft te maken
met de aanwezigheid van etnische en religieuze minderheden, maar vooral
met de status als betwist gebied (de Koerden beschouwen dit gebied als
behorend bij Koerdistan) en de natuurlijke bronnen die zich in de
provincie bevinden. De verslechterde veiligheidssituatie heeft volgens
informatie van de VN-missie in Irak (UNAMI) en het VN-kantoor voor de
coördinatie van humanitaire hulp (OCHA) tot nu toe niet geleid tot een
toename in het aantal vluchtelingen. Wel zijn enkele honderden gezinnen
ontheemd geraakt in de afgelopen maanden.
De waarborging van de veiligheid en mensenrechten van minderheden is
een zaak voor de Irakese regering. Het is derhalve van groot belang dat
er snel een stabiele en inclusieve regering gevormd wordt die de orde
en veiligheid in de Irakese samenleving herstelt. Ook zal deze regering
de kwestie van de betwiste gebieden moeten afhandelen, waardoor de
veiligheidssituatie in deze gebieden zal verbeteren. Zoals ik reeds
aangaf in antwoord op uw vragen, ingezonden op 23 december 2009, 18
februari 2010 en 2 maart 2010, vragen Nederland en de Europese Unie
regelmatig aandacht voor de mensenrechtensituatie bij zowel de Iraakse
regering als bij de Koerdische regionale regering. Dat betreft de
mensenrechtensituatie in het algemeen, maar juist ook de noodzaak om
kwetsbare groepen als etnische en religieuze minderheden maximaal
mogelijke bescherming te bieden. Dit beleid zal in de toekomst
onverminderd worden voortgezet.
Nederland geeft voorts humanitaire hulp ten behoeve van vluchtelingen
in de buurlanden en intern ontheemden in Irak. Deze hulp komt eveneens
ten goede aan etnische en religieuze minderheden. Daarnaast tracht
Nederland middels onder meer onze deelname aan de NAVO-trainingsmissie
en de EU JUSTLEX `rule of law' missie een bijdrage te leveren aan een
versterking van de capaciteiten van de Iraakse veiligheidsdiensten en
aan een versterking van de justitiële sector.
Ik heb naar aanleiding van deze gebeurtenis navraag gedaan bij Speciaal
Gezant van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor Irak Ad
Melkert.
UNAMI benadrukt de waardevolle bijdrage van etnische en religieuze
minderheden aan de Iraakse samenleving en het belang hen maximale
bescherming te bieden. Een voorbeeld van deze betrokkenheid bij het
beschermen van minderheden is het feit dat UNAMI op verzoek van de
gouverneur van Nineveh op 27 mei een bijeenkomst van het Comité ter
Bescherming van de Minderheden heeft georganiseerd. UNAMI trad op als
tijdelijke voorzitter van deze bijeenkomst, waar vertegenwoordigers van
alle etnische en religieuze groepen aanwezig waren. Er werd onder meer
gesproken over fysieke bescherming en de integratie van minderheden in
de publieke sector.
1) NYTimes.com, 2 mei 2010: "Bombs Hit School Buses in North Iraq"
http://www.nytimes.com/2010/05/03/world/middleeast/03iraq.html
Ministerie van Buitenlandse Zaken