Verkiezingen worden ramp voor Wajong

Ongeacht welke partijen aan de macht komen na de verkiezingen volgende week, bijna altijd zal het uitdraaien op een ramp voor mensen die gebruikmaken van een Wajong-uitkering. Dat concludeert Hein Koger na analyse van alle verkiezingsprogramma's op dit punt. Koger, lid van onder meer de adviesdienst online van Ypsilon, verwacht dat jonge arbeidsgehandicapten hun aparte status als gevolg van kille bezuinigingen zullen verliezen. Op deze pagina heeft hij de gevolgen op een rij gezet en zijn ook de betreffende passages uit alle verkiezingsprogramma's terug te vinden.

Omdat schizofrenie bij een flinke groep zware gevolgen heeft, maken relatief veel schizofreniepatiënten gebruik van de Wajong; de wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor jonggehandicapten. Anders dan bij de bijstand hebben zij geen sollicitatieplicht en worden het inkomen van hun partner en de bezittingen niet meegewogen bij het bepalen van de hoogte van de uitkering. De uitkering is bovendien iets hoger dan de bijstand. Al die voordelen dreigen nu te verdwijnen. "Al in april constateerde een ambtelijke commissie dat de grootst mogelijke bezuiniging van alle sociale regelingen lag bij de Wajong. Op de 2,5 miljard kon 1 miljard bezuinigd worden. Het is te gek voor woorden maar met de vervroegde verkiezingen blijken nu bijna alle partijen die suggestie te hebben overgenomen. Terwijl de Wajong net per 1 januari nog is gewijzigd om de instroom te verminderen. Dat zal toch ook al een bezuiniging opleveren?"

De leidraad voor bezuinigen op de Wajong bij vrijwel iedere partij is de volgende: haal de voordelen die de Wajong boven de bijstand biedt eruit en je zult merken dat er meer mensen aan het werk gaan. De strenge bijstandsregel is immers dat iedereen naar vermogen een bijdrage aan de maatschappij moet leveren. In de economie zegt men: "met financiële prikkels kan je het gedrag van mensen beïnvloeden".
Het idee om mensen weer aan het werk te krijgen en mensen te korten op de uitkering die niet aan het werk gaan, levert een flink deel van de 1 miljard bezuinigingen op. Vooral omdat ook de instatie verandert die moet sturen: Nu wordt de Wajong nog in zijn geheel door het UWV uitgevoerd maar de partijen willen het geheel onderbrengen bij de gemeentelijke sociale dienst. Ook dat past in dezelfde lijn: De gemeente krijgt een financiële prikkel om de wet zo streng mogelijk te hanteren: zij krijgt van de centrale overheid een vast bedrag voor elke bijstandsgerechtigde en wanneer zij de hoogte van de uitkering weet te beperken kan ze er aan overhouden. Het UWV daarentegen ondervindt geen enkele financiele prikkel om de uitgaven aan Wajong te beperken.

Iedereen beseft wel dat er ook Wajongers zijn die niet in staat zijn om te werken en die je niet aan het bijstandsregime kan blootstellen Een alles overheersend probleem is echter hoe je dit objectief kunt vaststellen. Er zullen ontzettend strenge keuringseisen ontwikkeld moeten worden. Momenteel zijn die er absoluut nog niet.

Hoewel het wel bekend is dat vrijwel elke politieke partij via het invoeren van financiële prikkels op de Wajong wil bezuinigen, is het nog erg onduidelijk hoe ze dit nu precies willen verwezenlijken. Het is ook niet goed doenlijk om de hierna volgende verkiezingsprogramma's van de partijen te vergelijken op de nadelige effecten voor ons als Ypsilonners. Elke politieke partij heeft zich ook nog maar heel kort in het hele Wajongprobleem verdiept, met één heel grote uitzondering: de VVD. Die heeft al een behoorlijk gedetailleerd plan van aanpak gemaakt en het ook al door het CPB laten narekenen. Het blijkt te kloppen: de besparing van 1 miljard wordt gehaald. Voor ons als Ypsilonners zijn de gevolgen van het VVD-plan echter desastreus. Het kan echt niet slechter.

Hein Koger

De Wajong zoals beschreven in de verkiezingsprogramma's

CDA

Mensen die niet zelfstandig naar vermogen werk kunnen vinden of behouden, worden hierbij geholpen. Bestaande regelingen zoals de WSW, de Wajong en de loonkostensubsidies van de gemeenten worden op termijn geïntegreerd volgens de systematiek van de Wajong, waarbij begeleiding geboden wordt door werkmeesters en werk op maat. Dit gaat ook toegepast worden voor de huidige WSW'ers en personen met een beperkt arbeidspotentieel die financiële steun ontvangen. Jonggehandicapten moeten zoveel mogelijk kunnen participeren in regulier of beschut werk. Een levenslange uitkering is voor jongeren die nog arbeidscapaciteit hebben geen vanzelfsprekendheid meer. Voorkomen moet worden dat jongeren te snel het etiket 'arbeidsongeschikt' krijgen opgeplakt. De keuring moet in dat licht worden verbeterd. Jongeren die in de nieuwe systematiek duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn, houden onvoorwaardelijk recht op een uitkering van 75 procent van het minimumloon. De uitstroom moet worden gestimuleerd, onder meer door de werkgevers aan te moedigen jonggehandicapten in dienst te nemen en te houden.


Gemeenten krijgen de financiële en bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het Werkbedrijf, de sociale werkvoorziening en de Wet Werk en Bijstand. Het Werkbedrijf en de gemeenten in de regio zijn de spil in de arbeidsbemiddeling en re-integratie op maat. Re-integratie en arbeidsmarktbeleid komen zo in één hand. Dat zal de kwaliteit en effectiviteit van reintegratie verbeteren, doordat eerder in het proces daadkrachtig kan worden ingezet op het juiste re-integratietraject. Re-integratiebedrijven dienen te worden ingezet voor moeilijk plaatsbaren. Een dergelijk samenhangend beleid geeft gemeenten de mogelijkheid om middelen doelmatiger in te zetten.

D66

Hervormen WAJONG. Steeds meer jongeren missen de aansluiting met de participatiemaatschappij. Het accent van de WAJONG moet worden gelegd op ondersteuning bij het verkrijgen en behouden van een baan in plaats van op het verstrekken van de uitkering. Eén op de twintig jongeren stroomt de WAJONG in, vaak om er voorgoed in te blijven. D66 wil deze jongeren niet afschrijven en afkopen. Dat is geen sociaal beleid. Slechts een kwart van de Wajongers werkt, vaak in sociale werkplaatsen, terwijl de inschatting is dat 60% best zou willen en kunnen werken, al dan niet met ondersteuning. D66 stelt voor de WAJONG verder te herijken zoals met de WAO is gedaan. De toegang wordt dan beperkt tot de volledig en duurzaam arbeidsongeschikten, mensen die voor 80% tot 100% arbeidsongeschikt zijn en een beperkte kans op herstel hebben. D66 gaat uit van wat mensen nog wel kunnen en wil op grond van dat uitgangspunt ondersteuning voor hen organiseren.


Behandelen probleemjongeren.

D66 wil een betere investering in de geestelijke gezondheid van jongeren. Dat voorkomt onnodig schoolverlaten, verval in crimineel gedrag, langdurige afhankelijkheid van een (Wajong-) uitkering of een hoge zorgconsumptie bij volwassenheid. Vroegtijdig opsporen en behandelen is cruciaal.

GroenLinks

Er komt een Wet investeren in mensen (WIM) die de Wet werk en bijstand (WWB), Wet investeren jongeren (WIJ), Wajong en delen van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) bundelt tot een nieuwe regeling waarin participatie centraal staat. Kern van de WIM is dat iedereen die langer dan een jaar werkloos is en geen WW meer krijgt, een participatiecontract afsluit met de gemeente, tegen een vergoeding van ten minste het wettelijk minimumloon, zonder vermogens- of partnertoets. Gemeenten krijgen de ruimte om individuele afspraken te maken over bijvoorbeeld scholing, begeleiding naar werk, aangepast werk, vrijwilligerswerk, mantelzorg of zorg voor chronisch zieke kinderen of kinderen met een handicap. Wat mensen kunnen staat centraal. Tegenover geld van de gemeenschap staat in alle gevallen een plicht tot participatie naar vermogen. Gemeenten zijn verplicht een Ombudsman WIM aan te stellen, zodat iedere burger tot zijn recht komt.

PvdA

Sinds een aantal jaren zijn gemeenten verantwoordelijk voor de Wet Werk&Bijstand. Veel mensen zijn daardoor sneller aan het werk geholpen. Dat succes willen we voortzetten. Gemeenten moeten ook verantwoordelijk worden voor de ondersteuning van jonggehandicapten in werk en inkomen (WAJONG). Om meer integraal beleid te kunnen voeren, zullen onderdelen van de AWBZ naar de gemeenten gaan. Zo kunnen de gemeenten hulp en voorzieningen bij elkaar brengen om zoveel mogelijk mensen volwaardig te laten participeren. Uitgangspunt daarbij is wat mensen wel kunnen, rekening houdend met wat ze niet kunnen.


Veel arbeidsgehandicapten moeten aanspraak doen op verschillende regelingen (WAJONG, WSW, AWBZ, WMO) om te kunnen participeren. De PvdA zet zich in om deze regelingen en de daarbij behorende indicatiestellingen zo snel mogelijk te stroomlijnen. Er moet één loket en indicatiestelling komen, zodat er voor deze mensen eenduidigheid en duidelijkheid komt. Naast de WWB komt er zo een WWB plus voor alle mensen met een arbeidshandicap. Via één indicatiestelling wordt bepaald welke ondersteuning je nodig hebt om te kunnen participeren. Het uitgangspunt daarbij is of je zelfstandig het minimumloon kunt verdienen. Salarissen in de WSW worden in de loop ter tijd aangepast, rekening houdend met bestaande rechten.


Bij aanbestedingen van de overheid (rijk en gemeenten) wordt het een voorwaarde dat 5% van de aannamesom ingezet moet worden om langdurig werkzoekenden en/of arbeidsgehandicapten aan het werk te helpen. Gestimuleerd wordt dat O&O-fondsen worden ingezet voor (om)scholing voor werk in andere sectoren. Niet gebruikte gelden kunnen ze meenemen naar werk in andere sectoren. Zo vormen de fondsen een bijdrage aan een leven lang leren.

Christen Unie

De Wajong, Wet Investeren in Jongeren en de Wet Werk en Bijstand worden gestroomlijnd, waarbij het hebben van werk of scholing het uitgangspunt is. De afgelopen jaren zijn, mede dankzij de ChristenUnie, veel participatieplaatsen gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld het waardevolle werk van conciërges. Dit beleid wordt doorgezet. Met werk gaat niemand er op achteruit ten opzichte van de uitkering, omdat het tegen minimaal het wettelijk minimumloon (WML) wordt beloond. Er wordt onderscheid gemaakt tussen volledig en duurzaam (jong)gehandicapten en mensen die meer kunnen.
  • Volledig en duurzaam jonggehandicapten (mensen die zelfstandig minder dan 20 procent WML kunnen verdienen) krijgen een uitkering op Wajongnivau, waarbij geen vermogens- of partnertoets geldt. Op deze groep wordt geen druk gelegd om te participeren. Uiteraard kan dit wel op vrijwillige basis, bijvoorbeeld in de dagopvang.
  • Mensen die wel meer mogelijkheden hebben krijgen recht op werk of scholing. Gemeenten worden hiervoor verantwoordelijk.
  • Wanneer er regulier werk verricht wordt vanuit een uitkering en de verdiencapaciteit niet voldoende is, wordt het loon aangevuld tot minimaal het wettelijk minimumloon (WML).
  • Werk moet lonen. Daarom wordt een salarisstijging of een extraatje van de werkgever niet meteen gekort op de loonaanvulling. Dit geldt tot het niveau van 120 procent WML. Hierdoor worden mensen ook gestimuleerd om meer zelfstandig te gaan verdienen.
  • Sociale werkplaatsen zijn alleen nog voor wie een speciale, veilige werkomgeving nodig heeft in verband met arbeidsbeperking.
  • Bij de aanbesteding van overheidsopdrachten worden in contracten afspraken gemaakt over de inzet van het aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (contract compliance).

VVD

Te veel jongeren raken verstrikt in een uitkeringstraject. De VVD wil daarom de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) samenvoegen en bij gemeenten neerleggen. Zo kunnen gemeenten erop toezien dat iedere jongere een bijdrage levert aan de samenleving. Veel jongeren worden in de visie van de VVD te snel afgeschreven, terwijl er in veel situaties passend werk is. Aangezien veel jongeren met ontwikkelingsstoornissen en -achterstanden in de Wajong stromen en daarmee een groot risico lopen tot hun pensioen arbeidsgehandicapt te zijn, wil de VVD een aantal verplichte herkeuringsmomenten invoeren. Jongeren met een Wajong-uitkering van wie duidelijk is dat zij nooit aan het arbeidsproces zullen kunnen deelnemen (bijvoorbeeld jongeren met een zwaar downsyndroom), worden niet opgenomen in de verplichte herkeuringsmomenten. De lange wachtlijsten in de sociale werkvoorziening kunnen deels worden weggewerkt door cao´s aan te passen, zodat minder mensen aanspraak hoeven te maken op de Wsw. Jongeren onder de 27 jaar kunnen geen aanspraak meer maken op bijstand. De tegemoetkoming in de schoolkosten voor meerderjarigen en de aftrek van scholingsuitgaven worden afgeschaft.


Naast de re-integratietaken voor wat betreft de Wwb, Wsw, WIJ en de Wet Wajong worden ook de overige re-integratietaken exclusief neergelegd bij de gemeenten. Zolang de effectiviteit van re-integratiebeleid niet is aangetoond, worden re-integratietrajecten alleen nog voor bijzondere doelgroepen als arbeidsgehandicapten ingezet en kunnen gemeenten met minder geld toe. Re-integratiebeleid wordt effectiever als het gericht is op werk in niet-gesubsidieerde banen en voldoende inkomensprikkels bevat, zodat een baan meer oplevert dan een uitkering. Bovendien heeft het schrappen van de langdurigheidstoeslag in de Wwb een positief effect op de arbeidsparticipatie van mensen in de bijstand. Het UWV als uitkeringsinstantie wordt opgeheven, maar het UWV blijft wel keuringen uitvoeren. De uitvoering van uitkeringen als WW en WIA wordt overgedragen aan marktpartijen. Om jeugdwerkloosheid verder terug te dringen, worden de mogelijkheden uitgebreid om jongeren tijdelijk aan te stellen.



In de overige verkiezingsprogramma's wordt de term Wajong niet genoemd.

Tip: Wilt u de precieze context van de genoemde citaten bekijken, gebruik dan de verkiezingstool van Google met Wajong als zoekterm.

Laatste bewerking: 04-06-2010 15:09