Munt slaan uit wetenschap is te kortzichtig; Toepassing mag niet voorop staan
7 juni 2010
Ingrid RobeynsMaarten KleinhansAsghar Seyed-Gohrab
Sinds kort legt de overheid de nadruk op valorisatie, het te gelde
maken van kennis. Maar dit is wel heel beperkt en eenzijdig geeft De
Jonge Akademie aan in een opiniestuk, gepubliceerd in NRC op 7 juni
2010.
Medicijnen, duurzame energie en lcd-schermen. Zou het niet mooi zijn
als wetenschap alleen nog maar bezig is met dit soort toepassingen?
Beslist niet! Neem het lcd-scherm. Wetenschappers hebben geleidende
polymeren niet bedacht om een plat beeldscherm te kunnen maken. Het was
andersom: eerst was er de ontdekking van geleidend plastic en pas
daarna dacht men aan praktische toepassingen. Zonder fundamenteel
onderzoek is er dus geen toegepast onderzoek. Daarnaast is er onderzoek
waarmee de kwaliteit van leven wordt verbeterd en onderzoek waarmee de
menselijke nieuwsgierigheid naar kennis wordt bevredigd, zonder dat die
kennis in concrete toepassingen resulteert.
Kritische reflectie op valorisatiedebat
Te vaak wordt de waarde van wetenschap afgemeten aan het effect op
economische groei of technische innovatie. Geen goede zaak, vindt De
Jonge Akademie Zij willen een herdefiniëring van de term valorisatie.
Wat verstaan we onder de waarde(n) van wetenschap? Het is goed je dat
te blijven realiseren, nu binnen het wetenschapsbeleid in toenemende
mate gepraat wordt over `valorisatie', het bestuurdersbombast voor het
te gelde maken van wetenschappelijke kennis. Beleidsmakers willen
steeds meer dat kennis praktisch benut kan worden.
Als leden van De Jonge Akademie van de KNAW pleiten wij voor
een kritische reflectie op dit `valorisatiedebat'. Ten eerste
constateren wij dat de term `valorisatie' op verschillende manieren
wordt gebruikt. Letterlijk betekent valorisatie `het van waarde maken
van kennis'. Maar wat is `waarde'? Er zijn zeker vier waarden van
wetenschap te onderscheiden.
Waarheidsvinding
De eerste waarde is waarheidsvinding: we leren hoe de wereld in elkaar
steekt. Dat wil uiteraard niet zeggen dat iedereen dit waardevol vindt,
net zoals niet iedereen de waarde van moderne kunst of massaspektakels
apprecieert.
Kwaliteit van leven
De tweede waarde van wetenschap is dat ze een bijdrage levert aan onze
kwaliteit van leven, zoals gezondheid, mobiliteit, participatie in
cultuur en ook het verwerven van kennis en vaardigheden. Vaak heeft
onderzoek een direct effect zoals betere behandeling van ziekten.
Fundamenteel onderzoek staat echter meestal in een indirect verband met
kwaliteit van leven, en vaak is dit verband zeer moeilijk of op lange
termijn meetbaar - maar dat maakt het belang van fundamenteel onderzoek
niet kleiner. Bovendien is er zonder wetenschappelijk onderzoek geen
wetenschappelijk onderwijs. Universitair geschoolde mensen hebben
abstract leren denken en hebben daarmee veel kennis verworven.
Morele waarden
De derde groep waarden van wetenschap zijn morele waarden, zoals
rechtvaardigheid, duurzaamheid of de morele gelijkheid van mensen. Een
voorbeeld is filosofisch onderzoek waarin wordt nagegaan of een
bepaalde praktijk de morele gelijkheid van mensen schendt. Of
aardwetenschappers die bepalen of we op een duurzame manier met onze
natuurlijke hulpbronnen omgaan. Dit onderzoek zal niet altijd door de
overheid verwelkomd worden, omdat het als `luis in de pels' fungeert.
Instrumentele waarden
De laatste groep waarden zijn de instrumentele waarden, die de
kwaliteit van leven en morele waarden mogelijk moeten maken. De
belangrijkste twee hierbij zijn toepassingen die de motor vormen voor
onze materiële welvaart, en technologische innovaties die bijvoorbeeld
een bijdrage kunnen leveren aan duurzaamheid, zoals biobrandstoffen.
Stimulering alle waardevolle vormen van wetenschap
Met deze vier waarden voor ogen volgt de vraag: welke vormen van
`valorisatie' dienen gestimuleerd te worden door het wetenschapsbeleid?
Daarop antwoorden wij dat alle waardevolle vormen van wetenschap
gestimuleerd moeten worden, en niet alleen die wetenschap waarvan de
kennisbenutting verwijst naar innovatie en economische productie, die
de overheid kant en klare oplossingen geeft voor beleidsproblemen, en
waarvan de toepassing gemakkelijk meetbaar, voorspelbaar en
observeerbaar is.
Economische valoriseerbaarheid als keurslijf
Als de economische valoriseerbaarheid van onderzoek als een keurslijf
rond onze hersenen zit, zal heel wat belangrijk onderzoek niet meer
plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan is het klimaatonderzoek van
halverwege vorige eeuw, dat toen door velen als niet valoriseerbaar
werd gezien, terwijl dat onderzoek de klimaatsverandering heeft
blootgelegd. Als toentertijd besloten was dat dit onderzoek niet uit
publieke middelen kon worden betaald, dan hadden we nu niet geweten wat
er aan de hand is met het klimaat.
Politieke karakter
Wij stellen ons ook vragen over het politieke karakter van het
valorisatiedebat. Wordt de academische vrijheid niet bedreigd als
niet-wetenschappers zich steeds meer bemoeien met het wetenschappelijk
onderzoek? Is het valorisatiedebat een excuus om de financiering van de
wetenschap nog verder aan banden te leggen? Zorgt de nadruk op
valorisatie voor een nog verdere toename van bureaucratische
verantwoording en rapportage, waardoor er nóg minder tijd overblijft
voor onderzoek en onderwijs?
Recht doen aan waaier waarden van wetenschap
Uiteraard is het goed dat de waarde van wetenschap kritisch wordt
bekeken. Het is echter essentieel dat de evaluatie van wetenschap zich
niet beperkt tot valoriseerbaarheid. We moeten niet langer praten over
dé waarde van wetenschap - en daarbij alleen aan valoriseerbare waarde
denken - maar recht doen aan de waaier van waarden van wetenschap voor
de maatschappij.
Meer informatie en verder discussiëren
Het volledige artikel, tot stand gekomen via de valorisatiecommissie
van De Jonge Akademie, is terug te vinden als column op deze site. Een
video van De Jonge Akademie brengt de waarden van wetenschap in beeld.
Via de NRC opiniepagina kan verder over dit onderwerp worden
gediscussieerd.
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen