Persbericht 8 juni 2010
Huisartsen met kennis aanvullende geneeswijzen werken goedkoper
Huisartsen die zich na hun reguliere opleiding hebben geschoold in
complementaire geneeswijzen op het gebied van antroposofie, homeopathie
of acupunctuur werken veel goedkoper dan hun collega's die dat niet
deden. Dat blijkt uit onderzoek van de Tilburgse hoogleraar
Gezondheidseconomie Peter Kooreman en de Leidse lector Erik Baars.
Ongeveer 4 procent van de Nederlandse huisartsen heeft na de reguliere
artsenopleiding een erkende opleiding voltooid in aanvullende
geneeswijzen De onderzoekers vergeleken de zorgkosten van patiënten van
een complementair werkende huisarts met die van een reguliere huisarts.
Kent een huisarts ook complementaire geneeswijzen, dan zijn de
zorgkosten ongeveer 15 procent lager. Dat komt door zowel minder
medicijnen als minder ziekenhuisopnames. Bij patiënten van 75 jaar en
ouder met een antroposofische huisarts loopt de kostenbesparing zelfs
op tot ongeveer 25 procent.
Volgens de onderzoekers worden de verschillen veroorzaakt door ander
gedrag van zowel patiënt als arts. Patiënten met een voorkeur voor
weinig medische interventies kiezen mogelijk eerder voor een
complementair werkende arts. Tegelijkertijd zijn complementair werkende
artsen minder gericht op symptoombestrijding en meer op het aanspreken
van het zelfherstellend vermogen van patiënten. Dat gaat gepaard met
terughoudendheid in het voorschrijven van relatief dure reguliere
medicijnen, tests en operaties.
De onderzoekers vinden geen aanwijzingen dat de patiënten van een
complementair werkende arts onvoldoende zorg krijgen. Hun patiënten
hebben zelfs een iets hogere levensverwachting dan patiënten van
reguliere huisartsen, ook wanneer wordt gecorrigeerd voor verschillen
in sociaal-economische status.
Universiteit van Tilburg