Ingezonden persbericht
ERRORS/DATA:
---
URL: http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2010/06/08/5653015-uitvoering-van-de-motie-van-velzen-c-s-19637-nr-1342/uitvoering-van-de-motie-van-velzen-c-s-19637-nr-1342-20424.pdf
Datum 8 juni 2010
Onderwerp Uitvoering van de motie-Van Velzen c.s. (19637, nr. 1342).
Tijdens het VAO Europa en het Nederlandse vreemdelingen- en asielbeleid van 20
mei 2010 is een motie ingediend door het lid Van Velzen c.s. (Kamerstukken II
2009/10, 19 637, nr. 1342) en op dezelfde dag is deze motie door uw Kamer
aangenomen.
In de motie wordt de regering verzocht onmiddellijk te stoppen met het op straat
zetten van gezinnen met kinderen die rechtmatig in Nederland verblijven en voor
overige gezinnen met kinderen ruimhartig om te gaan met het bieden van
opvang. Zoals blijkt uit mijn beantwoording van de Kamervragen van het lid Van
Velzen betreffende het op straat zetten van asielzoekers (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2009-2010, nr. 1793) zullen de situaties zoals
beschreven in deze motie zich slechts in uitzonderlijke gevallen voordoen.
Tevens is in dit kader relevant dat er in het vreemdelingenbeleid een onderscheid
wordt gemaakt tussen asielaanvragen en reguliere aanvragen, onder meer met
betrekking tot het bieden van opvang. Indien een vreemdeling rechtmatig in
Nederland verblijft op grond van een asielaanvraag, heeft hij recht op opvang. Bij
een reguliere aanvraag is dit niet het geval. Het reguliere toelatingsbeleid ziet
primair op aanvragen met het oog op verblijfdoelen als arbeid, studie en
gezinshereniging. De aard van die verblijfsdoelen maakt dat van de vreemdeling
(of diens referent) mag worden verwacht dat deze zelf voor huisvesting zorg
draagt. Dat wordt versterkt door het uitgangspunt dat een reguliere
aanvraagprocedure in beginsel vanuit het buitenland moet worden opgestart,
middels het aanvragen van een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV). Ik breng
in dit kader tevens mijn brief van 29 maart 2010 (TK 2009-2010, 31994, nr.32)
in herinnering waarin ik de mogelijkheden tot en de consequenties van het bieden
van opvang voor drie andere reguliere verblijfsdoelen, namelijk "buiten-schuld",
"verblijf bij kind" en "schrijnendheid" heb toegelicht. De enige uitzondering hierop
is dat, naar aanleiding van de hiertoe door het lid Spekman ingediende motie,
asielzoekers die een medische aanvraag indienen, onder voorwaarden in
aanmerking kunnen komen voor opvang. Ik heb uw Kamer reeds geïnformeerd
over de uitvoering van de motie-Spekman (TK 2009-2010, 30846, nr. 16).
Wanneer er in het huidige beleid sprake is van beëindiging van opvang van een
gezin met kinderen dat rechtmatig verblijf heeft, zal het dus gaan om een gezin
dat een asielaanvraag heeft ingediend die definitief is afgewezen, waarna geen
gevolg is gegeven aan de vertrekplicht maar een reguliere procedure is opgestart
die geen recht op opvang genereert.
Directoraat-Generaal
Wetgeving, Internationale
Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken
Directie Migratiebeleid
Schedeldoekshaven 100
2511 EX Den Haag
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
www.justitie.nl
Ons kenmerk
5653015/10
Bij beantwoording de datum
en ons kenmerk vermelden.
Wilt u slechts één zaak in uw
brief behandelen.
Pagina 2 van 3
Directoraat-Generaal
Wetgeving, Internationale
Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken
Directie Migratiebeleid
Datum
8 juni 2010
Ons kenmerk
5653015/10
Hieronder zet ik uiteen op welke wijze ik uitvoering heb gegeven aan de motie-
Van Velzen.
Wat betreft gezinnen met kinderen die rechtmatig in Nederland verblijven,
voorziet de Regeling verstrekkingen bepaalde categorieën vreemdelingen er reeds
in dat een minderjarige vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft in Nederland, en
hier te lande verblijft met tenminste een ouder of verzorger, recht heeft op
verstrekkingen in de vorm van een financiële toelage (artikel 2, eerste lid, onder
e). Afgezien van deze reeds bestaande mogelijkheid heb ik naar aanleiding van de
uitspraak van uw Kamer het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers opdracht
gegeven geplande ontruimingen van gezinnen met kinderen tijdelijk aan te
houden in die gevallen waarin sprake is van rechtmatig verblijf.
Als einddatum van de tijdelijke maatregel is gekozen voor 1 juli 2010, de beoogde
datum van inwerkingtreding van de nieuwe asielprocedure. Naar verwachting zal
de groep rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen zonder opvang met
de invoering van de nieuwe asielprocedure namelijk verder worden verkleind.
Omdat de nieuwe asielprocedure sneller en zorgvuldiger zal zijn en nieuwe feiten
nog vaker in beroep kunnen worden meegenomen dan thans al het geval is, zal er
immers niet alleen minder aanleiding zijn voor het indienen van herhaalde
asielaanvragen en reguliere aanvragen maar ook zal, voor zover ze toch worden
gedaan, aanzienlijk snellere afhandeling kunnen plaatsvinden. Verder zal het
toetsen van de medische problematiek aan vreemdelingrechtelijke consequenties
parallel aan de asielprocedure plaatsvinden. Daarnaast zal ook opvang worden
geboden aan asielzoekers die worden afgewezen in een aanmeldcentrum.
Verder vraagt de motie ruimhartig om te gaan met opvang aan overige gezinnen
met kinderen. Dit deel van de motie ondersteunt mijn beleid. Het kabinet heeft de
afgelopen jaren een beleid gevoerd dat erop is gericht om te voorkomen dat
uitgeprocedeerde vreemdelingen in het algemeen, en gezinnen met kinderen in
het bijzonder, op straat terechtkomen. Daartoe is reeds een groot aantal
structurele maatregelen genomen. Uitgangspunt blijft daarbij dat het de
verantwoordelijkheid is van de ouders om te voorkomen dat hun kinderen in de
illegaliteit terechtkomen indien ze de plicht hebben om Nederland te verlaten.
Door te voldoen aan hun vertrekplicht, nemen de ouders de verantwoordelijkheid
voor de zorg voor hun kinderen, die primair bij hen ligt.
De te verwachten effecten van de inwerkingtreding van de nieuwe asielprocedure
heb ik hierboven reeds toegelicht. Verder kan na afloop van de vertrektermijn van
28 dagen, het vertrek ook nog gedurende in beginsel een periode van 12 weken
in de Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) worden gefaciliteerd. De VBL wordt ook
gebruikt als alternatief voor bewaring voor gezinnen met kinderen die in de
illegaliteit worden aangetroffen. Ook aan deze groep kan derhalve een voorziening
worden geboden terwijl aan het vertrek wordt gewerkt.
Voorts zal ik de gemeenten ook blijven ondersteunen als ze worden
geconfronteerd met uitgeprocedeerde vreemdelingen die hun vertrek niet ter
hand hebben genomen en aankloppen met een verzoek om tijdelijk onderdak. Zij
kunnen in dergelijke gevallen de casus bespreken met de afdelingsmanager van
de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) of de zaak inbrengen in het Lokale
Terugkeer Overleg. Bovendien is tijdens het Bestuurlijk Overleg met de VNG van
28 april jl. afgesproken dat de DT&V 24 uur per dag bereikbaar zal zijn voor
gemeenten via een interventielijn. De interventielijn is een faciliteit die naast het
Pagina 3 van 3
Directoraat-Generaal
Wetgeving, Internationale
Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken
Directie Migratiebeleid
Datum
8 juni 2010
Ons kenmerk
5653015/10
bestaande Lokaal Terugkeer Overleg (LTO) en de bestaande conctacten van
gemeenten met afdelingsmanagers zal bestaan. Aldus kan een gemeente snel
duidelijkheid krijgen over status en achtergronden van betrokkene(n), en kan
zonodig maatwerk worden geboden.
De Minister van Justitie,