03-06-2010
Flexibele stamcellen helpen medisch onderzoek
Een nieuwe manier om stamcellen te maken brengt het onderzoek naar
menselijke ziekten in een stroomversnelling.Prof. dr. Niels Geijsen,
die in juli naar het Hubrecht Instituut van de KNAW verhuist,
beschrijft de methode in het tijdschrift Cell Stem Cell van 3 juni.
Onderzoekers kunnen stamcellen maken van gewone cellen via de
zogenaamde iPS-methode. Deze stamcellen kunnen in principe uitgroeien
tot elk soort weefsel, alleen zijn ze moeilijk genetisch aan te passen.
Het is daardoor moeilijk menselijke ziekten na te bootsen of genetische
defecten te corrigeren.
Geijsen en collega''s zijn er in geslaagd via een variant van de
iPS-methode stamcellen te maken van huidcellen. De stamcellen die ze op
deze manier verkregen lijken meer op embryonale stamcellen. Ook deze
cellen kunnen uitgroeien tot elk weefseltype, maar ze zijn veel
flexibeler. Deze stamcellen kunnen bijvoorbeeld in hun eentje overleven
en ze vermenigvuldigen zich sneller. Om dit te bereiken gebruikte
Geijsen een manier die bij het maken van muizenstamcellen al langer
toegepast wordt. Het onderzoek is uitgevoerd aan Harvard Medical
School, Boston, waar Geijsen ook aan verbonden is.
''Stamcellen konden we al maken'', erkent Geijsen, ''maar deze
flexibele stamcellen stellen ons in staat menselijke ziektes beter en
gemakkelijker na te bootsen of zelfs te corrigeren door de stamcellen
genetisch aan te passen.'' In het Hubrecht Instituut gaat Geijsen op
deze manier twee spierziektes onderzoeken: ALS en SMA. Twee ziektes
waarbij zenuwcellen afsterven en waar niets tegen te doen is. Het
stamcelonderzoek moet nieuwe inzichten in deze ziektes opleveren.
Verder in de toekomst ligt gebruik van iPS-stamcellen voor
behandelingen. De hoop is dat iPS-stamcellen kunnen worden gebruikt om
defecte cellen of zelfs hele organen in patiënten te vervangen.
Weefsel gemaakt via iPS-stamcellen bestaat per definitie uit
lichaamseigen cellen en zal dus geen afstotingsreactie geven als het
wordt teruggeplaatst in het lichaam.
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen