Toespraak Roger van Boxtel, VNG Jaarcongres 8 juni 2010

09/06/2010 10:35

Menzis

Deze toespraak is uitgesproken door Roger van Boxtel als voorzitter van de commissie Talent, commissie van de VNG, gesproken tijdens het VNG congres 8 juni 2010 te Leeuwarden".

Uitgesproken tekst geldt!

(toespraak voorafgegaan door Toon Hermans Wat ruist daar...)

Dames en heren,

Ik hoop dat u nu goed wakker bent...

Het is misschien een wat vreemd begin van een serieuze toespraak, maar ik zal u uitleggen

waarom ik Toon Hermans heb laten horen - en waarom de titel van dit lied ook de titel werd

van ons rapport.

En ik zal uitleggen waarom wij voorin het rapport ook een citaat hebben opgenomen van

Willem Frederik Hermans (geen familie) uit zijn novelle Ruisend Gruis.

De afgelopen driekwart jaar mocht ik voorzitter zijn van een commissie die op verzoek van

het bestuur van de VNG bekeken heeft, hoe de gemeenten het meest weerbaar de nieuwe

raadsperiode in kunnen gaan. Wat kunt u als gemeente zelf doen om alles wat op u afkomt

het hoofd te bieden en welke afspraken moeten de gemeenten straks maken met een nieuw

kabinet.

Het was een inspirerende commissie, naar beste VNG-traditie samengesteld: Marc Jan Ahne,

Theo Camps, Leonard Geluk, Jan Jaap de Graeff, Anne Graumans, Myriam Jansen, Hein van

Oorschot, Maureen Sarucco, Pieter Tops. En voortreffelijk bijgestaan door Melchior

Kerklaan, Eline Tops, Asha Khoekhoen en Margriet van Lith.

U hoort het al: de commissie was heel divers van samenstelling. We waren het dus niet altijd

over alles eens. Maar over één ding ontstond wel al snel grote eensgezindheid: als je goed

luistert ... (zachtjes) hoor je in Nederland een onbestemd, maar voortdurend geritsel en

geruis. Het geruis van héél veel bestuurslagen. Ik weet zeker dat u dit herkent.

U neemt als lokaal bestuurder een besluit - over de herinrichting van een straat, over het

leefbaarder maken van een lastige wijk - maar meteen heeft u de neiging over uw schouder

te kijken. Hoor ik daar niet een bestuurder van de provincie of iemand van het rijk?

RB VNG-jaarcongres, 8 juni 2010 2

Iemand van het regionaal samenwerkingsverband of misschien wel van een ZBO? Hoor ik ze

niet zeggen dat zíj daar eigenlijk over gaan?

Het is net alsof ze voortdurend zachtjes op de achtergrond te horen zijn, bij alles wat u doet.

Je kunt er behoorlijk onzeker van raken. En dat worden veel bestuurders dan ook. Ze worden

onzeker en durven steeds minder. En dat terwijl doortastendheid juist zo ontzettend nodig

is.

Zo blijft er ook veel werk liggen, omdat we allemaal denken dat een ander er over gaat.

En wat voor de bestuurder geldt, geldt nog sterker voor de burger. Die weet echt helemaal

niet meer wie nou eigenlijk waar over gaat. Elke aanvraag voor een vergunning, elke klacht

en elke vraag begint voor hem met een lange zoektocht onder de noemer: bij wie moet ik

daarvoor in vredesnaam zijn?

Over het belang van dat probleem waren we het in onze commissie roerend eens.

Nederland is een klein land - je bent er in drie uur doorheen. Op het eerste gezicht is alles er

overzichtelijk: het is vlak en keurig aangeharkt. Maar daarachter gaat een overcomplex

netwerk van besturen, overleggen en instanties schuil.

Laat ik één sprekend voorbeeld noemen, van hier uit de regio. De Wadden.

Pas geleden heeft gedeputeerde Douwe Hollenga uit Groningen de bestuursorganen geteld

die bij de Wadden betrokken zijn. Hij kwam tot negen - en in zes ervan kwam hij zijn eigen

naam tegen. Negen overlegorganen waarin 3 provincies, 18 gemeenten, 4 waterschappen en

5 ministeries voortdurend met elkaar aan het overleggen zijn. Kort geleden kwam daar nog

de Deltaregisseur bij met een stuurgroep en een platform; en het overlegorgaan

natuurorganisaties - mosselvissers. Ook die uiteraard weer met een stuurgroep.

Ik bedoel maar: bestuurlijk gezien hebben we ons land ongelofelijk ingewikkeld gemaakt.

Daar hebben we, zoals we hier bij elkaar zijn, allemaal in enige mate aan bijgedragen.

En daar kunnen we dus ook samen verandering in brengen. Echte verandering. Dat is

moeilijk.

Iedereen wil altijd wel vernieuwen - maar niemand wil veranderen.

RB VNG-jaarcongres, 8 juni 2010 3

Maar de noodzaak is groot. Want het is met die bestuurlijke ruis net als met de aswolk (foto

aswolk): het is ongrijpbaar, maar uiteindelijk loopt alles vast. (foto luchthaven). En daar gaat

ook dat boekje van W.F. Hermans over. Een aanrader - om te lezen of te herlezen.

Het rapport dat we vandaag presenteren is het tweede van onze commissie.

Het eerste, onder de titel Knollen of Citroenen, verscheen in februari en bevatte een aantal

aanbevelingen aan gemeenten, aan de nieuwe bestuurders die vlak daarna zouden worden

gekozen. Aanbevelingen op drie terreinen: hoe kunnen we de economische crisis het hoofd

bieden? Hoe kunnen we het vertrouwen van de burger in de overheid versterken?

En hoe kunnen we ook binnen de gemeente zorgen dat alles weer wat simpeler, minder

complex, overzichtelijker wordt?

Vandaag presenteren wij het tweede rapport en dit gaat over wat Rijk en gemeenten samen

kunnen doen om een eind te maken aan dat hinderlijke geruis van het overcomplexe

bestuurlijke netwerk.

We pleiten er voor om het Huis van Thorbecke weer terug te brengen tot de oorspronkelijke

staat, met niet meer dan drie verdiepingen. En in 2010 zijn dat Europa, nationaal bestuur en

lokaal bestuur. Binnen Nederland hebben we niet meer bestuurslagen nodig dan die twee.

De tussenlaag van de provincie moet verdwijnen; dat scheelt ook een flinke hoeveelheid

bureaucratische drukte.

Alles wat we niet per se Europees of landelijk hoeven te regelen, moeten we lokaal

organiseren.

Het is zoals Guy Verhofstad het gisteren hier zei: Europa rust op drie pijlers: de Europese

Unie, de lidstaten en de lokale besturen. Meer hebben we niet nodig.

Maar de kwaliteit van dat lokaal bestuur moet dan ook van de hoogste orde zijn.

Hoogwaardige service- en dienstverlening, die dichtbij de mensen, intelligent en up to date,

met behulp van moderne technologie wordt georganiseerd. Met veel ruimte voor

betrokkenheid van de burgers zelf. Zonder verlammende onzekerheid over de vraag wie

waarover gaat.

Om die kwaliteit te leveren, daarvoor is stevige en hoogwaardige bestuurskracht nodig.

Daarom is de commissie van mening, dat de schaal van de gemeenten flink groter zou

moeten zijn dan ze nu gemiddeld is.

RB VNG-jaarcongres, 8 juni 2010 4

De afgelopen jaren hebben veel gemeenten de stap al gezet naar intensieve regionale

samenwerking.

Maar elke groep van gemeenten doet dat op z'n eigen manier en soms wordt het er voor de

burgers alleen maar onoverzichtelijker op.

Ons pleidooi is daarom, dat u daarbij ook de laatste stap zet en kiest voor één stevige

regiogemeente. Met precies de goede maat voor goed lokaal bestuur: groot genoeg om de

complexe problemen te lijf te kunnen, klein genoeg om niet log en onhandelbaar te worden.

Met een goede, ook financiële, balans tussen omvang in oppervlakte en in aantal inwoners.

Met slimme aansluiting bij wat al bestaat, zoals de veiligheidsregio's.

Dat is onze visie op de toekomst van bestuurlijk Nederland. Minder bureaucratie, minder

ruisende bestuurslagen en een lokaal bestuur dat bestuurlijke kracht met een stevige schaal

combineert met hoogwaardige dienstverlening dichtbij de burger.

Wij roepen u op om met deze gedachte aan de slag te gaan. Zodat u de gedachte die Jozias

van Aartsen precies drie jaar geleden lanceerde, de gemeente als Eerste Overheid, ook echt

kunt waarmaken.

Maar we roepen daar ook het nieuwe kabinet toe op. Decentralisatie zal, we zien het in de

aanbevelingen van de commissie-Kalden, zeker één van de hoofdroutes naar bezuiniging

zijn. Dat is prima, want er kan veel meer decentraal worden geregeld. Maar maak dan van de

gelegenheid gebruik en geef gemeenten die de uitdaging aangaan, die kiezen voor de weg

naar schaalvergroting, meer bevoegdheden en extra financiële ondersteuning. Laat dat idee

de basis zijn van het nieuwe bestuursakkoord.

En - dat zeg ik met nadruk tegen het nieuwe kabinet: draag vervolgens de taken en

bevoegdheden ook écht over, zonder voortdurende bemoeienis vanuit het Rijk.

Dus géén aanvullende eisen en geen gedetailleerde verantwoordingsplicht. Vertrouw op het

lokaal bestuur - daar is volgens ons alle reden voor.

Dat is volgens onze commissie de beste weg naar een minder complex bestuurd Nederland.

We roepen u op om snel met die tocht te beginnen. Met enthousiasme, nieuwsgierigheid en

met volle inzet.

De sleutel ligt in uw handen. Als u kiest voor de stevige schaal van regiogemeenten, dan

krijgt u steeds meer bevoegdheden. Van het Rijk, maar zeker ook van de provincie.

RB VNG-jaarcongres, 8 juni 2010 5

Geleidelijk aan zal dan blijken, dat de provincie niet meer nodig is. Dan is er echt nog maar

één eerste Overheid.

Sommigen zullen zeggen, dat dit niet de koninklijke weg is. Dat je, om de provincies op te

heffen, eerst de grondwet moet wijzigen.

Maar voor deze commissie is juist dit de koninklijke weg: geleidelijk aan, van onderop,

ondersteund door stimulansen vanuit het Rijk. Geleidelijk, maar wel serieus. Dus er is wel

een horizon in de tijd - laten we zeggen van zo'n tien jaar. En intussen worden de

gemeenten afgerekend op hun inzet.

Ik zei al: veranderen is moeilijk. Maar het is echt nodig. Ik roep u met klem op zich hiervoor

in te zetten. U kunt er voor zorgen dat Nederland er bestuurlijk net zo uitziet als ons

landschap: helder en overzichtelijk.

Dat is de weg die onze commissie heeft gekozen. Wij geven een visie, maar geen blauwdruk.

De grondwetswijziging zal eindpunt zijn, maar is niet het begin. En de sleutel ligt in uw

handen.

Dames en heren,

Misschien heeft u zich afgevraagd waarom de VNG mij voor deze commissie heeft gevraagd.

U kent mij als Kamerlid, als minister, als bestuurder van een zorgverzekeraar. Maar mijn

eerste baan was bij de gemeente Amsterdam en daarna bij de VNG. Ik ben echt een mens

van het lokaal bestuur, van kleinschaligheid, dichtbij de burgers.

Globalisering is vooruitgang, zeker. Ik reis graag en ben nieuwsgierig. Maar ik wil ook graag

weten wat er om de hoek gebeurt.

Ik wil de samenhang in stand houden van de dichtbije gemeenschap, want dat is de basis van

Nederland. Er samen voor waken dat het niveau van voorzieningen op peil blijft.

Want dat is een deel van de onrust van de mensen: niet alleen God verdween uit Jorwerd,

maar ook de bibliotheek, de bushalte en de politiepost. Dat moet anders en dat kan ook

anders. Door schaalvergroting samen te laten gaan met service- en dienstverlening dicht bij

de burgers.

RB VNG-jaarcongres, 8 juni 2010 6

Maar ook: er samen voor zorgen dat wijken niet verloederen en dorpen niet onleefbaar

worden.

Door meer ruimte te geven aan de burgers zelf om vorm te geven aan hun wijk, hun buurt.

Door te zorgen dat ze écht iets te zeggen hebben over de veiligheid, de infrastructuur, de

sociale samenhang.

Die combinatie is de kracht van het lokaal bestuur; dat is wat u maakt tot de Eerste overheid.

Een grote regiogemeente is geen aantasting van die nabijheid. Zoals burgemeester

Weterings van de Haarlemmermeer gisteren in De Volkskrant schreef: mijn gemeente laat

met 142.000 inwoners in 26 kernen zien dat ook in een grote gemeente goede contacten

tussen overheid en bewoners mogelijk is. Een grote regiogemeente is geen aantasting van

die nabijheid. Sterker nog: het is in onze ogen dé manier om het gezag bij en het vertrouwen

van de samenleving terug te winnen.

Onze commissie doet aan het slot van ons rapport een oproep aan u als

gemeentebestuurders en aan het nieuwe kabinet. Wij kunnen van u niet vragen om uzelf als

een Baron van Münchhausen aan de eigen haren uit het moeras omhoog te trekken.

U heeft een uitgestoken hand nodig. En die moet van het Rijk komen - bestuurlijk en

financieel.

Daarom noemen we tien punten die u in het volgende bestuursakkoord zou moeten regelen

en ik noem ze u alle tien:


1. Versterk de positie van de burgers, vertrouw op hun kracht en laat meer aan hen

over.


2. Reduceer de complexiteit van de overheid door het terugdringen van bestuurlijke

en ambtelijke drukte.


3. Formuleer een einddoel bij die reductie, minimaal in de vorm van het opruimen van

één bestuurslaag.

RB VNG-jaarcongres, 8 juni 2010 7


4. Begin niet met het maken van gedetailleerd uitgewerkte blauwdrukken, vooral niet

als die een wijziging van de grondwet vereisen.


5. Kies in plaats daarvan de pragmatische weg: stap voor stap en van onderaf - met de

grondwetswijziging als sluitstuk en niet als begin.


6. Neem de tijd voor deze reis en geniet ook van de reis zelf.


7. Zorg er tegelijk wel voor dat het tempo er in blijft en dat zijwegen worden

gemeden. Zet koers op een reis van 10 tot 12 jaar.


8. Beloon voortvarend gedrag.


9. Leg deze punten in het Bestuursakkoord vast in heldere prestatieafspraken.


10. Versterk de positie van de burgers, vertrouw op hun kracht en laat meer aan hen

over.

De taak van de commissie is hiermee ten einde. Het was een divers gezelschap, met zowel

politiek als beroepsmatig uiteenlopende achtergronden. Maar op de analyse van wat er

moet gebeuren, het de-compliceren van bestuurlijk Nederland, daarop konden we elkaar

heel snel vinden.

Nu is het aan u en aan het nieuwe kabinet om hierover goede afspraken te maken.

Ik overhandig hierbij het rapport Wat ruist daar aan uw voorzitter, mijn oud-collega

mevrouw Jorritsma.

overhandiging

Beste Annemarie, aan het begin van mijn betoog was de indringende vraag: wat ruist daar in

het struikgewas? Ik hoop dat u net als wij in de commissie het antwoord op die vraag

inmiddels kent. En ook dat u bereid bent aan het ruisend gruis een eind te maken.

Misschien ietsje later dan zoals bedoeld in de oorspronkelijke concept-resolutie, maar in

onze ogen absoluut onvermijdelijk.

We wensen u daarvoor veel bestuurskracht toe.





http://www.menzis.nl


Noot voor de redactie:


Noot voor de redactie,