2010Z06548
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het artikel "Lek woekerpensioen gedicht". (Ingezonden 13 april 2010)
1
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Lek woekerpensioen gedicht" met als ondertitel
"Critici noemen het een halfzachte reparatie"? 1)
Ja.
2
Is het waar dat van de 750.000 mensen met een woekerpensioen 110.000 mensen een
compensatie zullen krijgen?
De term woekerpensioen wordt in de media gebruikt voor beschikbare premieregelingen met
beleggingsmogelijkheid, waarbij kosten zijn ingehouden die de ontwikkeling (onevenredig)
hebben geremd. Volgens het persbericht van het Verbond van Verzekeraars hebben met
inbegrip van inactieven, naar schatting 750.000 werknemers een beschikbare premieregeling.
Van dit aantal contracten komt circa 15% voor correctie in aanmerking.
3
Kunt u bevestigen dat bij de compensatieregeling is uitgegaan van de zogenaamde
Wabekenorm, die gebaseerd is op individuele contracten? Deelt u de mening dat het echter
hier gaat om collectieve contracten, dus om meerdere mensen per contract, waarbij de
(maximum) transactiekosten en provisiekosten toch lager zouden moeten liggen? Deelt u de
mening dat het meer voor de hand gelegen zou hebben een strengere norm te hanteren?
Bij het vaststellen van de toetsnorm is inderdaad de zogenaamde Wabekenorm gehanteerd als
één van de uitgangspunten. Ik deel de mening dat de schaalgrootte bij pensioencontracten op
zichzelf tot een lagere toetsnorm zou kunnen leiden. Aan de andere kant brengt het
administreren van een pensioenregeling in verband de daarop betrekking hebbende wet- en
regelgeving op pensioen en fiscaal terrein, in vergelijking met particuliere
levensverzekeringen, juist hogere kosten met zich mee. De afweging van verlagende en
verhogende effecten was voor de betrokken partijen aanleiding om op die toetsnorm uit te
komen. Met de norm als uitgangspunt is vervolgens een toets op premie en een toets op
belegd vermogen ontwikkeld. Een onafhankelijk accountantskantoor heeft beoordeeld en
bevestigd dat het daaruit voortvloeiende compensatiebedrag vergelijkbaar is met
compensatieregelingen die zijn vastgesteld volgens de Wabekenorm.
4
Kunt u de tabel bevestigen waaruit blijkt dat ook onder de norm meer dan de helft van het
ingelegde geld opgaat aan kosten? Vindt u het fair wanneer meer dan de helft van de inleg
uiteindelijk gebruikt wordt om de kosten van de verzekeraar en het beleggen te dekken? Zo
nee, wat gaat u eraan doen om de norm omlaag te krijgen?
In de tabel wordt niet gekeken naar de kosten per jaar als percentages van het tot dan toe
opgebouwde vermogen, maar worden de kosten over de hele looptijd gecumuleerd en
vervolgens afgezet tegen de totale premie-inleg. Ik ben van oordeel dat deze wijze van
presenteren geen relevant beeld geeft van de werking van het product. Ik ben op dit punt
dezelfde mening toegedaan als de minister van Financiën. Zie hiervoor zijn antwoorden op
kamervragen van het lid Vos over de schikkingsvoorstellen van beleggingsverzekeringen d.d.
1 april 2010.
De norm is vastgesteld door de betrokken partijen zelf en het is niet aan mij om deze norm te
wijzigen.
5
Deelt u de mening dat mensen op dit moment totaal geen inzicht hebben in de kosten, die
bijvoorbeeld door het beleggingsfonds gemaakt worden? Deelt u de mening dat verzekeraars
voor oude polissen totale openbaarheid moeten bieden, zoals op de kosten van hun huisfonds?
Zo ja, hoe gaat u bewerkstelligen dat die openheid er komt? Zo nee, hoe kunnen werknemers
dan controleren dan zij de juiste compensatie ontvangen?
Ik deel deze mening niet onverkort. Ten aanzien van de polissen in hun bestaande portefeuille
zullen verzekeraars de individuele deelnemers informeren over de individuele consequenties
van de compensatieregeling. Deelnemers kunnen vervolgens aanvullende informatie vragen
bij de betreffende verzekeringsmaatschappij. Als deelnemers de verstrekte informatie
onvoldoende vinden is het daarnaast mogelijk om de gang naar de Ombudsman Financiële
Dienstverlening te maken.
Voor de toekomst geldt dat openheid over de kosten voor lopende en toekomstige polissen
wordt geboden door de regels rondom kostentransparantie, die hun uitwerking vinden in de
modellen-de Ruiter. Daarnaast houdt de minister van Financiën aandacht voor het Europese
traject over pakketproducten voor retailbeleggers (PRIPs), dat mogelijk de regels met
betrekking tot huisfondsen van verzekeraars zal beïnvloeden.
6
Deelt u de mening dat werknemers geen keuzevrijheid hadden bij collectieve beschikbare
premieregelingen? Indien zij erachter komen dat tot de helft van hun geld niet ten goede aan
hun pensioen komt en zij niet hadden willen deelnemen, welke opties hebben zij dan nog om
het hun aangedane onrecht recht te laten zetten? Hoe gaat u deze mensen een helpende hand
bieden?
Op grond van de Pensioenwet doet de werkgever de werknemer een aanbod tot een
pensioenovereenkomst. Wanneer het gaat om een regeling bij een verzekeraar heeft de
werkgever op grond van artikel 27 WOR de toestemming van de ondernemingsraad nodig
voor het vaststellen van een pensioenovereenkomst.
Dat laat onverlet dat in het verleden het inzicht in de kosten en de transparantie te wensen
heeft overgelaten. Ik ben van mening dat dit met invoering van de Pensioenwet sterk
verbeterd is. Zo is de werkgever verplicht om de werknemers in de startbrief te informeren
hoe de premie bij een beschikbare premieregeling besteed wordt (welk deel gaat naar de
opbouw van pensioen, welk deel wordt besteed aan een pensioen op risicobasis, en
welk deel gaat op aan kosten). Verzekeraars hebben daarnaast op basis van zelfregulering
besloten alle deelnemers in een premieregeling met beleggingsmogelijkheid jaarlijks een
gedetailleerd kostenoverzicht toe te sturen. Daarmee is, voor de toekomst, transparantie over
kosten voldoende geborgd. Met betrekking tot het verleden hebben betrokken partijen, de
sector, de ombudsman en de werkgevers en werkgevers in de Stichting van de Arbeid een
passende oplossing voor kosteninhoudingen gevonden.
7
Welke lessen heeft u geleerd naar aanleiding van deze collectieve woekerpensioen-affaire?
Het staat buiten kijf dat transparantie over kosten bij producten die zijn bedoeld voor
vermogensopbouw met een beleggingscomponent belangrijk is voor het inzicht van
deelnemers in de prestaties van de regeling. Op dit punt is in de loop der jaren veel verbeterd.
Ook is het van groot belang dat deelnemers in een beleggingspensioen zich voldoende bewust
zijn van de kosten en risico's die samenhangen met het beleggen op financiële markten.
1) De Telegraaf, 6 april 2010
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid