beantwoording vragen van het lid Ferrier over het bericht "Uitzetting
HRW medewerkers in Rwanda en Burundi".
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Ferrier over het bericht
"Uitzetting HRW medewerkers in Rwanda en Burundi".
Kamerbrief | 7 juni 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Ferrier over de uitzetting van de HRW medewerker
in Burundi. Deze vragen werden ingezonden op 26 mei 2010 met kenmerk
2010Z08797.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Ferrier (CDA) over Uitzetting HRW medewerkers in
Rwanda en Burundi.
Vraag 1
Kent u het bericht "Rwanda, Burundi expel Human Rights Watch workers"?
1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Kunt u het bericht bevestigen dat medewerkers van Human Rights Watch
(HRW) Burundi worden uitgezet, omdat zij een kritisch rapport hebben
opgesteld over de mensenrechtensituatie in dat land?
Antwoord
Het betreft de intrekking van de werkvergunning van één medewerker,
namelijk de lokale vertegenwoordigster van HRW, die de Amerikaanse
nationaliteit heeft. Zij heeft tot 5 juni de tijd gekregen om Burundi
te verlaten. Volgens de Burundese autoriteiten is de
vertegenwoordigster bevooroordeeld en worden in het meest recente
rapport van HRW de inspanningen van de Burundese overheid om de
verkiezingen transparant te laten verlopen niet vermeld.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de uitzetting van mensen die zich inzetten voor
mensenrechten op gespannen voet staat met de benchmarks op het gebied
van mensenrechten en opbouw van de rechtsstaat die de Nederlandse
regering als voorwaarde heeft gesteld voor de toekenning van
begrotingssteun aan Burundi? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
manier zult u de Burundese regering aanspreken op deze uitzetting?
Antwoord
Een open debat tussen overheid, individuen en maatschappelijke
organisaties is van essentieel belang voor de opbouw van een
rechtsstaat. Nederland geeft Burundi begrotingssteun met als primair
doel de stabiliteit in het land te helpen bestendigen. Hierbij wordt
een aantal randvoorwaarden gehanteerd, waaronder respect voor de
mensenrechten. Nederland heeft de Burundese autoriteiten hier dan ook
op aangesproken en zal de onderhavige kwestie aankaarten in de 14^e
zitting van de VN Mensenrechtenraad die in juni plaatsvindt.
Vraag 4
Deelt u de mening en de zorg, dat deze uitzetting past in een breder
beeld van toenemende spanningen en afname van basisrechten, zoals
vrijheid van meningsuiting, in aanloop naar de verkiezingen in juni van
dit jaar? Zo ja, welke initiatieven neemt de Nederlandse regering om
deze zaken aan de orde te stellen?
Antwoord
De politieke spanningen zijn in deze periode van verkiezingen
toegenomen. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat de
mensenrechtensituatie structureel verslechtert. Het politieke landschap
in Burundi is één van de meest pluriforme in de regio. Ondanks
incidenten oordelen de lokale en internationale verkiezingswaarnemers
over het algemeen positief over het verkiezingsproces tot nu toe.
Burundi kent een grote mate van vrijheid van meningsuiting. De pers kan
relatief ongehinderd rapporteren over politieke ontwikkelingen en over
misstanden, zoals geweldsincidenten waarbij de jeugdbewegingen van
politieke partijen waren betrokken. Nederland heeft de overheid
aangesproken op dit laatste punt. Inmiddels hebben de Burundese
autoriteiten stelling genomen tegen de intimidatiepraktijken van deze
groepen.
Vraag 5
Gezien het voorgaande: hoe schat u de kans dat er eerlijke en
transparante verkiezingen gehouden zullen worden in Burundi? Worden er
op EU-niveau initiatieven genomen om de kans op eerlijke en
transparante verkiezingen te vergroten? Zo ja, welke?
Antwoord
In Burundi wordt dit jaar een serie verkiezingen georganiseerd
(gemeente, president, parlement, senaat en heuvels). De gemeentelijke
verkiezingen hebben reeds plaatsgevonden en werden gekenmerkt door een
hoge opkomst. Hoewel de verkiezingsdag vreedzaam is verlopen heeft een
vijftal oppositiepartijen hun deelname aan de presidentsverkiezingen
van 28 juni aanstaande ingetrokken. Aanleiding hiervoor is hun
ongenoegen over het verloop van de gemeentelijke verkiezingen die
eindigden in ruime winst voor de huidige regeringspartij. De
oppositiepartijen stellen dat tijdens de verkiezingen op grote schaal
fraude en onregelmatigheden plaatsvonden. Vooralsnog is niet vast te
stellen of deze beschuldigingen terecht zijn.
Naast de aanwezigheid van een EU-waarnemingsmissie hebben de Europese
Unie en een aantal afzonderlijke EU-lidstaten, waaronder Nederland, een
substantiële bijdrage gegeven om adequate organisatie van de
verkiezingen mogelijk te maken. Tijdens het vervolg van de reeks
verkiezingen zullen de ontwikkelingen nauwgezet worden gevolgd, zowel
door voornoemde EU-missie als door andere lokale en internationale
waarnemers.
Vraag 6
Heeft er inmiddels een nieuw weegmoment plaatsgevonden om al dan niet
begrotingssteun te verlenen aan Burundi, waarbij de effectiviteit van
de politieke dialoog en de voortgang die wordt geboekt op het gebied
van mensenrechten en persvrijheid zijn meegewogen, zoals gevraagd in de
motie-Ferrier? 2) Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welk moment zult u de
Kamer hierover informeren?
Antwoord
Ik verwijs u voor het antwoord op vraag 6 naar mijn Kamerbrief inzake
de motie-Ferrier dd. 26 mei 2010.
1) AP, 20 mei 2010: "Burundi, Rwanda Expel Human Rights Watch Workers"
2) Kamerstuk 29 237, nr. 113
Ministerie van Buitenlandse Zaken