UT-wetenschapper publiceert 'Een kleine economie van het voetbal'
07/06/2010 11:00
Universiteit Twente
Behalve de spanning kan voetbal ook zijn sociale gezicht terugkrijgen. Maar alleen als Europa dat wil. Een coderingsverbod voor voetbalbeelden en een progressieve sociale heffing voor voetbalclubs zou al helpen. Dat schrijft Tsjalle van der Burg, onderzoeker aan de Universiteit Twente, in 'Een kleine economie van het voetbal'. Het verschijnt begin juni bij Arko Sports Media.
Jaar in jaar uit domineren een paar clubs de nationale en internationale competitie: voetbal is minder leuk dan het was, stelt Van der Burg, verbonden aan het Centre of European Studies van de Universiteit Twente en lid van de International Association of Sports Economists. In 29 korte hoofdstukken schetst hij de economische ontwikkelingen in het voetbal en de mogelijkheden om die in goede banen te leiden. Zijn boekje maakt de wetenschappelijke inzichten daarover voor een breed publiek toegankelijk.
Saamhorigheid
Krijgt het Europese voetbal een Amerikaans gezicht? Of brengen we het terug naar zijn sociale oorsprong, vraagt Van der Burg. Lange tijd weerspiegelden lage prijzen en volle stadions in Europa een cultuur van saamhorigheid. Waarom hebben we een sector die - zonder op winst gerichte eigenaars - puik presteerde, niet gewoon zijn eigen karakter laten behouden? Liefhebbers en belastingbetalers betalen nu steeds meer voor een product dat niet beter wordt, sterker nog: aan spanning en plezier inboet.
Tegen deze malaise is al een keur aan maatregelen voorgesteld of intussen ingevoerd. Neem de salary cap. Die dwingt clubs minder aan spelers te betalen en neemt een belangrijke reden weg om hoge leningen aan te gaan. Ook kan de Europese Unie simpel regelen dat in alle landen dezelfde voetbalbeelden gratis zijn - met een coderingsverbod voor alle beelden waarbij reclameopbrengsten de productiekosten overtreffen. Dit maakt het voetbal goedkoper én spannender, het boek legt uit waarom.
Roots
Een andere optie, die deze tak van sport bovendien herinnert aan zijn sociale roots: in overleg met de UEFA verplicht de EU alle clubs ertoe vanaf 2014 een deel van hun inkomsten aan sociale projecten te besteden. De rijkste clubs moeten het meeste bijdragen, ook in verhouding tot hun inkomsten.
Of dit alles gebeurt? Alleen als de EU het wil, denkt Van der Burg. Dat Europa kampioen is van de vrije markt, een harde euro en begrotingsdiscipline, weet hij ook wel. Toch is het "een rechts project met een links potentieel". Dat van het profvoetbal een gouden kans krijgt om zich van zijn sociale kant te laten zien.
Tsjalle van der Burg publiceert al tien jaar over de economie van het voetbal, in internationale wetenschappelijke tijdschriften, maar ook in bijvoorbeeld NRC Handelsblad en Trouw. Voor De Twentsche Courant Tubantia schreef hij colums. Dit boek is daar voor een belangrijk deel op gebaseerd.