Radboud Universiteit Nijmegen
Bij misleiding op beurs: ook niet-geïnformeerde beleggers schadeloos stellen
Datum bericht: 20 mei 2010
In het kort
Beleggers kunnen schade lijden als ze door beursfondsen worden misleid. Als misleiding op de beurs is vastgesteld, moeten gedupeerden aanspraak kunnen maken op schadevergoeding. Dat spreekt voor zich, maar die aanspraak geldt zelfs als hun aankoopbeslissing niet gebaseerd was op de toentertijd gegeven informatie. Dat stelt jurist Bas de Jong in zijn onderzoek 'Schade door misleiding op de effectenmarkt'.
Hij wijst onder meer op de World Online-zaak uit 2000, waarin de Hoge Raad in november 2009 oordeelde dat het prospectus misleidend was. Dat betekent dat tien jaar na de beursgang de beleggers nu hun schade kunnen vorderen. Hoe stel je die schade vast? En hoe bereken je welk deel van de schade te maken had met misleiding en welk deel veroorzaakt werd door de tijdgeest?
Bas de Jong ontwikkelde een handleiding waarmee berekend kan worden welk deel van de geleden schade te maken had met misleiding en welk deel veroorzaakt werd door de tijdgeest. Hij promoveert op 2 juni aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Duizenden particulieren kochten in maart 2000 aandelen World Online tegen een uitgiftekoers van 43 euro. In slechts twee weken tijd verloor het aandeel op de beurs meer dan 50 procent van zijn waarde. Begin april 2000 werd duidelijk dat de bestuursvoorzitter, Nina Brink, zelf voorafgaand aan de beursgang reeds twee derde van haar aandelen had verkocht tegen 6 dollar. Kennelijk was in haar ogen het aandeel aanzienlijk minder waard dan 43 euro. Het aandeel is dus hoogstwaarschijnlijk voor een te hoge prijs in de markt gezet, stelt De Jong.
In het prospectus stond wel dat de aandelen waren verkocht, maar niet tegen welke prijs. Ook in andere opzichten was het prospectus onvolledig. In december 2000 - toen World Online werd overgenomen door Tiscali - was de koers meer dan 80 procent in waarde gedaald tot onder de 10 euro.
Prospectus
Een onderneming die naar de beurs wil, moet een prospectus uitgeven. Het prospectus moet alle gegevens bevatten die een belegger nodig heeft om zich een verantwoord oordeel te kunnen vormen over de toestand van de onderneming. Zo'n prospectus is immers een belangrijke leidraad voor (potentiële) kopers van de aandelen van de onderneming. Als de informatie in het prospectus misleidend is, zoals in het geval van World Online, worden beleggers op het verkeerde been gezet. Dit kan leiden tot een kunstmatig hoge beurskoers. Beleggers betalen dan te veel voor hun aandelen.
Terug naar omstandigheden bij aankoop
Of de belegger recht heeft op schadevergoeding, is volgens de Hoge Raad afhankelijk van het antwoord op de vraag of de belegger bij zijn beleggingsbeslissing daadwerkelijk door de misleidende informatie is beïnvloed. Hij moet het prospectus hebben gelezen of indirect zijn geïnformeerd via een adviseur of de media. Maar het kan ook zijn dat de belegger zich helemaal niet heeft laten informeren en is ingestapt op de golf van het optimisme. Anders dan de Hoge Raad vindt Bas de Jong dat ook in dat geval de gedupeerde schadeloos moet worden gesteld.
Geldverslindende procedures
De Jong: 'Beurskoersen komen tot stand op basis van duizenden transacties. Nieuws over een onderneming wordt razendsnel verwerkt in de koers. Ook misleidende informatie werkt snel door. Daarom maakt het voor het ontstaan van schade niet uit of een belegger direct of indirect van het prospectus kennis heeft genomen.
Ook professionaliteit en deskundigheid zijn eigenlijk irrelevant. Daar komt nog bij dat de vraag of de belegger werkelijk is misleid tien jaar na dato eigenlijk niet meer te beantwoorden is. Nu de Hoge Raad heeft geoordeeld dat er sprake is geweest van misleiding, is het vanuit maatschappelijk oogpunt onzinnig om tijd- en geldverslindende procedures te voeren over de vraag of beleggers wel werkelijk op de misleidende informatie zijn afgegaan. Dat is ook voor toekomstige zaken van belang.'
Handleiding om te bepalen: wat is algemeen risico, wat niet
De Jong vindt wel dat de rechter de omvang van de schadevergoeding voor alle claims moet beperken, omdat algemene beleggingsrisico's nu eenmaal voor rekening van de beleggers zelf horen te komen. Beleggingsverliezen door 'de tijdgeest' mogen, vindt hij, natuurlijk niet worden afgewenteld op een beursfonds. Maar wat is wat? Daar heeft De Jong een antwoord op bedacht: hij analyseerde technieken uit de Amerikaanse rechtspraktijk om te bepalen welk deel van de koersdaling in bepaalde situaties verband hield met misleiding en welk deel met de tijdgeest, en stelde op basis hiervan een handleiding op voor rechters, advocaten, economen en econometristen.
Hoe verder met WOL-claims?
Volgens De Jong zullen de gedupeerde beleggers in de World Online-zaak het meest baat hebben bij een schikking: 'Dat is voor alle partijen het meest voordelig. Het is zeer gewenst dat de Vereniging van Effecten Bezitters (VEB) met World Online en met de banken die de beursgang hebben begeleid, tot een schaderegeling komt. Schikken levert nooit een vergoeding van honderd procent op, het is altijd een compromis, De Jong: 'Maar het bespaart zowel World Online als de individuele beleggers langdurige en kostbare procedures. Als er nu geprocedeerd moet gaan worden over alle schadebegrotingskwesties, kan dit zomaar weer tien jaar gaan duren.'
Bas de Jong (1980) studeerde rechten en bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sinds 2004 is hij als onderzoeker verbonden aan het Onderzoekcentrum Onderneming en Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceerde naast diverse artikelen en annotaties tezamen met prof. mr. M.P. Nieuwe Weme, het boek Publicatie van de jaarrekening. Sinds 2007 is De Jong docent en eindverantwoordelijke voor het vak Economie, rechtseconomie en balanslezen aan de Nijmeegse faculteit. Van februari tot en met mei 2009 deed De Jong als visiting scholar onderzoek aan de Columbia Law School in New York, met behulp van een Fulbright-beurs voor promovendi.