Rijksoverheid


Datum 8 juni 2010

Betreft Antwoorden op kamervragen over het krantenartikel "Strengere controle naar herrie in clubs"

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Uitslag (CDA) over het krantenartikel "Strengere controle naar herrie in clubs" (2010Z04627).

Hoogachtend,
de Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet





Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Uitslag over het krantenartikel "Strengere controle naar herrie in clubs". (Ingezonden 15 maart 2010)


1
Kent u het artikel "Strengere controle naar herrie in clubs"? 1)


1
Ja.


2
Is u bekend dat acht op de tien discotheekgangers last heeft van piepende oren?


2
Dit blijkt uit onderzoek van het uitgaanskeurmerk Club Judge. Dat onderzoek vormde de aanleiding voor dit krantenartikel.


3
Bent u ervan op de hoogte dat sinds 1999 verschillende ministers van VWS zich hebben bezig gehouden met het onderwerp `gehoorsbeschadiging', en dat in 2006 de minister van VWS de conclusie van ZonMW onderschrijft dat er nog veel onbekend is op het gebied van gehoorsschade, en dat ook een uitgebreide rapportage van TNO dit gegeven bevestigt? Kunt u aangeven welke stappen er concreet door u en of anderen zijn gezet om gehoorschade actief aan te pakken? Deelt u de mening dat dit jaar nog de risicogroepen geïnformeerd dienen te worden over de risico's op gehoorschade? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, welke interventies acht u wel plausibel?

3
Ja, ik ben daarvan op de hoogte. In de afgelopen jaren zijn de volgende stappen gezet. Ten eerste is in EU-verband besloten veiligheidsnormen voor mp3-spelers op te gaan stellen. Daarmee willen we bereiken dat:
- de standaardinstellingen van deze muziekspelers bij normaal gebruik leiden tot veilige blootstellingsniveau's voor de gebruikers;
- er voor de consument passende waarschuwingen komen over de risico's van onveilig gebruik en hoe deze zijn te vermijden. In de tweede plaats is er vanuit VWS in 2002 aan ZonMw opdracht verleend en vervolgens budget beschikbaar gesteld. Dit leidde in de periode 2006 - 2009 tot de pilotcampagne `Sound Effects' als onderdeel van het programma Landelijke Leefstijlcampagnes van ZonMw. Doel hiervan was het verminderen van de kans op gehoorschade bij jongeren tijdens het uitgaan.
Het huidige tweede programma Landelijke Leefstijlcampagnes voorziet (nog) niet in eventuele vervolgactiviteiten rondom het thema gehoorschadepreventie. Wèl zijn er diverse private initiatieven, zoals het verlagen van het maximum aantal decibellen en het beschikbaar stellen van oordopjes.


4
Hoe verhoudt het gegeven dat sinds 1999 het ministerie van VWS het probleem van gehoorschade onderkent zich tot de opmerking van Club Judge (= uitgaanskeurmerk) `Wij wisten niet dat dit probleem zo diep zat bij clubgangers'? Hoe kan het zijn dat `het uitgaanskeurmerk' aangeeft dat zij onvoldoende besef heeft over de diepgang van het probleem? Bent u bereid hier op korte termijn wat aan te doen?

4
Hoe het kan dat het uitgaanskeurmerk Club Judge kennelijk niet wist dat gehoorschade een serieus te nemen probleem is en aangeeft dit onvoldoende te hebben beseft, kan ik niet verklaren. Door het eigen onderzoek is het besef van Club Judge over de diepgang van dit probleem inmiddels wel in voldoende mate aanwezig.


5
Kunt u toezeggen dat de succesvolle pilot `Go Out Plug In' (2009) uitgevoerd in Amsterdam en gefinancierd door ZonMW ook in de rest van het land zal worden ingezet? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u dan in het kader van preventie op gehoorsbeschadiging?

5
Nee, dat kan ik niet. Wel ga ik in vervolg op de moties van de leden Uitslag en Bouchibti (31839, nr. 27) en het lid Voordewind (31839, nr. 31) proberen om samen met de betrokken ministers, sectoren en organisaties tot een plan van aanpak te komen om gehoorschade ­ meer dan nu het geval is ­ te voorkomen.


6
Bent u bereid te onderzoeken in hoeverre de kwaliteit van het gehoor van de geluidstechnicus, die het volume en de kwaliteit van het geluid bepaalt, van invloed is op de mate van gehoorschade? Deelt u de mening dat naast het volume ook de kwaliteit van het geluid ter zake doet? Zo nee, waarom niet?

6
Deze materie zullen we in samenspraak met betrokken partijen bezien in het kader van het plan van aanpak.


7
Deelt u de mening dat geluidstechnici zelf inzicht moeten hebben c.q. krijgen op de kwaliteit van het gehoor? Ondersteunt u het idee om een landelijke campagne te starten met als titel `Grip op je geluidsdip'?

7
Dit onderwerp zal in de beschouwing worden betrokken bij het voorbereiden van zo'n plan van aanpak.


1) Metro, 8 maart 2010