Rijksoverheid
Uw kenmerk
19 637, 1338
Datum 8 juni 2010 19 637, 1339
19 637, 1340
Onderwerp Reactie op aangenomen moties
Tijdens het VAO Vreemdelingen- en Asielbeleid van 25 maart 2010 zijn drie
moties ingediend door respectievelijk de leden Van Velzen (19 637, nr. 1338),
Azough (19 637, nr. 1339) en Spekman/Anker (19 637, nr. 1340). Op 22 april
2010 zijn deze moties door uw Kamer aangenomen. Hieronder treft u mijn reactie
aan op de eerste twee moties. Op de motie van de leden Spekman en Anker heb
ik reeds gereageerd bij separate brief (d.d. 1 juni 2010).
Motie-Van Velzen (19 637, nr. 1338)
In de motie wordt de regering verzocht, in relatie tot de afronding van het
wetgevingstraject voor de nieuwe asielprocedure, om tot de inwerkingtreding van
de nieuwe asielprocedure ruimhartig om te gaan met gemeenten die op basis van
hun zorgplicht opvang bieden aan uitgeprocedeerde asielzoekers met rechtmatig
verblijf.
Zoals ik heb aangegeven tijdens het algemeen overleg met uw Kamer op 4 maart
2010, wordt voortdurend contact onderhouden met gemeenten die zich zorgen
maken over het op straat terecht komen van asielzoekers. Dit strookt met de
gezamenlijke doelstelling van het in 2007 met de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG) gesloten bestuursakkoord over de uitvoering van de Regeling
afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet. Inmiddels is een groot aantal
structurele maatregelen genomen om te voorkomen dat uitgeprocedeerde
asielzoekers met rechtmatig verblijf op straat terecht hoeven te komen.
Van veel belang, gelet op de ervaringen uit het verleden, is dat uitgeprocedeerde
asielzoekers die op medische gronden een aanvraag indienen, onder voorwaarden
opvang kunnen krijgen. In mijn brief van 7 december 2009 (2009-2010, 30 846,
nr. 16) heb ik u hierover uitgebreid geïnformeerd. Tevens heeft Justitie door
middel van een projectmatige aanpak een extra inspanning geleverd om op
verblijfsaanvragen snel te beslissen en de gemeenten te faciliteren bij het
beëindigen van de noodopvang. Waar het gaat om vreemdelingen met rechtmatig
verblijf, bestond en bestaat deze inspanning uit het bij voorrang behandelen van
openstaande aanvragen. De inwerkingtreding van de nieuwe asielprocedure op 1
juli aanstaande vormt het sluitstuk van dit pakket maatregelen.
Inmiddels is met gezamenlijke inspanning van gemeenten en Justitie uitvoering
gegeven aan de sluiting van de noodopvang. Het op structurele wijze aanbieden
Pagina 1 van 2
van opvang aan uitgeprocedeerde asielzoekers is daarmee doorbroken en een
terugkeer naar die situatie is zowel onwenselijk als overbodig. Hierover bestaat
generlei verschil van inzicht tussen de VNG en mij.
Vanzelfsprekend zal ik de gemeenten blijven ondersteunen bij het beëindigen van
het beperkte aantal noodopvangplaatsen dat nog resteert, maar hen ook
onverkort blijven aanspreken op een goede uitvoering van de gemaakte
afspraken. Zoals de motie vraagt zal dit op ruimhartige wijze geschieden. Tijdens
het Bestuurlijk Overleg van 28 april jl. met de VNG heb ik dan ook aangegeven
dat gemeenten altijd terecht kunnen bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V)
met vragen over ex-asielzoekers die zich in de gemeente melden met een verzoek
om opvang. Zij kunnen zich hiertoe wenden tot de afdelingsmanager van de DT&V
of de zaak inbrengen in het Lokaal Terugkeer Overleg. Tevens heb ik voor
eventuele noodgevallen een dag en nacht bereikbare interventielijn bij de DT&V
opengesteld. Zo kan de gemeente snel duidelijkheid krijgen over status en
achtergronden van betrokkene(n) en kan zonodig maatwerk worden geboden,
zoals de beoordeling of zich daadwerkelijk een buitenschuldsituatie voordoet, die
aanleiding geeft tot het verlenen van een vergunning.
Motie Azough (19 637, nr. 1339)
Bij de Rapportagebrief Internationale Misdrijven 2009 (d.d. 31 mei 2010) heb ik
uw Kamer geïnformeerd over de kennis bij het Team Internationale Misdrijven
van het OM en de 1F-unit van de IND met betrekking tot de informatie in het
ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken van februari 2000 inzake
veiligheidsdiensten in communistisch Afghanistan. Daarmee heeft uw Kamer de in
de motie verzochte informatie ontvangen.
De Minister van Justitie,
---- --