Vrije Universiteit Amsterdam

Vrije Universiteit Amsterdam Meer perspectief

8 juni 2010

De uitdaging voor Paars (Plus)

"Stem Slim", kopte Elsevier een week voor de verkiezingen en ook de lijsttrekkers geven steeds meer de voorkeuren aan. Met nog een paar dagen te gaan is de campagne in zijn laatste fase beland en begint het strategisch stemmen. Zoals de lijsttrekkers zelf ook aangeven lijkt het alsof we op een tweesprong staan in Nederland: gaan we rechts of gaan we Paars (+). Hoewel de kiezers een voorkeur lijken te hebben voor deze laatste optie is een rechtse coalitie makkelijker te formeren, zo concluderen onderzoekers van de Nederlandse Nieuwsmonitor, Kieskompas en Ruigrok|Netpanel.

Volgens de laatste peiling van onderzoeksbureau Ruigrok|Netpanel komen de linkse partijen terug ten opzichte van een paar weken geleden. Bezoekers van kieskompas.nl hebben een duidelijke voorkeur voor een Paarse, eventueel Paars Plus coalitie, die de meest waarschijnlijke is. Zij geven de combinatie van PvdA, VVD en D66, eventueel aangevuld met GroenLinks, een 5,3. Een rechtse coalitie zien zij een stuk minder zitten. Een kabinet met VVD, CDA en PVV scoort een magere 4,6 onder de kiezers die kieskompas hebben ingevuld. Peilingen van Synovate echter laten een voorkeur zien voor een centrum-rechtse coalitie met daarin D66 en zonder de PVV. Een coalitie die op dit moment verre van haalbaar lijkt.

Oftewel, Paars Plus is nog geen zekerheid en met nog zo'n 20 zetels die te verdelen zijn onder de zwevende kiezers kunnen we nog alle kanten op. Laten we de zwevende kiezer buiten beschouwing dan heeft Paars Plus als belangrijkste concurrent een rechtse coalitie.

Kijkend naar de ideologische posities en breekpunten krijgt de optie Paars Plus het nog moeilijk. Ideologisch liggen de partijen ver uit elkaar. Met name GroenLinks lijkt als progressief linkse partij een complete tegenhanger van de conservatief rechtse VVD. Deze verschillen zijn in de partijprogramma's duidelijker te zien dan in de mediaberichtgeving, maar ook daar toch zichtbaar. GroenLinks en PvdA zijn in de media naar het midden geschoven, maar blijven toch ver achter op D66 en vooral de VVD waar het gaat om de sociaal-economische positie. Op de progressief-conservatief schaal zijn er ook duidelijke tegenstellingen. De VVD heeft zich conservatief getoond tijdens de campagne, waar D66, GroenLinks en in mindere mate ook PvdA zich progressief manifesteerden.

Grootste breekpunt lijkt echter de hypotheekrenteaftrek. Waar de PvdA en GroenLinks voorstander zijn van een hervorming van de hypotheekrenteaftrek, heeft D66 zelfs een breekpunt gemaakt van hervormingen op de woningmarkt. De VVD daarentegen heeft het behoud van het systeem zoals het nu is hoog in het vaandel staan.

Ideologisch staan de partijen voor een eventuele rechtse coalitie dichter bij elkaar, zowel kijkend naar de partijprogramma's als de mediaberichtgeving. Het H-woord is onder deze partijen geen enkel probleem omdat alle partijen de hypotheekrenteaftrek willen handhaven. De AOW daarentegen vormt een struikelblok voor deze coalitie. De PVV heeft van dit issue een breekpunt gemaakt, daar waar zowel CDA en VVD voor aanpassing van de AOW leeftijd zijn.

Kijkend naar het onderling vertrouwen zien we dat de rechtse partijen, afgaande op de berichtgeving, minder kreukels recht te strijken hebben dan de Paarse partijen. Binnen de rechtse coalitiepartners zijn slechts wat kritische noten van de VVD en PVV in de richting van het CDA te vinden. Binnen Paars is er meer onderlinge kritiek te vinden.

Aan de andere kant zien we dat binnen de rechtse partijen de interne verdeeldheid groter is dan bij de paarse partijen. Binnen de PVV is even sprake geweest van interne kritiek, toen Hero Brinkman begin mei pleitte voor meer democratie en een jongerenafdeling voor de PVV en binnen het CDA is er twijfel over het leiderschap van Balkenende. Bij de paarse partijen blijven de gelederen gesloten. Kijken we tenslotte naar het maatschappelijke vertrouwen in de partijen zoals naar voren komt in de berichtgeving, dan zien we dat ook hier, evenals bij de voorkeuren van de kiezers, Paars het wint van Rechts. De kritiek op het CDA en de PVV is duidelijk sterker van toon dan de kritiek op PvdA, D66 en GroenLinks. Kortom, de keuze lijkt te gaan tussen een ideologisch makkelijk te formeren coalitie met partijen die onderling vertrouwen hebben maar duidelijk minder maatschappelijk draagvlak of een moeilijker te formeren kabinet met grotere hobbels maar meer draagvlak, althans afgaand op de mediaberichtgeving. Maar eerst is het woord aan de kiezers en met nog ruim 20 zetels te verdelen onder zwevende kiezer kan het zomaar zijn dat zij de keuze alvast maken voor de partijen.



Vrije Universiteit Amsterdam