Geachte heer Davids,
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) wil
Reggefiber Group B.V. (hierna: Reggefiber) middels deze brief op de hoogte stellen van de wijze
waarop hij voornemens is om vast te stellen tot welk capex-gebied type een aansluitgebied behoort.
Omdat uit Reggefiber's praktijk blijkt dat niet alle gepasseerde huizen aangesloten kunnen worden,
verdient de tekst in het tariefbesluit die handelt over de wijze van vaststelling van het capex-gebied
volgens het college een nadere toelichting.
1 Het marktbesluit en het tariefbesluit
In het marktbesluit Ontbundelde toegang op wholesaleniveau van 27 april 2010 (kenmerk:
OPTA/AM/2010/201285, hierna: het marktbesluit) is bepaald dat Reggefiber, waarin KPN N.V.
gezamenlijke zeggenschap heeft, na de uitrol van elk afzonderlijk aansluitgebied een rapportage van
de investeringskosten, die met de uitrol van het betreffende aansluitgebied gemoeid zijn geweest, aan
het college dient over te leggen. De rapportage dient opgeleverd te worden op het moment dat de
aanlegkosten bekend zijn en dient te zijn voorzien van een accountantsverklaring. Deze rapportage
maakt het mogelijk voor het college om vast te stellen welk capex-gebied type een aansluitgebied
betreft en wat het bijbehorende tariefplafond is.
In randnummer 166 van het tariefbesluit Ontbundelde glastoegang (FttH) van 25 juni 2009 (kenmerk:
OPTA/AM/2009/201367, hierna: het tariefbesluit) staat de procedure ter bepaling van de capex klasse
als volgt beschreven:
Het type capex-gebied dient vastgesteld te worden door de totale investeringskosten in het betreffende
aansluitgebied te delen door het aantal aansluitingen in het betreffende gebied. Uit tabel A1 in Annex A
van het Tariefbesluit kan men vervolgens afleiden welk capex-gebied type het aansluitgebied betreft en
wat het bijbehorende tariefplafond is.
1
Daarbij wordt in voetnoot 35 het volgende rekenvoorbeeld gegeven:
In een aansluitgebied waarin de totale investeringskosten 25 miljoen Euro bedragen en waarin 30.000
huishoudens ontsloten worden, daar bedraagt het investeringsbedrag 833 Euro per aansluiting. Uit tabel
A1 in Annex A van het Tariefbesluit kan men hieruit afleiden dat dit aansluitgebied een capex-gebied type
II betreft, met een tariefplafond van 15,25 per aansluitlijn per maand in 2009.
2 Rapportage Reggefiber
Op 22 januari 2010 heeft Reggefiber het document `capex klasse bepaling project Nijmegen -
Glazenkamp' aan het college overhandigd. In dit document is beschreven welke procedure Reggefiber
voornemens is te volgen om daarmee te voldoen aan de in het marktbesluit en tariefbesluit opgelegde
verplichtingen. Als voorbeeld heeft Reggefiber de procedure uitgewerkt voor het project Nijmegen -
Glazenkamp. Reggefiber geeft in de rapportage aan dat in de praktijk niet alle woningen direct worden
aangesloten, aangezien sommige bewoners geen toestemming geven om de kabel af te monteren in
de woning. Daarnaast zijn er diverse projecten op basis van vraagbundeling gebouwd, waarbij alleen
de woningen die ook daadwerkelijk diensten af gaan nemen aangesloten worden. Reggefiber geeft
aan dat wanneer de totale investeringen gedeeld zouden worden door het aantal aansluitingen, dit leidt
tot een onevenredig hoge capex per aansluiting met als gevolg een hoge capex-klasse.
Om dit effect te elimineren stelt Reggefiber voor om te bepalen wat de investering in het project zou
worden als het project volledig zou worden afgebouwd. Daarbij worden dan de kosten van na-
aansluitingen meegenomen. Bij het bepalen van de investering in na-aansluitingen is geen rekening
gehouden met additionele kosten van projectmanagement en overhead, de mogelijkheid dat na-
aansluitingen tegen hogere kosten worden aangesloten (prijspeil ontwikkeling) en extra kosten voor
uitrolmarketing. Bij het bepalen van de capex per aansluiting worden de investeringskosten inclusief de
investering in na-aansluitingen gedeeld door het aantal `homes passed' (`homes connected' plus na-
aansluitingen).
Omdat de investeringen per na-aansluiting lager zijn dan de investeringskosten per home connected
zorgt deze benadering ervoor dat de investeringskosten per aansluiting afnemen. In het uitgewerkte
voorbeeld met betrekking tot het project Nijmegen - Glazenkamp zorgt deze benadering ervoor dat de
capex per aansluiting afnemen van Euro naar Euro (zie
ook tabel I). Het tariefplafond per aansluiting in Nijmegen - Glazenkamp bedraagt daarmee in 2010
Euro in plaats van Euro .
Tabel I
Investeringskosten Aansluitingen Aantal CAPEX per aansl. () Capex klasse Investeringsuitgaven incl. additionele na-aansluitingen Homes Passed 2.927 Investeringsuitgaven Homes Connected 2.726
2
3 Overwegingen college
In de randnummers 8 tot en met 13 van de Beleidsregels tariefregulering ontbundelde glastoegang van 5 januari 2009 (kenmerk: OPTA/AM/2008/202874, hierna: de beleidsregels) heeft het college toegelicht waarom in ieder geval de tariefregulering van het type FttH-netwerken een andersoortige invulling behoeft dan de invulling die het college doorgaans met het EDC/WPC systeem aan wholesale tariefregulering geeft. Om tot een renderende business case voor de uitrol van FttH-netwerken te komen, is een bepaalde minimale penetratie noodzakelijk, gegeven dat de (wholesale) kosten per lijn sterk worden begrensd door de relatief beperkte retail ARPU (`Average Return Per User') per lijn. Bij de aanleg van FttH-netwerken is het daarbij vaak economisch voordelig om alle gepasseerde huizen ook aan te sluiten (`homes passed' is gelijk aan 'homes connected'). De kosten hiervan zijn vaak lager dan de opbrengsten als gevolg van een hogere verwachte penetratie.
Bovengenoemde visie, dat het bij aanleg van FttH-netwerken economisch voordelig is om alle gepasseerde huizen daadwerkelijk aan te sluiten, is door Reggefiber steeds uitgedragen als uitgangspunt van haar businessmodel. Het college is van oordeel dat juist dit uitgangspunt de andersoortige invulling van tariefregulering, zoals beschreven in de beleidsregels, rechtvaardigt. Het aansluiten van alle gepasseerde huizen, ongeacht of het betreffende huishouden dienstverlening afneemt, maakt de onderneming risicovol. Nu blijkt dat Reggefiber om praktische redenen haar voornemen om alle gepasseerde huizen aan te sluiten niet uit kan voeren, dient het college te bepalen hoe hij hiermee omgaat. Het college is van oordeel dat het niet redelijk is om de investeringskosten te delen door het aantal `homes connected'. Hiermee zou het college namelijk impliciet een hoger tarief toestaan in aansluitgebieden die op basis van vraagbundeling worden gebouwd. Deze wijze van ondernemen is aanzienlijk minder risicovol en rechtvaardigt minder snel een invulling van wholesale tariefregulering die afwijkt van tariefregulering op basis van het EDC/WPC systeem.
Op basis van het voorgaande is het college van oordeel dat het voorstel van Reggefiber om de investeringskosten te delen door het aantal `homes passed' en niet door het aantal `homes connected', in overeenstemming is met de beleidsregels en het daaruit volgende tariefbesluit. Uit de keuze van Reggefiber, die ondersteund wordt door het college, volgt volgens het college dat Reggefiber ook de investeringskosten van na-aansluitingen in de capex-klasse bepaling mag betrekken. Het is volgens het college inconsistent om enerzijds nog niet aangesloten huizen in de delingscalculatie te betrekken door `homes passed' te hanteren in plaats van `homes connected' en om anderzijds de additionele kosten van deze na-aansluitingen buiten beschouwing te laten. Om deze reden volgt het college Reggefiber in haar voorstel om de kosten van na-aansluitingen tot de investeringskosten te rekenen en deze kosten vervolgens te delen door het aantal `homes passed'.
3
4 Uitleg van besluittekst
Omdat Reggefiber in de praktijk haar voornemen om alle gepasseerde huizen aan te sluiten niet uit kan voeren is het college van oordeel dat randnummer 166 van het tariefbesluit Ontbundelde glastoegang (FttH) als volgt uitgelegd dient te worden. De totale investeringskosten in het betreffende aansluitgebied betreffen volgens het college de totale investeringskosten inclusief de investeringskosten van na-aansluitingen. Het aantal aansluitingen in het betreffende gebied betreft het aantal `homes passed'. Dit betekent dat het type capex-gebied vastgesteld dient te worden door de totale investeringskosten inclusief eventuele investeringskosten in na-aansluitingen in het betreffende aansluitgebied te delen door het aantal `homes passed' in het betreffende gebied. Uit tabel A1 in Annex A van het tariefbesluit kan men vervolgens afleiden welk capex-gebied type het aansluitgebied betreft en wat het bijbehorende tariefplafond is.
Het college hoopt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u naar aanleiding van het voorgaande nog vragen hebben dan is het college gaarne bereid tot het geven van een nadere toelichting.
Hoogachtend,
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
Plv. afdelingshoofd afdeling Markten
drs. J.G.J. Keetelaar
4
Reggefiber ttH B.V.
Wholesale & Business Development
De heer J. Davids
Postbus 135
7460 AC RIJSSEN
7460AC135
Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer
drs. C.J. Muselaers OPTA/AM/2010/201552 (070) 315 35 92
Datum Onderwerp Bijlage(n)
18 maart 2010 10.0035.27 Capex klasse bepaling