BNG niet aansprakelijk voor beleggingsschade Fonds Nazorg Stortplaatsen
Provincie Zeeland
Den Haag 9 juni 2010 - De rechtbank 's-Gravenhage heeft vandaag beslist
dat de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) niet aansprakelijk is voor de
schade die het Fonds Nazorg Stortplaatsen Provincie Zeeland heeft
geleden met een belegging van EUR 5 miljoen in een beleggingsproduct
van het inmiddels failliete Lehman Brothers.
Op grond van de zogenaamde nazorgbepalingen in de Wet milieubeheer
moeten provincies ervoor zorgen dat maatregelen worden getroffen die
waarborgen dat gesloten stortplaatsen geen nadelige gevolgen voor het
milieu veroorzaken, althans, dat tegen die nadelige gevolgen de grootst
mogelijke bescherming wordt geboden. Provincies dienen een fonds op te
richten om aan die taken uitvoering te geven. Dat fonds krijgt de
beschikking over financiële middelen.
In 2002 hebben gedeputeerde staten van de provincie Zeeland het Fonds
Nazorg Stortplaatsen Provincie Zeeland opgericht. Het Fonds heeft het
beheer gekregen over een vermogen van EUR 7,3 miljoen. Voor en namens
het Fonds heeft de provincie de mogelijkheden onderzocht dit geld te
beleggen. Uiteindelijk heeft de provincie eind 2002 gekozen voor een
belegging via BNG in een zogenaamde `note' van Lehman Brothers
Treasury Co. B.V. Omdat Lehman Brothers failliet is gegaan vreest de
provincie dat deze belegging verloren is gegaan en spreekt zij BNG en
BNG Vermogensbeheer aan tot vergoeding van haar schade.
De rechtbank heeft deze vordering afgewezen. De rechtbank is van
oordeel dat niet kan worden geconcludeerd dat BNG zelf een garantie
heeft afgegeven voor de belegde hoofdsom en dat BNG daarop dus ook niet
zelf kan worden aangesproken. Evenmin kan BNG erop worden aangesproken
dat de belegging op één onderdeel in strijd was met de regels die bij
beleggingen van overheidsorganen in acht moeten worden genomen. Die
regels richten zich naar het oordeel van de rechtbank in de eerste
plaats tot de overheidsorganen zelf en niet tot BNG zodat het ook in de
eerste plaats de overheidsorganen zelf zijn die erop moeten toezien dat
die regels in acht worden genomen. Bovendien heeft de provincie naar
het oordeel van de rechtbank te veel tijd laten verstrijken sinds zij
tot de ontdekking is gekomen of had behoren te komen dat de belegging
in strijd was met de regels. De rechtbank heeft tot slot het beroep
verworpen dat de provincie heeft gedaan op de zorgvuldigheidsplicht die
BNG in acht had behoren te nemen. Ook daarvoor geldt dat de provincie
te veel tijd heeft laten verstrijken tussen het moment waarop zij de
feiten waarop haar klachten berusten heeft ontdekt of had behoren te
ontdekken en het moment waarop zij zich daarover bij BNG heeft
beklaagd.
LJ Nummer
BM7164
Zie het origineel
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 9 juni 2010
Rechtbank 's-Gravenhage